Naar inhoud springen

Algemene Centrale-ABVV

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Algemene Centrale
Algemene Centrale-ABVV
Geschiedenis
Ontstaansdatum 1 januari 1921
Fusie van CBH
CFW
Vakbond SK / BVV / ABVV
Ideologie Socialisme
Structuur
Voorzitter Werner Van Heetvelde
Algemeen secretaris Geoffrey Goblet
Hoofdkantoor Hoogstraat 26-28
1000 Brussel
Land Vlag van België België
Ledenaantal 419.382 (2020)
Slogan Samen sterk
Verwante organisaties
Continentaal EFBH
IndustriAll-EVV
EFPSU
UNI-Europa
EFTAT
Internationaal IndustriALL Global Union
IUF
PSI
BWI
Media
Ledenblad AC Info
Website www.accg.be
Portaal  Portaalicoon   Economie

De Algemene Centrale[1] (AC), in het Frans La Centrale Générale (CG), is een vakcentrale die deel uitmaakt van het ABVV. Ze is de grootste arbeiderscentrale van België met 419.382 leden (2020) en meer dan 10.000 militanten. Voorzitter is Werner Van Heetvelde.

Vanaf de 19de eeuw ontstond er (ondanks het verenigingsverbod) onderlinge solidariteit onder de arbeiders en werden er kleine, veelal lokale, vakbonden opgericht.

Zij werden hierin onder andere aangemoedigd door de oprichting van de Belgische Werkliedenpartij (BWP). De kleine onafhankelijke vakbonden zagen al snel de noodzaak om zich te verenigen en te integreren in een krachtige structuur. Zo voegden ze zich eerst bij de vakbond van de bouwwerkers aan, en nadien bij die van de fabriekswerkers.

De Algemene Centrale ontstond uit de fusie van de Centrale van Bouw en Hout (opgericht op 1 januari 1920) met de Centrale der Fabriekwerkers op 1 januari 1921, onder de naam Algemene Centrale der Bouw- en Ameublementarbeiders en der Gemengde Vakken van België (ACBAGVB).[2] De oudste vakbond die op heden deel uitmaakt van de AC is het Boekdrukkersverbond van Antwerpen[3], opgericht in 1856. In de jaren 30 volgde de fusie met de vakbonden uit de glasnijverheid[4] (1929), het syndicaat van de haarkappers[5] (1930), de Waalse Centrale des Paveurs et Aides de Belgique[6] (1936).[7] In de aanvangsperiode van haar bestaan voerde de vakcentrale onder meer strijd rond de invoering en verhoging van de minimumlonen en de arbeidsduurvermindering. In 1921 werd de 'achturendag voor elkeen' gerealiseerd, met uitzondering voor de bouwvakkers die het kader van de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog een 54-urenweek opgelegd kregen (KB van 26 mei 1922). De centrale voerde omstreeks deze periode ook strijd tegen het feit dat werkgevers vanaf 1923 ook de seizoenswerkloosheid in het hoogseizoen mochten recupereren, waardoor de werkgevers de arbeiders in de bouwsector tot 10 uur per dag laten werken. In 1932 werd de intrekking hiervan gerealiseerd en gold de achturendag ook in deze sector. Tevens was de AC, nog voor de invoering van het betaald verlof in 1936, een van de eerste vakorganisaties om eigen vakantiecentra (Floreal) op te richten.[2]

Op 22 november 1940 verplichtte de Duitse bezetter de vakbonden op te gaan in een gemeenschappelijke organisatie met het Vlaams-nationalistische Arbeidsorde wat leidde tot de oprichting van de Unie van Hand- en Geestesarbeiders (UHGA). Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde de vakorganisatie zowel in de collaboratie als in het verzet slechts een beperkte rol. Zo verlieten de Waalse afdelingen reeds in de eerste helft van 1941 de UHGA en vielen ook de ledenaantallen in Vlaanderen snel terug. Voor de Antwerpse afdeling betrof het een daling van ca. 15.000 naar 100 leden. Na de bevrijding, op 30 september 1945, volgde de fusie met het Eenheidssyndicaat van Bouw, Hout en Gemengde Vakken in het kader van het fusiecongres waarbij o.a. het Belgisch Vakverbond (BVV), de Mouvement Syndical Unifié (MSU) en het Belgisch Verbond der Eenheidssyndicaten (BVES) samensmolten tot het ABVV. Op 17 mei 1945 was de vooroorlogse ACBAGVB (strekking BVV) goed was voor ruim 40.000 leden. De communistische strekking (BVSES) telde zo’n 20.000 leden en André Renard (MSU) had ca. 4.700 aanhangers. Op 1 januari 1953 sloten vervolgens de Centrale der Leder- en Vellenbewerking van België[8] en op 1 april 1954 het Belgisch Centraal Verbond voor Tabaksbewerkers[9] zich aan bij de ACBAGVB. Kort daaropvolgend, op 17 mei 1954, werd de naam van de organisatie veranderd in de huidige benaming, de Algemene Centrale (AC). Op 1 januari 1965 volgde de fusie met de Centrale der Steenbewerkers van België.[10]

