Naar inhoud springen

Gebruiker:Hiro/Guided by Voices

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Guided by Voices
Guided by Voices tijdens een optreden in 2016
Guided by Voices tijdens een optreden in 2016
Achtergrondinformatie
Ook bekend als The Cum Engines
Jaren actief 1983-2004
2010-2014
2016-heden
Oorsprong Dayton, Verenigde Staten
Genre(s) Alternatieve rock, indierock, lo-fi
Label(s) Fire, Guided by Voices Inc., Halo, I Wanna, Matador, Rockathon, Rocket #9, Scat, Schwa, TVT
Leden
Zang Robert Pollard
Gitaar Bobby Bare jr.
Doug Gillard
Basgitaar Mark Shue
Drums Kevin March
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Guided by Voices is een Amerikaanse lo-fi indierockband uit Dayton, Ohio. De band is ontstaan in 1983 met zanger en songwriter Robert Pollard, gitarist Ed Dwyer, bassist Mitch Mitchell en drummer Kevin Fennell. Guided by Voices groeide uit tot een van de invloedrijkste indierockbands in de periode waarin alternatieve rock zijn hoogtepunt bereikte. Gedurende zijn bestaan heeft de band vele wisselingen in de bezetting doorgemaakt. Pollard was steeds de constante factor. Wat hij later de classic lineup noemde, bestond uit Pollard, gitarist Tobin Sprout, Mitchell, bassist Greg Demos en Fennell. Pollard's broer Jim (gitarist, bassist) maakte deel uit van de oorspronkelijke bezetting. Guided by Voices staat erom bekend veel werk uit te brengen, tot soms drie albums in een jaar. Veel nummers duren kort, zelden langer dan twee minuten.[1]

De band bereikte met drie albums de Billboard 200. Isolation drills kwam op #168 terecht in 2001, Universal truths and cycles piekte op #160 in 2002 en Earthquake glue kwam in 2003 niet verder dan #193.[2]

Voorgeschiedenis en oprichting (1975-1985)

[bewerken | brontekst bewerken]

De geschiedenis van Guided by Voices begint in de periode dat zanger Robert Pollard op high school zat. Hij volgde onderwijs aan Northridge High School in zijn thuisstad Dayton in Ohio.

Nadat Pollard zichzelf gitaar had leren spelen, richtte hij in 1975 de band Anacrusis op (niet te verwarren met de gelijknamige trashmetalband). Hij hoorde van de muzikale term (Nederlands; opmaat of anacrouse) gedurende zijn eerste jaar aan de universiteit.[3] Het eerste optreden van de band was in 1976.[4]

De band speelde tegen het einde van de jaren 70 covers van heavy metal en progressieve rock in plaatselijke kroegen. In 1981 begonnen ze eigen muziek te spelen.[5] Volgens Mitchell werd het spelen van covers saai.[citaat 1] In 1982 werden voor het eerst opnames gemaakt van eigen werk. Hiervoor werd een boombox gebruikt.[7][8] De band trad onder verschillende namen op maar uitendelijk werd in 1983 gekozen voor Guided by Voices. De naam verwijst naar de stemmen uit het verleden van de rockmuziek waardoor Pollard zich geleid voelt bij het schrijven van muziek.[9] Al in de beginjaren was de bezetting aan sterke wisselingen onderhevig; dit zou zo blijven gedurende het bestaan van de band.

 
 
 
 
 
 
 
 
Anacrusis I
1975
 
Blue Mist / Ambush
1969-1970
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
The Rulers
 
 
86
1979
 
Anacrusis II
1976-1978
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Coyote Call
1982
 
Acid Ranch / Mailbox
1980
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
The Jitters
1980-1981
 
Instant Lovelies
1982
 
Fig. 4
1981-1985
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Guided by Voices
1983
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Stamboom tot en met de eerste incarnatie van Guided by Voices volgens Greer (2005).[10]

Beginjaren (1986-1991)

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1986 werd de ep Forever since breakfast uitgebracht op het kleine platenlabel I Wanna. De ep werd opgenomen in een professionele studio, dit in tegenstelling tot het lo-fi werk waar de band later bekend om zou staan. Hierna begonnen uitgaven elkaar in snel tempo op te volgen - wat kenmerkend zou blijken voor Pollard en daarmee ook voor Guided by Voices. Na de ep verschenen de albums Devil between my toes (1987), Sandbox (1987), Self-inflicted aerial nostalgia (1989) en Same place the fly got smashed (1990), allemaal op kleine onafhankelijke labels.

