Gebruiker:Mkr/1897
Territory of the Cocos (Keeling) Islands | ||||
---|---|---|---|---|
(Details)
| ||||
Basisgegevens | ||||
Officiële taal | Engels | |||
Hoofdstad | West Island | |||
Regeringsvorm | Extern territorium van Australië | |||
Staatshoofd | Koningin Elizabeth II | |||
Regeringsleider | Administrator Barry Haase | |||
Oppervlakte | 14,2 | |||
Inwoners | 596 (2014) (43) | |||
Overige | ||||
Munteenheid | Australische dollar (AUD)
| |||
UTC | 6:30 | |||
Web | Code | Tel. | .cc | CC | 61 891 | |||
Detailkaart | ||||
| ||||
Portaal Landen & Volken
|
De Cocoseilanden (Engels: Cocos Islands) of Keelingeilanden (Engels: Keeling Islands), officieel het Territorium van de Cocoseilanden (Engels: Territory of the Cocos (Keeling) Islands), is een extern territorium van Australië. Het eilandgebied bestaat uit twee atollen in de Indische Oceaan ten zuidwesten van Sumatra en Christmaseiland, halverwege tussen het Australische vasteland en Sri Lanka. Van de ruim 20 eilanden zijn alleen twee eilanden van de zuidelijke atol, West Island en Home Island, bewoond met gezamelijk zo'n 600 inwoners.
Naamgeving
[bewerken | brontekst bewerken]De eilanden kregen in 1622 de naam Cocoseilanden (Engels: Cocos Islands) vanwege de grote hoeveelheid aanwezige kokospalmen. De benaming Keelingeilanden (Engels: Keeling Islands) stamt uit 1703 en werden zo genoemd ter ere van William Keeling die in 1609 als eerste Europeaan de eilanden ontdekte. James Clark Ross, die de eilanden in 1825 bezocht met zijn schip de Borneo, noemde de eilanden de Borneo Koraaleilanden (Engels: Borneo Coral Islands). Hij gebruikte de benaming Keeling uitsluitend voor het noordelijke atol, terwijl hij de benaming Cocos voor de zuidelijke atol gebruikte. De in het Engels gebruikte combinatie Cocos (Keeling) Islands stamt uit 1916 en werd de officiële naam voor het territorium met de in werking treding van de Cocos (Keeling) Act 1955.
Fysische geografie
[bewerken | brontekst bewerken]Topografie
[bewerken | brontekst bewerken]De Cocoseilanden liggen op het zuidelijk halfrond in de Indische Oceaan, ongeveer 1000 km ten zuidwesten van Sumatra en 700 km ten zuidwesten van Christmaseiland, dat het dichtstbijgelegen eiland is. De eilanden liggen ongeveer halverwege op de route van het West-Australische Perth naar Sri Lanka. De Australische kust ligt op circa 1300 km naar het zuidoosten. De Cocoseilanden bestaan uit twee atollen met een gezamenlijk oppervlak van 14,2 km². De noordelijkste atol bestaat uit slechts één eiland, Noord-Keeling, dat 1,1 km² groot is. De andere atol, de Zuid-Keelingeilanden, ligt 20 km zuidelijker en bestaat uit 24 eilanden met een totale oppervlakte van 13,1 km². Deze eilanden vormen een incomplete ring met een omtrek van ruim 30 km. De vijf grootste eilanden zijn West Island (Pulo Panjang), South Island (Pulo Siput), Home Island (Pulo Selma), Direction Island (Pulo Tikus) en Horsburgh Island (Pulo Luar). Alleen Home Island en West Island zijn bewoond. De eilanden bevinden zich in de tijdzone UTC 6:30, Cocoseilandentijd (CCT), en houden daarmee dezelfde tijd aan als Myanmar, Myanmartijd (MMT). Er wordt niet overgeschakeld op zomertijd.
Landschap
[bewerken | brontekst bewerken]Alle Cocoseilanden zijn vlakke, laaggelegen eilanden. Het hoogste punt ligt op 5 meter boven zeeniveau. Op geen enkel eiland bevindt zich een rivier en er zijn ook geen meren. De zoetwaterbronnen zijn beperkt tot enkele waterlenzen op de grotere eilanden. Dit zijn ondergrondse plassen regenwater die bovenop het zeewater liggen. Via waterputten kan het zoete water bereikt worden. Het eiland Noord-Keeling vormt een bijna gesloten ring met met in het midden een lagune.