Op 28 januari 1994 volgde de fusie met de Nationale Centrale der Mijnwerkers van België (NCMB).[11] Op 1 januari 1996 vond vervolgens de fusie plaats met de Vlaamse afdelingen van de Centrale der Boek- en Papiernijverheid (CBP) van Roger Sagon, de Brusselse en Waalse afdelingen van deze vakcentrale gingen op in de Bond van Bedienden, Technici en Kaderleden (BBTK). Deze opdeling had er met te maken dat de CBP in Brussel en Wallonië voornamelijk leden telde die tewerkgesteld waren als bediende in bijvoorbeeld dagbladbedrijven, terwijl deze centrale in Vlaanderen dan weer eerder arbeiders vertegenwoordigde die actief waren in bijvoorbeeld labeurdrukkerijen.[12] De CBP telde omstreeks die periode (1995) 13.643 leden.[12] Op 1 januari 2014 ten slotte volgde de fusie met de Centrale voor Textiel, Kleding en Diamant (TKD).[13][14]

Syndicalisten met de strijdvlag van de AC Oost-Vlaanderen, 2022

In 2018 bereikten de BBTK en de AC - de twee grootste centrales binnen het ABVV - een akkoord dat voor 47 sectoren het principe vastlegt van één centrale per sector. Sindsdien worden werknemers van de betrokken sectoren vertegenwoordigd door de BBTK of de AC, ongeacht hun statuut. Eén centrale per sector vereenvoudigt het sociaal overleg aanzienlijk en zorgt ervoor dat de belangen van de werknemers beter worden behartigd.

De huidige voorzitter is Werner Van Heetvelde en de algemeen-secretaris is Geoffrey Goblet.

Periode Voorzitter[2]
...
1932 - 1946 Emile Gryson
1946 - 1949 Paul Fassin
1949 - 1966 Isidore Smets
1966 - 1976 Emiel Janssens
1976 - 1980 Alfons Van Uytven
1980 - 1982 André Vanden Broucke
1982 - 1984 Jean De Nooze
1984 - 1992 Juan Fernandez
1992 - 1995 Michel Nollet
1995 - 1997 Hans Raes
1997 - 2004 Maurice Corbisier
2004 - 2014 Alain Clauwaert
2015 Paul Lootens
2015 - heden Werner Van Heetvelde
Periode Ondervoorzitter[2]
...
1951 - 1966 Emiel Janssens
1966 - 1968 Louis Plumier
1969 - 1970 Bert Truyens
1970 - 1976 Alfons Van Uytven
1976 - 1982 Jean De Nooze
Periode Algemeen-secretaris[2]
1980 - 1982 Jean De Nooze
1982 - 1984 Juan Fernandez
1984 - 1991 Henri Lorent
1992 Michel Nollet
1992 -1995 Hans Raes
1995 - 1997 Maurice Corbisier
1998 - 2000 Dan Plaum
2001 - 2004 Alain Clauwaert
2004 - 2011 Jacques Michiels
2011 - 2014 Paul Lootens
2015 Werner Van Heetvelde
2015 - 2017 Robert Vertenueil
2017 - 2020 Eric Neuprez
2020 Geoffrey Goblet

De Algemene Centrale is een Vereniging Zonder Rechtspersoonlijkheid (VVZRL).[15] De hoofdzetel is gevestigd in de Hoogstraat 26-28 te Brussel.[16]

De AC telt 15 afdelingen, waar de vakbondssecretarissen het vakbondswerk organiseren en ondersteunen. Verder groepeert de Algemene Centrale alle werknemers in een arbeidersstatuut in België, uitgezonderd de arbeiders die werkzaam zijn in de metaalindustrie (CMB), de transport (BTB), de horeca, de voedingsindustrie en -handel (HORVAL).