Lo-fi (1992-1997)

[bewerken | brontekst bewerken]

Pollard had er geen behoefte aan dat het album gerecenseerd zou worden. Toch stuurden Jamison en Demos het album naar tijdschriften en plaatselijke uitgevers[11] waarna de aandacht voor Propeller groeide. Na het horen van het album raakte Robert Griffin, oprichter van Scat Records, geïnteresseerd in de band. Hij nam contact op met Pollard en stelde voor om een ep op te nemen.[12][13] In eerste instantie dankte Pollard voor het aanbod omdat volgens hem de band was opgeheven, maar daar kwam hij vrijwel meteen op terug.[citaat 2] Zeven dagen later ontving Griffin een demo van The grand hour.[15]

Later zou Scat Propeller diverse malen heruitgeven.[14]

Grote labels (1998-2001)

[bewerken | brontekst bewerken]

Terugkeer naar Matador (2002-2004)

[bewerken | brontekst bewerken]
Van voor naar achter: Nate Farley, Tim Tobias en Robert Pollard tijdens een optreden met Guided by Voices in 2004.

Op 9 november 2004 trad Guided by Voices op tijdens het tv-programma Austin City Limits waarvan de opnames op 22 januari 2005 werden uitgezonden door PBS. Het laatste televisieoptreden van de band was tijdens Late Night with Conan O'Brien op 2 december 2004. Ze speelden de single Everybody thinks I'm a raincloud (when I'm not looking), afkomstig van het album Half smiles of the decomposed (2004). De band hield een afscheidstournee die door Pollard Mission accomplished: The electrifying conclusion werd genoemd.[16] Het laatste optreden van de tournee vond plaats op 31 december 2004[17] in het poppodium Metro in Chicago. De show werd bezocht door oud-bandleden, familieleden maar ook leden van The Strokes, The Smashing Pumpkins en Andrew W.K..[16] Het vier uur durende optreden verscheen op de dvd The electrifying conclusion.

Tussenperiode (2005-2009)

[bewerken | brontekst bewerken]

Eerste heroprichting (2010-2014)

[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1 tot en met 3 oktober 2010 vierde Matador haar 21e verjaardag in het Palms Casino Resort in Las Vegas.[18] Bands die (ooit) onder contract stonden bij het label gaven acte de présence. Hoewel Pollard in eerste instantie bedankte voor de uitnodiging, bracht hij voor het evenement de classic line-up bij elkaar nadat hem meer geld werd aangeboden voor het optreden.[19] Over deze bezetting zei Pollard dat hij beter was dan de originele lineup.[citaat 3] Mitchell zorgde voor een opstootje toen hij het podium beklom tijdens het optreden van Yo La Tengo en omvergeworpen werd door een beveiliger.[21] Mitchell's actie paste bij de rivaliteit die tussen de bands heerste sinds Pollard zich tijdens een show in 2000 negatief uitliet over Yo La Tengo.[21]

Al in juli 2010 waren er geruchten dat een tournee zou volgen op het optreden op Matador's verjaardagsevenement, die later werden bevestigd.[22] Pollard had eerst geen zin maar stelde later een volwaardige reünie voor. Hij had het album Let's go eat the factory en een heuse comeback in gedachten al uitgewerkt[23] hoewel hij een nieuw album tijdens een interview met Spinner op 23 december 2010 nog een "long shot" noemde.[24] De opnames vonden plaats in Sprout's thuisstudio maar verliepen moeizaam, onder andere door technische problemen.[23] Later dat jaar ving de tour aan en trad de band door het hele land op in grotere clubs dan toen de band in 2004 werd opgeheven. Veel shows waren al snel uitverkocht.[24] De Hallway of shatterproof glass tour werd door Tyler Clark van Consequence of Sound in 2019 uitgeroepen tot een van de 25 beste tournees van de jaren 2010.[25] In december 2011 werd Let's go eat the factory uitgebracht.

In oktober 2013 werd Fennell ontslagen nadat hij zijn drumstel probeerde te verkopen via eBay voor $ 55.000.[26] Aan het ontslag ging een uitwisseling van e-mails tussen Fennell en Pollard vooraf die Fennell openbaarde op de speciaal voor de verkoop aangemaakte Facebookpagina.[27][28] Uit het e-mailverkeer werd duidelijk dat Fennell hoopte geld te kunnen verdienen met het drummen voor de band maar dat hij vond dat er te weinig shows werden gegeven. Kevin March nam het stokje van hem over.