Klimaat
[bewerken | brontekst bewerken]De eilanden hebben een aangenaam klimaat met gematigde regenval. De temperatuur wordt 9 maanden per jaar gematigd wordt door de zuidoostelijke passaat. In de eerste maanden van het jaren kunnen er [[tropische cyclonen]] over de eilanden trekken.
Flora en fauna
[bewerken | brontekst bewerken]De eerste biologische studie werd uitgevoerd door Charles Darwin in april 1836 die meereisde met de HMS Beagle. Darwin onderzocht de natuurlijke historie van de eilanden en verzamelde diverse specimens. Darwin gebruikte de reis voor zijn theorie over de manier waarop koraalriffen gevormd werden, hetgeen hij later publiceerde in zijn werk The Structure and Distribution of Coral Reefs. Hij verzamelde 21 soorten planten. In 1897 bezocht de Schotse botanist Henry Ogg Forbes de zuidelijke atol en verzamelde 38 soorten. Frederic Wood Jones onderzocht gedurende 15 maanden de eilanden en publiceerde zijn bevindingen in het boek Coral and Atolls. A History and Description of the Keeling-Cocos Islands, with an account of their Fauna and Flora, and a Discussion of the Method of Development and Transformation of Coral Structures in General.
Op de 22 eilanden met vegetatie bevinden zich zo'n 130 verschillende soorten planten. Ongeveer de helft hiervan is door mensen geïntroduceerd. Deze exoten bevinden zich met name op de zuidelijke atol en zijn voornamelijk pantropische kruidachtigen. De grootste bedreiging voor het zuidelijke atol is de Chromolaena odorata. Geen enkele soort is endemisch, al bevindt er zich wel een aparte variëteit van de geurende schroefpalm. De kust van de lagunes wordt gedomineerd door Pemphis acidula en de kou. De beboste delen van atollen worden gedomineerd door de kokospalm en de Pisonia grandis. De begroeing op de zuidelijke eilanden is sterk door de mens beïnvloed middels de aanleg van kokosnootplantages. Het landschap op Noord-Keeling is veel meer beschermd gebleven.
Vanwege de geïsoleerde ligging, de geringe grootte en het ontbreken van diversiteit in habitats is het aantal landdieren op de eilanden beperkt. Van origine komen er geen zoogdieren op land voor, maar de huismuis en de zwarte rat zijn tegenwoordig wel te vinden op de zuidelijke atol. De Indische muntjak en de sambar, twee Aziatische hertensoorten, werden, net als konijnen, ook door mensen geïntroduceerd, maar deze drie soorten zijn nu uitgestorven op de eilanden. Ook landreptielen komen van oorsprong niet voor. De nu aanwezige gekko's en wormslangen zijn door mensen geïntroduceerd. Het aantal zoogdieren en reptielen in het water rondom de eilanden in uitgebreider. Hier leven diverse soorten zeekoeien, dolfijnen, walvissen, zeeslangen en zeeschildpadden.
Rond de eilanden komen diverse soorten zeevogels en steltlopers voor. Het Pulu Keeling National Park op Noord-Keeling is een belangrijke broedplaats voor zeevogels als de roodpootgent, de grote fregatvogel, de kleine fregatvogel, de noddy en de opaalstern. Voor de komst van mensen in de 19e eeuw broedden er ook zeevogels op de zuidelijke atol, maar deze zijn, met name door de introductie van knaagdieren, verdwenen. Het aantal soorten landvogels is erg beperkt. Inheems zijn onder andere de geelbandral en de witborstwaterhoen. Geïntroduceerde soorten zijn de vorkstaartwaterhoen en de Christmas-Islandbrilvogel.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Ontdekking
[bewerken | brontekst bewerken]De Cocoseilanden werden in 1609 ontdekt door de Engelse kapitein William Keeling. Keeling was in dienst van de Britse Oost-Indische Compagnie en was op zijn weg terug van de Banda-eilanden naar Engeland toen hij de onbewoonde eilanden aantrof. De Cocoseilanden werden echter niet gekoloniseerd en zouden onbewoond blijven tot in de 19e eeuw.
John Clunies-Ross
[bewerken | brontekst bewerken]In 1814 werden de eilanden bezocht door de Schotse koopman John Clunies-Ross. Hij plantte de Britse vlag met als doel om later met zijn familie terug te keren. De Engelsman Alexander Hare, de voormalige gouverneur van Maluka, een kolonie op Borneo, had echter vergelijkbare plannen om zich op de eilanden te vestigen. Hij huurde een kapitein in, toevalligerwijs een broer van John Clunies-Ross, die Alexander Hare met een harem van 40 Maleise vrouwen naar de eilanden bracht. Dus toen Clunies-Ross twee jaar later met zijn vrouw, kinderen, schoonmoeder en acht zeelui terugkeerde naar de Cocoseilanden trof hij aldaar Alexander Hare aan met zijn harem. Na verloop van tijd liepen de vrouwen van Alexander Hare over naar de zeelieden van Clunies-Ross. Een ontgoochelde Alexander Hare verliet hierop het eiland en vertrok naar Bengkoelen alwaar hij in 1834 stierf.
