Naar inhoud springen

Friedrich Hossbach

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Friedrich Wilhelm Ludwig Hossbach
Hossbach in 1934
Hossbach in 1934
Geboren 22 november 1894
Unna
Overleden 10 september 1980
Göttingen
Rustplaats Stadtfriedhof Göttingen, veld: WD 4, graf: 60[1][2]
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Reichswehr
Heer
Dienstjaren 1913 - 1945
Rang General der Infanterie
Eenheid 2. Kurhessisches Infanterie-Regiment Nr. 82
Infanterie-Regiment 419
XVIII. Armee-Korps (Deutsches Kaiserreich)
30e Legerkorps
2e Legerkorps
Führerreserve (OKH)
24 februari 1942 -
1 april 1942[3]
Führerreserve (OKH)
1 september 1942 -
15 mei 1943[3]
Führerreserve (OKH)
15 juli 1944 -
20 juli 1944[3]
Führerreserve (OKH)
29 januari 1945 -
8 april 1945[3]
Bevel 82e Infanteriedivisie
1 april 1942 -
6 juli 1942[4][3]
56e Pantserkorps
9[5]/10 december 1943 -
14[5]/15 juli 1944[3]
4e Leger
18[6]/20 juli 1944 -
29 januari 1945[3][6]
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen Zie decoraties

Friedrich Wilhelm Ludwig Hossbach (Unna, 22 november 1894Göttingen, 10 september 1980) was een Duits officier en in 1937 persoonlijke adjudant van Adolf Hitler. In het Duits wordt zijn naam met een ß geschreven: Hoßbach.

Eerste Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1913 nam Hossbach dienst in het Deutsches Heer als vaandrig. Al snel klom hij op tot luitenant. Hij diende in de Eerste Wereldoorlog als regimentsadjudant aan het oostfront. Op 2 maart 1918 werd hij toegevoegd aan de staf van het XVIII legerkorps. Op 2 september werd hij bevorderd tot Oberleutnant (eerste luitenant).

Na de oorlog bleef hij in dienst van de Reichswehr, het leger van de Weimarrepubliek. Hij was vanaf 1 maart 1927 stafofficier in de rang van Hauptmann (kapitein).

Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Machtergreifung door de nazi's werd hij op 4 augustus 1934 gepromoveerd tot majoor en aangesteld als adjudant van Adolf Hitler. Tot 1935 maakte hij daarnaast deel uit van de staf van de Wehrmacht.

Hossbach-memorandum

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Hossbach-memorandum voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Hossbach is vooral bekend geworden door zijn deelname aan een geheime bijeenkomst op 5 november 1937, waarop Hitler aan de legertop zijn plannen voorlegde voor de Duitse expansie in Europa. Hossbach schreef de notulen van die besprekingen, die bekend raakten als het Hossbach-memorandum. Dit memorandum zou na de oorlog tijdens de Processen van Neurenberg als bewijsstuk worden opgevoerd.

In 1938 was Hossbach aanwezig toen Hitler een document ontving waarin Hermann Göring de opperbevelhebber van het Heer, kolonel-generaal Werner von Fritsch, beschuldigde van homoseksuele praktijken. Hitlers order negerend bracht Hossbach het document naar von Fritsch om hem te waarschuwen voor het noodlot dat hem te wachten stond. Von Fritsch gaf Hossbach zijn erewoord dat de beschuldiging vals was. Hossbach bracht deze boodschap vervolgens over aan Hitler. Deze daad had Hossbach zijn leven kunnen kosten. Dit gebeurde niet, maar hij werd twee dagen later wel ontslagen als adjudant van de Führer.

Hij klom daarna op tot de rang van Generaal der Infanterie en had achtereenvolgens het commando over de 82. Infanterie-Division (82e Infanteriedivisie), het LVI Panzer Korps (56e Pantserkorps) en uiteindelijk het 4. Armee (4e Leger). Op 28 januari 1945 werd hij ontslagen van het commando, omdat hij, tijdens het Oost-Pruisenoffensief, tegen Hitlers orders in een uitbraak wilde doen in plaats van stand te houden tot het uiterste.

Aan het einde van de oorlog werd Hossbach voor een oorinfectie behandeld in het universiteitsziekenhuis van Göttingen. Op 5 april 1945, vlak voor de aankomst van het Amerikaanse leger, werd hij getipt dat de Gestapo hem wilde meenemen. Toen deze arriveerde posteerde hij zich met een pistool op het balkon. Het kwam tot een vuurgevecht, maar op een gegeven ogenblik vluchtten zijn belagers, wellicht uit angst voor de Amerikanen. Nog geen uur later arriveerde het Amerikaanse leger en Hossbach werd gevangengenomen.

Hij bleef tot 1947 in krijgsgevangenschap. Vervolgens deed hij een studie naar de invloed van Immanuel Kant op Pruisische officieren. Hossbach overleed in 1980 en werd met militaire eer begraven.

Militaire loopbaan

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Friedrich Hoßbach van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.