Guided by Voices tijdens een optreden in 2014. V.l.n.r.: Tobin Sprout, Greg Demos, Mitch Mitchell en Robert Pollard.

Op 18 september 2014 gaf de band plots een verklaring af op hun website en Facebookpagina waarin ze aankondigden te stoppen. Kaartjes die al verkocht waren voor een aanstaande tour werden vergoed. In een e-mail naar de New York Times gaf Pollard als reden op dat het onderste uit de kan was bereikt.[citaat 4] De band heeft in de periode 2004-2010 zes albums uitgebracht.[30]

Record Store Day en Suitcase 4 (2015)

[bewerken | brontekst bewerken]

Fans hoefden het niet lang zonder muziek van Pollard te doen. Al in februari 2015 bracht hij opnieuw een album uit, I sell the circus, nu met zijn project Ricked Wicky.[31] In april volgde het soloalbum Faulty superheroes[32] en in oktober verscheen Stomping grounds van Circus Devils.[33] Maar ook werd er werk uitgebracht van Guided by Voices. De albums Do the collapse en Isolation drills werden voor Record Store Day opnieuw op vinyl uitgegeven.[34] In november kwam de boxset Suitcase 4: Captain Kangaroo won the war uit.

Tweede heroprichting (2016-heden)

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 9 februari 2016 verscheen de band op de lineup van Sled Island Festival in Calgary. Alleen Pollard werd als bandlid vermeld. Dezelfde dag maakte de band de nieuwe bezetting bekend via sociale media en bleek er sprake van een heroprichting. Naast Pollard zouden Bobby Bare jr. en Nick Mitchell op gitaar spelen, Mark Shue op bas en Kevin March op drums.[35] Tijdens een optreden in Cincinnati op 15 juli 2016 nam Doug Gillard de plaats in van Nick Mitchell. Op dat moment was nog niet bekend dat Mitchell de band had verlaten.[36]

Guided by Voices tijdens een optreden in 2018. V.l.n.r.: Mark Shue, Kevin March, Robert Pollard en Doug Gillard.

Pollard bracht op 4 maart 2016 het soloalbum Of course you are uit. Het album werd geproduceerd door Nick Mitchell.[37] Pollard had nog een verzameling teksten liggen en besloot deze zelf op te nemen. Dit resulteerde in het album Please be honest (2016) dat hij als werk van Guided by Voices uitbracht, hoewel geen andere bandleden betrokken waren bij de productie.[38][39] Op 31 december 2019 gaf Guided by Voices een eindejaarsconcert in de Teragram Ballroom[40] in Los Angeles.[41][42] Gedurende vier uur en twintig minuten speelde de band 100 nummers. 96 daarvan waren van de band zelf, een van een nevenproject van Pollard en Gillard en drie waren afkomstig van Pollard's soloalbums.[42]

Op 2 april 2020 werd een heruitgave van Alien lanes aangekondigd ter ere van het 25-jarig jubileum van het album. De heruitgave maakt deel uit van Matador's Revisionist History.[43][44] Onder deze naam worden diverse albums heruitgegeven van bands die ooit onder contract stonden bij het label.

Op 17 juli werd een van tevoren opgenomen concert ("one day world tour") gestreamd.[45] Het concert, opgenomen in de Metro te Chicago[46] en gestreamd via het platform NoonChorus, gold als test voor het tweede album van 2020; Mirrored Aztec dat op 21 augustus werd uitgebracht. Tijdens het concert werd veel materiaal gespeeld dat afkomstig is van het album. De band repeteerde één dag gezamenlijk. Volgens Pollard wordt ervan uit gegaan dat alle leden ook afzonderlijk oefenen.[citaat 5]

Tijdens een interview met Rolling Stone over onder andere de gevolgen van de coronapandemie voor de band verschafte Pollard inzage in de zakelijke kant van het spelen in Guided by Voices. Enkele bandleden hadden tijdens de pandemie zowel een werkloosheidsuitkering als $ 1.000 subsidie van MusiCares ontvangen. Drummer Kevin March was het enige bandlid met een vaste baan, als docent aan de School of Rock in Montclair. Hij gaf tijdens de pandemie les via Zoom. Alle bandleden waren afzonderlijk gecontracteerd en voorzagen op eigen manieren in extra inkomen. Pollard verkreeg extra inkomsten als collagekunstenaar en uit royalty's.[47]

In 2023 bestond Guided by Voices 40 jaar. Dit werd gevierd met twee liveshows, op 1 en 2 september. De band speelde met het idee om zich muzikaal te laten ondersteunen door het Dayton Philharmonic Orchestra en om op te treden in het Schuster Center. Pollard wees het idee uiteindelijk van de hand, onder andere omdat hij bedenkingen had bij de sfeer van de locatie.[48] De shows vonden plaats in het Dayton Masonic Center en er waren gastoptredens van Kiwi Jr., Dinosaur Jr., Built to Spill, Heartless Bastards en Wednesday Gurl.[49]

De muziek van Guided by Voices is meer dan eens vergeleken met het geluid van R.E.M..

