Aethomys chrysophilus
Aethomys chrysophilus IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Aethomys chrysophilus (de Winton, 1897) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Aethomys chrysophilus op Wikispecies | |||||||||||||
|
Aethomys chrysophilus is een knaagdier uit het geslacht Aethomys dat voorkomt van Zuidoost-Kenia tot Zuid-Angola en het uiterste noordoosten van Zuid-Afrika. Het karyotype van deze soort bedraagt 2n=50; hierin verschilt hij van Aethomys ineptus (2n=44), een Zuid-Afrikaanse soort die op basis van externe morfologie niet van A. chrysophilus te onderscheiden is. De soorten verschillen echter in de vorm van het baculum en in biochemische en genetische kenmerken. A. chrysophilus leeft in gras- en struikgebieden. Soms gaat het dier gebouwen binnen.
De rugvacht is variabel van kleur, maar meestal roodbruin. De onderkant is lichtgrijs. De staart is vrij dik. De totale lengte bedraagt 21 tot 34,5 cm, de staartlengte 10 tot 19 cm en het gewicht 26 tot 125 gram. Vrouwtjes hebben 1 2=6 mammae.[2]
Er worden het hele jaar door jongen geboren in nesten van zes of minder. Het dier is 's nachts actief en kan zowel solitair als in paren of familiegroepen leven. Het graaft holen.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Apps, P. (ed.) 1997. Smithers' Mammals of Southern Africa: A Field Guide. Shrewsbury, England: Swan Hill Press, xvi 364 pp. ISBN 978-1-85310-910-2
- Musser, G.G. & Carleton, M.D. 2005. Superfamily Muroidea. Pp. 894-1531 in Wilson, D.E. & Reeder, D.M. (eds.). Mammal Species of the World: a taxonomic and geographic reference. 3rd ed. Baltimore: The Johns Hopkins University Press, 2 vols., 2142 pp. ISBN 978-0-8018-8221-0
- ↑ (en) Aethomys chrysophilus op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ De cijfers voor het =-teken slaan op het aantal paren van mammae; het cijfer erna is het totale aantal mammae. Om die reden is het nummer na het =-teken altijd twee keer zo hoog als dat ervoor. Dit is de gebruikelijke notatie in de mammalogische literatuur.