Akrisios
Akrisios / Acrisius Ἀκρίσιος | ||||
---|---|---|---|---|
Koning van Argos | ||||
Periode | Griekse oudheid | |||
Vader | Abas | |||
Moeder | Okaleia | |||
Dynastie | Abantiades | |||
Broers/zussen | Proitos, Lyrcus (halfbroer) | |||
Partner | Eurydice, Evarete | |||
Kinderen | Danaë | |||
Bron: Griekse mythologie | ||||
|
Akrisios (Oudgrieks: Ἀκρίσιος) ook wel Acrisius (Latijn) is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij was koning van Argos, een zoon van Okaleia en koning Abas, zodoende kleinzoon van Lynceus, de enige van de vijftig zonen van Aigyptos die door de Danaïden, de dochters van Danaos, in de bruidsnacht werd gespaard.
Reeds in de moederschoot vatte hij een dodelijke haat op tegen zijn tweelingbroer Proitos, die hij, toen hij aan de regering was gekomen, uit zijn rijk verdreef. Naderhand evenwel, toen Proitos met behulp van zijn schoonvader Iobates uit Lycië terugkeerde, moest hij de heerschappij met hem delen, zodat hij zelf Argos behield en Proitos Tiryns als zijn deel kreeg. Zijn dochter was Danaë. Een orakel had hem voorspeld, dat hij zou omkomen door een zoon die zij zou baren. Teneinde dit lot te ontgaan, sloot hij zijn dochter in een koperen toren op, om haar alle omgang met mannen te beletten. Zijn voorzorg was echter vergeefs. Volgens de mythe drong Zeus als een gouden regen door het dak in haar kerker, waarop zij zwanger werd en Perseus baarde. Toen het kind enige jaren oud was, hoorde de grootvader het schreeuwen: hij haalde Danaë uit haar kerker tevoorschijn, en toen deze de god als vader van het kind noemde, geloofde hij haar niet, maar liet haar met haar kind in een kist in zee werpen.
Deze dreef naar het eiland Serifos, alwaar Diktys, broer van de koning Polydektes, hen opnam en Perseus opvoedde. Na vele avonturen keerde Perseus later met Danaë naar Argos terug, om Akrisios op te zoeken. Deze echter, nog steeds vol angst voor het orakel, vluchtte naar Thessalië. Daar trof Perseus hem aan, toen de lijkspelen van de koning van Larissa, welke stad Akrisios had gesticht, werden gevierd. Hij had het ongeluk zijn discus op de voet van zijn grootvader te werpen, aan de gevolgen waarvan deze stierf.
Thematiek
[bewerken | brontekst bewerken]De thematiek van het verhaal toont een opmerkelijke overeenkomst met de levensloop van Mozes, zoals blijkt uit het Bijbelboek Exodus:
Een man uit de stam Levi trouwde met een vrouw uit diezelfde stam. Zij werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. Het was een mooi kind en ze hield het verborgen, drie maanden lang. Toen ze geen kans zag haar zoon nog langer verborgen te houden, nam ze een mand van papyrus, bestreek die met pek en teer, legde het kind erin en zette de mand tussen het riet langs de oever van de Nijl. De zuster van het kind ging een eind verderop staan, om te zien wat er met hem zou gebeuren. Even later kwam de dochter van de farao naar de Nijl om te baden, terwijl haar dienaressen langs de rivier heen en weer liepen. Zij ontdekte de mand tussen het riet en liet die door een van haar slavinnen halen. Ze maakte de mand open en zag daarin het kind. Het jongetje huilde, en vol medelijden zei ze: ‘Dat moet een Hebreeuws kind zijn.’ Toen kwam de zuster van het kind haar vragen: ‘Zal ik bij de Hebreeuwse vrouwen een voedster gaan zoeken om het kind voor u te voeden?’ ‘Ja, doe dat maar,’ antwoordde de dochter van de farao, waarop het meisje de moeder van het kind ging halen.
Ook Mozes is als jongvolwassene een ontheemde, maar hij keert zelf terug naar zijn vaderland. Waar Perseus zijn eigen opa doodde, bracht Mozes onheil over zijn pleegvader, de farao (of diens opvolger): bij de tiende van de plagen van Egypte komen alle eerstgeboren zonen om, inclusief de kroonprins. Ook zijn de beweegredenen van de personages heel verschillend: Mozes' moeder legde hem te vondeling om zijn leven te redden, terwijl Akrisios zichzelf hoopte te redden.
Stamboom
[bewerken | brontekst bewerken]- De eerste versie van dit artikel is overgenomen uit T.T. Kroon, Mythologisch Woordenboek, 's Gravenhage, 1875 en kan dus verouderd zijn.
- T.T. Kroon, art. Akrisios (Acrisius), in T.T. Kroon, Mythologisch Woordenboek, 's Gravenhage, 1875.
- ↑ Exodus 2:1-8. Gearchiveerd op 19 juli 2017.