In 1826 arriveerden er Javaanse en Sumatraanse zeelieden en vrouwen.
Op het moment dat de Beagle de eilanden aandeed, woonden er op een van de eilanden zo'n 60 tot 70 mulatten afkomstig uit Zuid-Afrika.
Britse annexatie
[bewerken | brontekst bewerken]De eilanden werden in 1857 door kapitein Stephen Grenville Fremantle namens het Verenigd Koninkrijk geannexeerd. Hij benoemde Ross II als superintendent. De eilanden werden in 1867 geplaatst onder de Straits Settlement, een Britse kolonie die Malakka, Penang en Singapore omvatte. In 1886 gaf de Britse koningin Victoria de eilanden aan de familie Clunies-Ross, waardoor het gebied in feite een micronatie werd. In 1901 werd op Direction Island een kabelstation gebouwd ten behoeve van de telegraafverbindingen tussen Mauritius, Java en West-Australië. Het station werd in 1910 uitgebruid met een draadloos communicatiestation voor de communicatie met langskomende schepen.
Eerste Wereldoorlog
[bewerken | brontekst bewerken]Op 9 november 1914 vond bij de Cocoseilanden de Slag om Cocos plaats, wat een van de eerste zeeslagen van de Eerste Wereldoorlog was. Een landingsteam van de Duitse cruiser SMS Emden nam het kabelcommunicatiestation op Direction Island in, maar het station kon nog voor de inname een noodsignaal versturen. De Australische cruiser HMAS Sydney was in de buurt ging erop af en versloeg het Duitse schip. 134 mensen aan boord van de Emden en 4 mensen aan boord van de Sydney kwamen hierbij om het leven.
Tweede Wereldoorlog
[bewerken | brontekst bewerken]Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het kabelstation opnieuw een rol aangezien het gebruikt werd voor het verzamelen van inlichtingen door de Britse spionagedienst. Na de Japanse inname van Singapore in 1942 werd het bestuur over de Cocoseilanden naar Ceylon, het huidige Sri Lanka, overgeheveld en werden West Island en Direction Island door de Britten onder militair gezag geplaatst. Op 8 mei 1942 pleegden 15 leden van het aldaar gelegerde Ceylonse garnizoen een muiterij uit onvrede over het gedrag van hun Britse officieren. Deze Cocoseilandmuiterij werd snel neergeslagen, maar hierbij kwam wel een niet-muitende soldaat om het leven. De drie belangrijkste betrokkenen van de muiterij werden ter dood veroordeeld en waren daarmee de enige soldaten van het Britse Rijk die in de Tweede Wereldoorlog voor muiterij werden geëxecuteerd.
Ondanks het belang van het communicatiestation hebben de Japanners geen poging ondernomen de Cocoseilanden in te nemen. In december 1942 bombardeerde een Japanse onderzeeër wel de eilanden, maar dit veroorzaakte geen schade. Aan het eind van de oorlog werden er twee landingsbanen voor vliegtuigen op de eilanden aangelegd om als ondersteuning te kunnen dienen voor de herovering van de door de Japanners bezette gebieden in Zuidoost-Azië. Onder de aldaar gelegerde eenheden bevond zich de 321 Dutch Squadron RAF, een onderdeel van de Royal Air Force met personeel van de Marine Luchtvaart Dienst dat uit Nederland en Nederlands-Indië was ontkomen.
Australisch extern territorium
[bewerken | brontekst bewerken]Na de oorlog werden de Cocoseilanden aanvankelijk weer onder het Britse Singapore geplaatst, maar in 1955 werden de eilanden middels de Cocos (Keeling) Islands Act 1955 door de Britten overgedragen aan Australië en werd het gebied een extern territorium van dat land. De familie Clunies-Ross had de eilanden echter nog altijd in hun bezit en bestuurde het gebied als hun eigen koninkrijk. De Australische autoriteiten hadden onvrede met deze situatie. In 1978 werd de familie Clunies-Ross daarom gedwongen de eilanden voor 6,25 miljoen Australische dollar te verkopen. Na het faillisement van de de Clunies-Ross Shipping Company vertrok John Cecil Clunies-Ross, de laatste koning van de Cocoseilanden, naar West-Australië. Enkele familieleden wonen nog altijd op de eilanden.
