Het Botswaans nationaal referendum van 2001 vond op 3 november plaats en handelde over acht verschillende regeringsvoorstellen met betrekking tot de hervorming van het rechtswezen.[1] Alle acht regeringsvoorstellen werden aangenomen, maar de opkomst bedroeg slechts 4,9%.[1]
De eerste vraag handelde over de kwalificaties van kandidaten voor benoeming in het hooggerechtshof. Deze kwalificaties behelsden: 10 jaar werkzaamheid als advocaat, 10 jaar werkzaamheid als docent aan een universiteit of 5 jaar werkzaamheid als rechter.
De tweede vraag handelde over de kwalificaties van kandidaten voor benoeming in een gerechtshof. Deze kwalificaties behelsden: 10 jaar werkzaamheid als advocaat, 10 jaar werkzaamheid als docent aan een universiteit.
De zesde vraag handelde over de Judicial Service Commission, of bij het staken van de stemmen binnen de commissie de stem van de voorzitter doorslaggevend zou moeten zijn.
De achtste vraag handelde over de voorzitter van het hooggerechtshof (Chief Justice) of hij de macht moet hebben een adviescommissie in te stellen om hem te adviseren m.b.t. het herzien van wetten en procedures aangaande het hooggerechtshof.