De muziek van Guided by Voices is diverse malen vergeleken met die van R.E.M., een van de grondleggers van de alternatieve rock. De band is zelfs een R.E.M.-coverband genoemd.[8] Pollard liet zich inspireren door progressieve rock uit de jaren 60 en British Invasion.[50] Het viel Eric Carr van Pitchfork in zijn recensie van Earthquake glue (2003) op dat de (hard-)rockband The Who terug te horen is in Pollard's werk.[51] De observatie dat de band door Britse rock beïnvloede muziek maakt, werd gedeeld door David Antrobus van PopMatters die in zijn recensie van hetzelfde album opmerkte dat in sommige nummers "Union Jack-draped boy-rock love" te horen is.[52] De wijze waarop de band muziek maakt werd door Punknews.org wel vergeleken met punk: "Maybe it isn't punk rock in the traditional sense of the word, but when five guys produce an album themselves in their guitarist's basement and joke they spent more on beer than the actual recordings ... you can't say they didn't walk the walk, even if they weren't talking the talk".[53] Jeff Bergstrom van BrooklynVegan noemde de band "garage rock icons".[54]

Gedurende de beginjaren drukte Tobin Sprout een grote stempel op de muziek van Guided by Voices. Volgens Landon MacDonald van PopMatters leidde Sprouts invloed tot betere recensies en zijn aanwezigheid tot momenten van bezinning in de aanhoudende stroom van vreemde popmuziek die Pollard produceerde.[55] In zijn recensie van Sprouts album The universe & me (2017) schreef MacDonald dat als Guided by Voices vergeleken zou worden met The Beatles, Pollard John Lennon en Paul McCartney zou zijn en Sprout zou George Harrison zijn.

Robert Pollard in 2004. "The club is open" is een regel uit het nummer A salty salute van het album Alien Lanes (1995). Het neonbord heeft vaak het podium gedeeld met de band.[56]

De band staat erom bekend lange liveshows te spelen. Een setlist kan meer dan 40 nummers bevatten.[57] Het is niet ongewoon om de leden los te zien gaan met alcohol. In zijn recensie van het optreden van de band in New York op 5 december 2004, tijdens de afscheidstournee vóór de eerste opheffing, schreef Jon Pareles van The New York Times dat Pollard met grote teugen bier en tequila dronk.[17] Toen de band in 2018 Philadelphia aandeed voor de tournee ter ondersteuning van het album Space gun, kopte PhillyVoice met "Guided by Voices cuts back on the beer, beefs up on the tunes".[58] Volgens redacteur Ed Condran werd de band ook gekscherend "Guided by Beers" genoemd toen ze een kwart eeuw daarvoor voor het eerst optraden in de stad.[58]

Pollard is een uitbundige aanwezigheid op het podium.

Ook na de heroprichting van de band in 2016 bleef Guided by Voices uitvoerig toeren. Volgens Gillard geven liveshows een bron van inkomsten in een tijd waarin albumverkopen onvoldoende opleveren.[59]

Belang en invloed

[bewerken | brontekst bewerken]

Guided by Voices bleek een van de invloedrijkste indierockbands in de periode waarin alternatieve rock zijn hoogtepunt bereikte.[60] In de editie januari 1997 riep Rolling Stone de band uit tot derde beste alternatieve artiest, na Beck en Sebadoh.[61] Samen met Sebadoh en Pavement legde Guided by Voices het fundament voor lo-fi en hielp de band met het populariseren van deze stroming.[62]

Na het uitbrengen van Vampire on Titus in 1993 kon de band ook Kim Deal (The Breeders, Pixies) en Thurston Moore (Sonic Youth) tot zijn fans rekenen. Guided by Voices had een grote invloed op Albert Hammond jr. (The Strokes) die later de rest van zijn band enthousiast wist te krijgen.[63] The Strokes zouden daarna zelfs optreden in het voorprogramma van Guided by Voices.[63] Guided by Voices had een cameo in de videoclip van de single Someday, afkomstig van The Strokes' debuutalbum Is this it (2001). In een scène nemen de bands het tegen elkaar op in een fictieve aflevering van het spelprogramma Family Feud.[64]

