Naar inhoud springen

Bloemformule

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een bloemformule is een notatiemethode om de opbouw van een bloem weer te geven met behulp van letters, getallen en symbolen. In een kortschrift wordt de wezenlijke informatie gegeven over de bouw van een bloem.
Een bloemdiagram is een schetsmatige tekening van de projectie van een bloem op een vlak loodrecht op de as van de bloem gericht. Het vormt een soort plattegrond, met het doel een overzicht te geven van de bouw van een bloem.[1]

Een bloemformule probeert de volgende zaken weer te geven: bloemsymmetrie, de aantallen onderdelen, hun onderlinge betrekkingen (zoals hun plaatsing en vergroeiing) en de situering van de vruchtbladen.

Er is een grote variatie in systemen om de bouw van een bloem in een bloemformule weer te geven. Een bloemformule en een bloemdiagram kunnen elkaar aanvullen. De algemene formule wordt gebruikt om de opbouw van een bloem van een plant (soort, geslacht of familie) aan te geven.

Schema samenstelling van een bloemformule
volgorde symbool
voor:
waarde symbool opmerkingen en voorbeelden
alt. 1[2] alt. 2 alt. 3
1 bloem-
symmetrie
actinomorf * ×   (het symbool voor symmetrie wordt soms achter het teken voor het onderdeel gezet, waar het specifiek betrekking op heeft; bijvoorbeeld: CoZ of C↓ voor een zygomorfe kroon)
zygomorf Z
asymmetrisch % $
extra1 geslachts-
verdeling
mannelijk (deze aanduiding wordt vaak weggelaten, want het blijkt ook uit de aanwezigheid van een androecium en/of een gynoecium)
vrouwelijk
tweeslachtig
2 kelk Kalyx
Calyx
Kn Kn Can,
CAn
K(4-5): kelk met 4 of 5 vergroeide kelkbladen (sepalen)
Ca(4-5)
: kelk met 4 of 5 vergroeide kelkbladen
3 kroon Corolla
Corolla
Cn Cn Con,
COn
C3 3=C3 3: kroon met twee kransen van 3 kroonbladen (petalen)
Co6
: kroon met 6 kroonbladen
2 3 bloemdek Perigoon
met Tepalen
Pn Tn CaCon,
CACOn
P3=T3=CaCo3: bloemdek met 3 bloemdekbladen (tepalen)
CaCo6
: bloemdek met 6 bloemdekbladen
4 meeldraden Androecium An An An A(9) 1=A(9) 1: negen vergroeide meeldraden en 1 losse
A
=A: veel meeldraden (>12)
5 vrucht-
beginsel
Gynoecium Gn Gn Gn G(4): vruchtbeginsel met 4 vergroeide bovenstandige vruchtbladen (carpellen).
Soms wordt de G onderstreept: G(4)
extra2 vruchttype (fructus) (dit gegeven wordt soms toegevoegd)
verklaring:
n - staat voor een getal tot ongeveer 12
- staat voor een groot getal (gewoonlijk meer dan 12)

Daarnaast worden nog verscheidene andere symbolen gebruikt, zoals voor vergroeiing van onderdelen, inplanting van de bloemdelen, steriliteit van meeldraden of vruchtbladen, de bloemboden en stamper.

Vergroeiing
Als gelijksoortige bloemdelen met elkaar vergroeid zijn wordt dit aangegeven met ( ).
Wanneer het niet-gelijksoortige vergroeide bloemdelen betreft, wordt dit aangegeven met [ ] of met { }.
Inplanting
De inplanting van de bloemdelen kan spiraalsgewijs (symbool ) , actinomorf (symbool ×) of zygomorf (symbool %, of ) zijn.
Steriliteit
Bij steriele meeldraden of vruchtbladen wordt dit aangegeven met een punt achter het aantal.
Voorbeeld: A5 5· voor een dubbele krans van meeldraden waarvan de binnenste krans onvruchtbaar is.
Symbolen voor de stamper G:
vergroeid: (G)
bovenstandig: G
tussenstandig: G
onderstandig: G
Bloembodem en stamper

Met een zwarte streep, bijvoorbeeld onder de formule, kan de bloembodem (receptaculum) worden aangegeven.
Ook is het mogelijk de streep alleen boven de G (gynoecium) te zetten (G) of boven het getal voor het aantal vruchtbladen, bijvoorbeeld G(4).

Voorbeelden bloemformules

[bewerken | brontekst bewerken]
Kruipende boterbloem * K5 C5 A∞ G

Eventueel wordt het vruchttype nog toegevoegd.

Voorbeeldvarianten voor Madeliefje (Bellis perennis):

  • * K 0 of pappus C (5) [A (5) G (2)] Nootje
  • * K 0 of pappus C(5) [A(5) G(2)] Nootje
  • * Ca 0 of pappus Co (5) [A (5) G (2)] Nootje

Voorbeeld voor de Viooltjesfamilie (Violaceae)

  • K5 C5 A5 G(3): bloem zygomorf, kelk met 5 sepalen, kroon met 5 petalen, 5 meeldraden, stamper bestaat uit 3 vergroeide vruchtbladen
  • Ca5 CoZ5 A5 G(3): kelk met 5 sepalen, zygomorfe kroon met 5 petalen, 5 meeldraden, stamper bestaat uit 3 vergroeide vruchtbladen
  • , 5, 5, 5, (3). Hier zijn de letters weggelaten en moeten daarom alle 5 posities ingevuld worden (met uitzondering als er een bloemdek is, bijvoorbeeld -5-, met extra streepjes, voor 5 tepalen).

Andere voorbeelden volgens Strasburger:

Zie ook artikel Bloemdiagram.
bloemdiagram van een tulp
Bloemformule van de tulp:

* K3 C3 A6 G(3)
of
K3 C3 A6 G(3)
of
* Ca3 Co3 A6 G(3)
tulp van boven

Het bloemdiagram is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een bloem. De dwarsdoorsnede gaat door het meest kenmerkende deel van de bloemdelen.

De onderdelen van de bloem worden in hun onderlinge verband weergegeven, eventueel aangevuld met details van de vormen. Sterk vergroeide bloemdelen worden met een doorgetrokken boogje en zwak vergroeide met een gestippeld boogje aangegeven.