Naar inhoud springen

Arthur Kool

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de Nederlandse tennisspeler, zie Arthur Diemer Kool
Arthur Kool
Arthur Kool. Prins der Geïllustreerde Bladen. 1905
Arthur Kool. Prins der Geïllustreerde Bladen. 1905
Geboren 21 februari 1841
Maastricht
Overleden 24 maart 1914
's-Gravenhage
Land/zijde Vlag van Nederland Nederland
Onderdeel Koninklijke Landmacht
Rang Luitenant-generaal
Eenheid Artillerie
Bevel Chef Generale Staf
Commandant van het veldleger
Minister van Oorlog
Onderscheidingen Zie lijst

Arthur Kool (Maastricht, 21 februari 1841's-Gravenhage, 24 maart 1914) was een Nederlands militair en politicus.

Arthur Kool werd te Maastricht geboren als oudste van vier kinderen van de civiel ingenieur Johan Arthur Kool (1817-1873) en Cornelia Johanna van der Hoeven (1819-1856). Zijn vader was aanvankelijk militair ingenieur, na 1854 civiel ingenieur. Hij was hoofdingenieur van de Aken-Maastrichtsche Spoorweg-Maatschappij en ontwierp te Maastricht de spoorbrug over de Maas. Zijn moeder overleed op 37-jarige leeftijd, waarna zijn vader met vier onvolwassen kinderen achterbleef.[1] In navolging van zijn vader en grootvader, luitenant-kolonel Aart Kool (1787-1862), koos de jonge Arthur Kool voor een militaire loopbaan, evenals zijn jongere broer, de latere luitenant-generaal b.d. Pieter Cornelis Kool (1842-1920).

Kool was tweemaal gehuwd, in 1863 trouwde hij met Johanna Françoise Adolphine Diemer (1843-1895), met wie hij drie of vier kinderen kreeg, en enkele jaren na haar dood, in 1898, met Arnoldina Adriana Diederica Pels Rijcken. De mannelijke nakomelingen uit het eerste huwelijk noemden zich Diemer Kool. Een van de kleinzonen was een bekend tennisser, Arthur Diemer Kool (1896-1959).[1][2]

Kool was een officier die van 1879 tot 1883 liberaal Tweede Kamerlid was. Hij hield in de Kamer lange redevoeringen over de defensie in eigen land en in Nederlands-Indië. Hij had als militair specialist 'het gehoor' van de Kamer.

Na zijn Kamerlidmaatschap was hij onder andere chef van de generale staf en commandant van het veldleger. In 1898 gaf hij vier maanden lang colleges legerzaken aan koningin Wilhelmina. Deze lessen sloten de opleiding af van de vorstin die nog datzelfde jaar de troon zou bestijgen.

In het laatste jaar van het kabinet-Pierson, in 1901, werd generaal Kool minister van Oorlog. Hij slaagde er toen in korte tijd in alsnog de plannen voor legerhervorming door het parlement te loodsen. Het door hem verdedigde stelsel was zelfs duurder dan het stelsel dat eerder door de Tweede Kamer was verworpen.

Onderscheidingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Generaal Kool droeg de volgende onderscheidingen:

Voorganger:
K. Eland
Minister van Oorlog
1901
Opvolger:
J.W. Bergansius