Do the collapse (1999) genereerde bekendheid voor de band vanwege het feit dat verschillende nummers op de soundtracks van tv-series belandden.[65] Teenage FBI kwam terecht op Buffy the Vampire Slayer: The album hoewel het nummer in geen enkele aflevering gedraaid werd. Hold on hope werd gedraaid tijdens de aflevering My occurence van de medische dramedy Scrubs. Er werd veelvuldig verwezen naar Guided by Voices in de Britse sitcom The IT Crowd. De serie gaat over de dagelijkse beslommeringen van een kleine IT-afdeling van een industrieel bedrijf. In de scènes die zich afspelen in het kantoor van de IT-afdeling zijn op de achtergrond posters van de band te zien. In de aflevering Dinner party wordt het nummer 'Game of Pricks' gedraaid, afkomstig van het album Alien Lanes. Rob Penty gaf een verklaring voor de verwijzingen in The IT Crowd.[66] Al sinds het midden van de jaren 90 zijn er online databases die de catalogus van Guided by Voices bevatten. In die vroege jaren van het internet heerste er een zweem van geekery rond het ontwikkelen van websites, wat zou passen bij de geeks in de serie. Het personage Roy Trenneman (Chris O'Dowd) is fan van de band.

Filmregisseur Steven Soderbergh was onder de indruk van het album. Voor de aftiteling van zijn film Full frontal (2002) gebruikte hij het nummer Do something real, afkomstig van het album Speak kindly of your volunteer fire department (1999) van Pollard en Gillard.[67] Soderbergh schreef later het voorwoord voor het boek Guided by Voices: A brief history (2005) waarin voormalig Spin-redacteur en oud-bandlid James Greer de geschiedenis van de band tot de eerste opheffing in 2004 beschrijft.[67]

Volgens Pollard bestond de harde kern van de fans van de band in 2003 uit zo'n 3.000 personen.[68] Van sommige albums werden 50.000 exemplaren verkocht.[68]

Thomas Fekete van de indierockband Surfer Blood in 2014.

Op 20 april 2015 maakte gitarist Thomas Fekete van de indierockband Surfer Blood bekend dat hij aan een zeldzame vorm van kanker leed.[69] Dertien bands stelden elk een niet eerder uitgebracht nummer beschikbaar. De dertien lp's werden via eBay bij veiling te koop aangeboden en het geld ging naar de GoFundMe-campagne die was opgezet om de (alternatieve) behandelkosten te dekken.[70] Guided by Voices doneerde een opname van een live-uitvoering van Motor away[70] waarvan de studio-opname afkomstig is van het album Alien lanes (1995). Op 30 mei 2016 overleed Fekete op 27-jarige leeftijd.[71] Later dat jaar ging Surfer Blood op tournee met Pollard.[72][73]

In mei 2019 raasden er 15 tornado's over Ohio en omliggende staten waarbij enkele doden vielen. Op 4 augustus 2019 vond er een schietpartij in Dayton plaats waarbij negen doden en 27 gewonden vielen. Tijdens Heedfest, een evenement ter viering van Pollard en zijn muziek, werd onder de bezoekers geld opgehaald dat geschonken werd aan slachtoffers van beide gebeurtenissen. Ook Guided by Voices en Pollard zelf droegen bij zodat het totaal op meer dan $ 28.000 kwam.[74]

20% van de baten van het op 17 juli 2020 gestreamde concert kwam ten goede aan poppodia waar de band in de loop der jaren gespeeld heeft.[45] De actie was bedoeld om de poppodia te helpen gedurende de coronapandemie.

Televisieoptredens

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Cutter, Matthew (2018). Closer you are: The story of Robert Pollard and Guided by Voices. Da Capo Press, New York. ISBN 9780306825767.
  • Greer, James (2005). Guided by Voices: A brief history: Twenty-one years of hunting accidents in the forests of rock and roll. Black Cat, New York.
  • Gomez, Jeff (2020). Zeppelin over Dayton: Guided by Voices, album by album. Jawbone Press, Londen. ISBN 9781911036593.
  • Pollard, Robert (2017). 100. Rockathon Records, Dayton. ISBN 9780692833704.
  • Woodworth, Mark (2006). Bee thousand. Continuum, New York. ISBN 9780826417480.
[bewerken | brontekst bewerken]

Bronvermelding

[bewerken | brontekst bewerken]


[bewerken | brontekst bewerken]