Arion (paard)
Arion of Areion is in de Griekse mythologie een goddelijk gefokt, fabelachtig snel, zwart gemaand paard. Hij redde het leven van Adrastus, koning van Argos, tijdens de oorlog van de Zeven tegen Thebe.[1]
Arion was (volgens de meeste overleveringen) de nakomeling van Poseidon en Demeter.[2] Toen de godin Demeter op zoek was naar haar dochter Persephone, werd zij achtervolgd door Poseidon. Om aan Poseidon te ontkomen, veranderde Demeter zichzelf in een merrie en verborg zich tussen de merries van Oncius, koning van Thelpusa in Arcadië. Maar Poseidon veranderde zichzelf in een hengst en paarde met Demeter, waaruit Arion voortkwam.[3] Andere verslagen hadden Arion als het nageslacht van Gaia (Aarde),[4] of van Zephyrus en een Harpy.[5]
Arion werd gegeven aan de held Herakles, die Arion bereed in de strijd tijdens zijn expeditie naar Elis, en ook tijdens zijn gevecht met Ares' zoon Cycnus/Kyknos. Later schonk Herakles Arion aan Adrastus, de koning van Argos.[6] Adastus nam Arion mee op de desastreuze expeditie van de Zeven tegen Thebe. Onderweg naar Thebe deed Arion mee aan de eerste Nemeïsche Spelen en eindigde als eerste.[7] In Thebe, toen de slag verloren was, wist Arion zijn meester Adrastus snel van het slagveld weg te lokken en redde zo zijn leven, toen alle andere leiders van de expeditie gedood waren.[8]
Bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]Arion wordt al genoemd in de Ilias van Homerus, waar hij wordt beschreven als het "snelle paard van Adrastus, dat van hemelse afkomst was."[9] Een scholiast (criticus) over deze regel van de Ilias legt uit dat Arion de nakomeling was van Poseidon, die in de gedaante van een paard, paarde met Fury bij de fontein Tilphousa in Boeotia. De scholiast vertelt verder dat Poseidon Arion gaf aan Copreus, koning van Haliartus in Boeotië, die hem op zijn beurt gaf aan Herakles, die hem gebruikte om een paardenrace te winnen tegen Ares' zoon Cycnus, bij het heiligdom van de Pagasaeïsche Apollo bij Troezen. Herakles schonk Arion vervolgens aan Adrastus, en het paard redde Adrastus' leven tijdens de oorlog van de Zeven tegen Thebe. Volgens de scholiast staat "het verhaal in de Cyclische dichters", een verwijzing misschien naar de Cyclisch Thebaid.[10] De Hesiodische Schild van Herakles heeft ook "het grote paard, zwart gemanierde Arion" als Herakles' paard tijdens het gevecht van de held met Cycnus.[11]
Een poëtisch fragment van Callimachus (derde eeuw v.Chr.) zegt: Arion, het Arcadische paard, ging niet zo tekeer bij het heiligdom van de Apesantische Zeus.[12] Apesas is een heuvel bij Nemea, en de regel verwijst misschien naar Arion die geracet werd tijdens de eerste Nemeese Spelen.[13]
Strabo, Apollodorus, Pausanias
[bewerken | brontekst bewerken]De geograaf Strabo, zegt dat toen Adrastus' strijdwagen verging (bij Thebe) hij ontsnapte op Arion.[14] De mythograaf Apollodorus (eerste of tweede eeuw), zegt dat Poseidon Arion verwekte bij de godin Demeter, toen zij "in de gelijkenis van een Fury met hem omgang had". Apollodorus zegt ook dat in de oorlog van de Zeven tegen Thebe, terwijl alle andere aanvoerders van het Argiveense leger werden gedood, alleen Adastus overleefde, "gered door zijn paard Arion".[15]