Jaar Ledenaantal[2]
1920 74.000
1925 80.543
1930 89.002
1935 120.065
Jaar Ledenaantal
1937 126.721
1945 93.129
1951 130.147
1955 150.391
Jaar Ledenaantal
1960 157.253
1965 174.760
1970 193.025
1975 258.680
Jaar Ledenaantal
1980 258.680
1985 246.589
1990 267.962
1995 300.003
Jaar Ledenaantal
2000 350.764
2010 376.000
2020 419.382

De verschillende niveaus binnen de AC zijn:

Statutair Congres
Het Statutaire Congres komt elke vier jaar samen en bestaat uit de syndicale afgevaardigden. De bevoegdheden zijn de politieke lijn bepalen door middel van het goedkeuren van resoluties. Daarnaast verkiest het de leden van het Federaal Bureau.
Controle Commissie
De Controle Commissie is een orgaan binnen de vakcentrale dat toezicht houdt op de boekhouding en financiën van de vakcentrale. Het is samengesteld uit 4 verkozenen door het Congres en 1 verkozene door het Federaal Bestuur.
Federaal Bestuur
Het federaal bestuur is een orgaan binnen de vakcentrale dat waakt over de naleving van de statuten en de uitvoering van de beslissingen van het Federaal Bestuur en het Congres. Het komt bijeen om de zes maanden en is samengesteld uit leden van het Federaal Secretariaat en vertegenwoordigers van de gewestelijke afdelingen.
Uitvoerend Bestuur
Het uitvoerend bestuur is een orgaan binnen de vakcentrale en komt tweewekelijks samen. Het is samengesteld uit leden van het Federaal Secretariaat en de negen verkozenen van het Federaal Bestuur. De bevoegdheden zijn de financiën, het beheer en de werking van de Gewestelijke Afdelingen.
Federaal Secretariaat
Het Federaal secretariaat is een orgaan dat het dagelijks bestuur van de vakcentrale organiseert. Het bestaat uit een voorzitter, algemeen secretaris en 8 federale secretarissen.
Gewestelijke Afdelingen
De gewestelijke afdelingen vormen de basis van de vakcentrale en organiseren dienstverlening, probleemoplossing en communicatie met de leden en syndicaal afgevaardigden.
Vakcongres
Is een orgaan binnen de vakcentrale dat elke vier jaar georganiseerd wordt voor elke belangrijke sector.
Vakcommissie
Dit orgaan binnen de vakcentrale wordt ingesteld door het Federaal Bestuur voor elke belangrijke sector. Ze komt naar noodzaak bijeen en is belast met de voorbereiding en organisatie van de vakbondswerking in de betrokken sector.
Syndicale Afvaardiging
Daarnaast zijn er militanten en delegees die verkozen zijn bij de sociale verkiezingen door de werknemers in de bedrijven. Deze verdedigen de rechten van de aangesloten leden binnen hun bedrijf volgens twee verschillende modellen:
Organogram Vakcentrales

De sectoren (met tussen haakjes het paritair comité waartoe elke sector behoord) waarin de Algemene Centrale actief is, zijn:

Internationale context

[bewerken | brontekst bewerken]

De Algemene Centrale maakt op Europees niveau deel uit van de Europese Federatie van bouwvakkers en houtbewerkers (EFBH), IndustriAll-EVV, de Europees Vakverbond voor Openbare Diensten (EPSU), UNI-Europa en de Europese Federatie voor Voeding, Landbouw en Toerisme (EFFAT).

Op internationaal niveau maakt ze deel uit van de IndustriALL Global Union, de Internationale Vakbond voor Voeding, Landbouw, Hotel, Restaurant, Catering, Tabak en Geallieerde Arbeiders (IUF), de Openbare Diensten Internationaal (PSI) en de Bouw- en Houtwerkers Internationaal (BWI).

Daarnaast maakt ook Floreal, het vakantiecentrum van het ABVV, deel uit van de Algemene Centrale.[17] Deze beschikt over vakantiecentra in Blankenberge, Nieuwpoort, La Roche-en-Ardenne, Mont-Saint-Aubert en Malmedy, en een aantal campings.

Bekende (ex-) leden

[bewerken | brontekst bewerken]
[bewerken | brontekst bewerken]