In verband met het beleid van de Verenigde Naties tot dekolonisatie, ontstond begin jaren 1980 een discussie over de toekomst van de eilanden waarbij er drie mogelijke uitkomsten waren: onafhankelijkheid, een vrije associatie met Australië of aansluiting bij Australië. Op 4 april 1984 werd hierover een referendum gehouden waaraan alle 261 kiesgerechtigde inwoners deelnamen. Een overgrote meerderheid van 229 stemmen was hierbij voor integratie met Australië.
Bevolking
[bewerken | brontekst bewerken]Alleen West Island en Home Island zijn bewoond. West Island is de hoofdstad, maar het plaatsje Bantam op Home Island is met 414 inwoners het grootste dorp van de archipel. In totaal tellen de Cocoseilanden 596 inwoners (2014). De meeste inwoners op West Island zijn van etnisch Europese afkomst, terwijl de meeste inwoners op Home Island Cocos-Maleiers zijn. Het Cocos-Maleis, een Maleis dialect, is samen met het Engels, de meest gesproken taal. Ongeveer 60% is soenitisch moslim, de overige 40% is christelijk.
Bestuur en instellingen
[bewerken | brontekst bewerken]Bestuurlijke status
[bewerken | brontekst bewerken]Het bestuur over de Cocoseilanden is gebaseerd op de Cocos (Keeling) Islands Act 1955 en staat grotendeels onder verantwooordelijkheid van de federale regering van Australië. Sinds 2007 vallen de eilanden bestuurlijk onder het Australische Ministerie van Justitie (Attorney-General's Department). Voordien vielen de eilanden onder het Ministerie van Transport en Regionale Diensten (Department of Transport and Regional Services). Aan het hoofd van het bestuur staat een administrator die benoemd word door de gouverneur-generaal van Australië op aanbevelen van de premier van Australië. Deze administrator is tevens de administrator van Christmaseiland, alwaar hij zijn verblijfplaats heeft. Christmaseiland en de Cocoseilanden vormen samen het Australische Indische Oceaanterritorium. In 2014 werd Barry Haase benoemd tot administrator.
Sinds de invoering van de Territories Law Reform Act 1992 op 1 juli 1992 zijn op de Cocoseilanden de wetten van de Australische deelstaat West-Australië van kracht, "voor zover ze toepasbaar zijn op de eilanden". De Australische federale regering kan hier desgewenst een uitzondering op maken. Diensten die elders in Australië gewoonlijk verzorgd worden door de overheid van de deelstaat, worden op de Cocoseilanden verzorgd door de overheid van West-Australië. Grondwettelijk behoren de eilanden echter niet tot West-Australië. De macht over de eilanden wordt slechts door de federale regering gedelegeerd aan de regering van West-Australië.
Net als de andere externe territoria van Australië, maken de Cocoseilanden een integraal onderdeel uit van Australië. Strikt genomen vormen de Cocoseilanden dus geen afhankelijk gebied van Australië, zoals bijvoorbeeld de Britse overzeese gebieden wel afhankelijke gebieden van het Verenigd Koninkrijk zijn. De Cocoseilanden worden internationaal echter wel vaak behandeld als afhankelijk gebied en hebben bijvoorbeeld een eigen ISO 3166-1-landcode. De tweeletterige code is CC en de drieletterige code is CCK. Ook is er een eigen topleveldomein .cc.
Er is op de Cocoseilanden ook een lokaal bestuur dat is ondergebracht bij de Shire of Cocos die uit zeven leden bestaat. De leden worden voor een periode van vier jaar gekozen door de inwoners van de eilanden. Verkiezingen vinden iedere twee jaar plaats, waarbij ongeveer de helft van de raad wordt vervangen. De Shire is gevestigd in Jalan Bunga Kangkong op Home Island.
Defensie en wetshandhaving
[bewerken | brontekst bewerken]Aangezien de Cocoseilanden tot Australië behoren staat de verdediging van de eilanden onder de verantwoordelijkheid van de Australian Defence Force. Er bevinden zich geen militaire installaties op de eilanden en er is geen militair personeel aanwezig, maar de administrator van de Cocoseilanden kan indien nodig de hulp van de Australian Defence Force inroepen. De wetshandhaving op de eilanden wordt verzorgd door de Australian Federal Police in de vorm van een sergant, een constable en twee speciale leden. Sinds 1992 vallen de rechterlijke diensten onder het ministerie van justitie van West-Australië.