De geograaf Pausanias geeft, bij wijze van verklaring waarom men in Thelpusa in Arcadië Demeter "Fury" noemt, een vollediger verslag van de geboorte van Arion.[16] Volgens dit verslag, toen Demeter aan het zwerven was op zoek naar haar dochter Persephone (die door Hades was ontvoerd), werd Demeter achtervolgd door Poseidon, "die haar begeerde". Om aan Poseidon te ontsnappen veranderde Demeter zichzelf in een merrie, en mengde zich onder de merries van Oncius, de zoon van Apollo. Maar Poseidon, "zich realiserend dat hij te slim af was", veranderde zichzelf in een hengst en paarde met Demeter. Het was vanwege haar "wrekende woede" op Poseidon, dat Demeter de achternaam "Fury" kreeg.[17] Pausanias zegt dat, volgens de Thelpusianen, Demeter van Poseidon het paard Arion had, en een zuster wier naam zij niet "aan de niet-ingewijden bekendmaken".[18] Pausanias zegt echter verder dat volgens Antimachus, Arion "van Thelpusa" de nakomeling was van Gaia (Aarde).[19] Pausanias zegt ook dat, volgens de "legende", tijdens Herakles' expeditie tegen Elis, hij Oncus om Arion vroeg, en dat Herakles Arion bereed in de strijd toen hij Elis innam, waarna Herakles Arion aan Adrastus gaf. Pausanias zegt dat dit verklaart waarom Antimachus zei: "Adrastus was de derde heer die hem temde".[20]
Statius
[bewerken | brontekst bewerken]Arion figureert prominent in het Latijnse epos Thebaid van de Romeinse dichter Statius. Statius geeft een lange beschrijving van Arion, als het paard wordt uitgeleid om deel te nemen aan de race op de eerste Nemeïsche Spelen: Voor hen allen werd Arion geleid, opvallend door het vuur van zijn rossige manen. Neptunus was de vader van het paard, als het verhaal van onze ouderen waar is. Hij zou de eerste zijn geweest die de jonge knaap met het bit in de mond sloeg en hem op het zand van de kust in elkaar sloeg, waarbij hij de zweep spaarde; want de hartstocht van het paard om in beweging te zijn, was inderdaad niet te stillen en hij was zo veranderlijk als een winterzee. Dikwijls trok hij met de zwemmende rossen door de Ionische of Libische zee en bracht zijn vader naar elke kust. Overvleugeld, de wolken verbaasd, oost- en zuidwinden emulisch volgend. Evenmin was hij op het land, de zoon van Amphitryon Herakles door diepgewortelde weiden brengend, terwijl hij de veldslagen van Eurystheus vocht; zelfs voor hem was hij wild en onhandelbaar. Later verwaardigde hij zich door een geschenk van de goden koning Adrastus te gehoorzamen; en in de tussenliggende jaren was hij veel tammer geworden.[21]
In Staius' verslag heeft Adrastus zijn schoonzoon Polynices Arion in de race laten rijden: De voorzichtige Arion had aangevoeld dat een andere bestuurder aan de teugels stond te trekken en had in zijn onschuld de gevallen zoon van Oedipus Polynices gevreesd. Vanaf de startlijn was hij het oneens met zijn last en boos, strijdlustiger in zijn drift dan gebruikelijk. De kinderen van Inachus denken dat hij wordt aangevuurd door verlangen naar roem, maar het is de bestuurder die hij ontvlucht, de bestuurder die hij bedreigt in zijn wilde woede als hij overal op het veld om zich heen kijkt naar zijn meester Adrastus; toch is hij hen allemaal voor.[22]
Maar Apollo, die de overwinning beloofd had aan de ziener Amphiaraus, verhief een slangachtig monster uit de onderwereld op Arions pad, en toen Arion het monster zag, steigerde hij en stuurde Polynices weg, en de bestuurderloze Arion finishte als eerste, maar de overwinning ging naar Amphiaraus: "Dus in eerlijke verdeling behield het paard zijn glorie, de overwinning ging naar de ziener."[23]
Overige
[bewerken | brontekst bewerken]Volgens de Latijnse dichter Sextus Propertius uit de eerste eeuw voor Christus "sprak Arion".[24] En volgens de vierde-eeuwse dichter Quintus Smyrnaeus werd Arion verwekt door Zephyrus op een harpij.[25]
Referenties
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Arion (mythology) op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ Hard, pp. 58, 101–102, 321; Grimal, p. 52 s.v. Areion; Tripp, p. 101 s.v. Arion; Smith, s.v. Arion 2; Parada, s.v. Arion 1; Leaf, p. 496, note to Iliad 23.346
- ↑ Hard, p. 101. Gearchiveerd op 18 oktober 2021.
- ↑ Apollodorus, 3.6.8; Pausanias, 8.25.5, 8.25.7.
- ↑ Pausanias, 8.25.8–9, waarin Antimachus wordt geciteerd.
- ↑ Hard, p. 58; Quintus Smyrnaeus, Posthomerica 4.569–573. Gearchiveerd op 18 oktober 2021.
- ↑ Schol. (D) Ilias 23.346 (zie Thebaid fr. 11 West, pp. 52–55); Schild van Heracles, 120 (Most, pp. 10, 11); Pausanias 8.25.10. Vergelijk met Statius, Thebaid 6.311–314 en Quintus Smyrnaeus, Posthomerica 4.569–573, waarin staat dat Arion door de goden aan Adrastus is gegeven. Voor Arion als het paard van Adrastus zie: Homerus, Ilias 23.346–7; Antimachus (apud Pausanias, 8.25.9); Statius, Thebaid 6.314; Quintus Smyrnaeus, Posthomerica 4.569–573. Gearchiveerd op 21 juli 2021.
- ↑ Propertius, Elegieën 2.37–38; Statius, Thebaid 6.301–530 (waarin Arion wordt gereden door de schoonzoon van Adrastus Polynices, die als eerste eindigt, maar een lege wagen trekt omdat Polynices er onderweg is afgegooid). Vergelijk met Callimachus, fr. 223 Trypanis en Whitman pp. 154, 155; Apollodorus, 3.6.4, waarin eenvoudigweg staat dat "Adrastus de paardenrace won". Gearchiveerd op 23 juli 2021.
- ↑ Hard, p. 102, p. 321; Gantz, p. 517; Thebaid fr. 11 West, pp. 52–55; Hyginus, Fabulae 68A; Apollodorus, 3.6.8; Strabo, org/citations/urn:cts:greekLit:tlg0099.tlg001.perseus-eng1:9.2.11 9.2.11[dode link]; Pausanias, 8.25.8; Pancrates van Alexandrië (Page, pp. 518, 519). Gearchiveerd op 18 oktober 2021.
- ↑ Homerus, Ilias 23.346–7.
- ↑ Thebaid fr. 11 West, pp. 52–55. Gearchiveerd op 21 juli 2021.
- ↑ Schild van Herakles, 120 (Most, pp. 10, 11); West p. 53 n. 9. Gearchiveerd op 21 juli 2021.
- ↑ Callimachus fr. 223 Trypanis en Whitman pp. 154, 155.
- ↑ Vergelijk met, Propertius, Elegieën 2.34; Statius, Theabaid 6.301, 491.
- ↑ Strabo, 9.2.11.
- ↑ Apollodorus, 3.6.8.
- ↑ Frazer, commentaar op Pausanias 8.25.4 Demeter — Fury, p. 291.
- ↑ Pausanias, 8.25.4–6.
- ↑ Pausanias, 8.25.4–6. Vergelijk met Pausanias, 42.1, waarin staat dat de Phigaliërs het met de Thelpusiërs eens zijn over de paring van Poseidon en Demeter, maar zeggen dat Demeter geen paard heeft gebaard, maar "de Meesteres zoals de Arcadiërs haar noemen", d.w.z. d.w.z. Despoina.
- ↑ Pausanias, 8.25.8–9.
- ↑ Pausanias, 8.25.10.
- ↑ Statius, 6.301–315. Gearchiveerd op 21 juli 2021.
- ↑ Statius, 6.424–431. Gearchiveerd op 3 augustus 2021.
- ↑ Statius, 6.491–530. Gearchiveerd op 4 augustus 2021.
- ↑ Propertius, Elegieën xml 2.37–38[dode link].
- ↑ Quintus Smyrnaeus, Posthomerica 4.569–573. Gearchiveerd op 23 juli 2021.