De eilanden zijn van geostrategisch belang vanwege hun ligging in de Indische Oceaan en de nabijheid van de Zuid-Chinese Zee. In 2012 lekte informatie uit dat de Verenigde Staten plannen hadden voor de oprichting van een luchmachtbasis op de eilanden ten behoeve van de lancering van drones die kunnen surveilleren over de Zuid-Chinese Zee. De Australische minister van defensie Stephen Smith reageerde hierop door te zeggen dat de Cocoseilanden een toekomstige strategische locatie zijn, maar dat er momenteel geen plannen zijn.
Gezondheidszorg
[bewerken | brontekst bewerken]Op Home Island en West Island bevinden zich medische klinieken voor het verlenen van basisgezonheidszorg. Ernstigere medische gevallen kunnen echter niet op de eilanden worden behandeld en patiënten moeten daarvoor worden doorverwezen naar het ziekenhuis in Perth, in West-Australië.
Onderwijs
[bewerken | brontekst bewerken]De Cocos Islands District High School (CIDHS) is de enige onderwijsinstelling op de eilanden. De school heeft een locatie op Home Island voor peuters en kleuters en een locatie op West Island voor kinderen tot 10 jaar. Voor middelbaar en hoger onderwijs zijn de scholieren toegewezen op scholen in West-Australië.
Economie, transport, communicatie en media
[bewerken | brontekst bewerken]Economie
[bewerken | brontekst bewerken]Er is op de eilanden een kleine toeristenindustrie. Toeristen, met name Australiërs, bezoeken de eilanden voor watersporten en de natuur. Een andere belangrijke werkgever op de eilanden is de Cocos Islands Cooperative Society Ltd. die onder andere bouwvakkers en stuwadoors in dienst heeft. In 2011 bedroeg de werkloosheid 6,7% van de beroepsbevolking.
In kleine lokale tuintjes worden diverse groentes, bananen en papaja's verbouwd en verder voorziet de visserij in een deel van de voedselvoorziening. Het meeste voedsel moet echter worden geïmporteerd vanuit Australië. Het enige echte handelsgewas zijn de kokosnoten. De kopra wordt geëxporteerd naar Australië.
De munteenheid van de Cocoseilanden is de Australische dollar. Tussen 1887 en 1902 was er een eigen munteenheid, de Cocoseiland roepie. Op de biljetten stond de handtekening van de koning van de Cocoseilanden.
Transport
[bewerken | brontekst bewerken]Op de Cocoseilanden bevindt zich 22 kilometer aan wegen, waarvan er 10 zijn geasfalteerd. Op Home Island bevindt zich een toeristenbus.
De enige luchthaven is Cocos (Keeling) Islands Airport dat één geasfalteerde landingsbaan heeft. Er zijn commerciële vluchten vanuit Perth Airport via Christmaseiland. In de jaren 1950 en 1960 maakten internationale vluchten tussen Zuid-Afrika en Australië een tussenstop op de Cocoseilanden om bij te tanken, maar de komst van straalvliegtuigen die grotere afstanden konden afleggen maakte deze dienst in 1967 overbodig.
De Cahaya Baru is een veerdienst die de Home Island, West Island en Direction Island met elkaar verbindt. De eilanden hebben geen belangrijke zeehaven. In de lagune tussen de eilanden Horsburgh en Direction bevindt zich wel een ankerplaats voor grotere schepen genaamd Port Refuge. Er is een ook ankerplaats voor jachten aan de zuidzijde van het eiland Direction.
Communicatie
[bewerken | brontekst bewerken]De Cocoseilanden vallen binnen het telecommunicatiesysteem van Australië. Telefoonnummers hebben de Australische landcode 61 en de regionale code 089162. Het mobiele telefoonnetwerk wordt verzorgd door de Christmas Island Internet Association.
De postdienst wordt verzorgd door Australia Post. De postcode van de eilanden is 6799. Standaardbrieven en expresspost worden twee maal per week per vliegtuig vervoerd naar Australië, maar grotere paketten worden per schip vervoerd, waardoor levering tot twee maanden kan duren.
Media
[bewerken | brontekst bewerken]Kunst, cultuur en sport
[bewerken | brontekst bewerken]Kunst en cultuur
[bewerken | brontekst bewerken]Sport
[bewerken | brontekst bewerken]
- ↑ Nationaal Archief, archiefinventaris 4.VEL inventarisnummer 338, http://www.gahetna.nl/collectie/archief/inventaris/index/eadid/4.VEL/inventarisnr/338/level/file