Naar inhoud springen

40e Grammy Awards

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
40e Grammy Awards (1998)
Grammy Awards
Datum 25 februari 1998
Locatie Radio City Music Hall, New York
Host Kelsey Grammer
Netwerk CBS
Vorige Grammy Awards 1997
Volgende Grammy Awards 1999
Portaal  Portaalicoon   Muziek

De 40e uitreiking van de jaarlijkse Grammy Awards vond plaats op 25 februari 1998 in Radio City Music Hall in New York. De uitreiking werd gepresenteerd door acteur Kelsey Grammer en uitgezonden door CBS.

Een opvallende winnaar was Bob Dylan, die drie keer in de prijzen viel. De meest prestigieuze Grammy voor hem, voor Album of the Year, kreeg hij voor het album Time Out of Mind. Het was pas zijn eerste Grammy in een van de hoofdcategorieën, nadat hij eerder al prijzen had gewonnen in de "mindere" categorieën beste folkplaat en beste rockuitvoering. (Weliswaar had hij in 1973 een Grammy gekregen als medewerker op het multi-artist album The Concert For Bangla Desh, maar dat betrof geen soloplaat).

Behalve de Grammy voor Album of the Year won Dylan ook de categorieën Best Rock Vocal Performance en Best Contemporary Folk Album. In de rock-categorieën ging hij de concurrentie aan met zijn eigen zoon, Jakob Dylan: die won met zijn band The Wallflowers twee Grammy's voor het nummer One Headlight.

Twee andere artiesten wonnen drie Grammy Awards. De één was Alison Krauss, die met haar bluegrass-album So Long, So Wrong drie keer won, en de tweede was R. Kelly die drie onderscheidingen kreeg voor het nummer I Believe I Can Fly.

Tien artiesten wonnen twee keer, onder wie Erykah Badu, Puff Daddy, Sarah McLachlan en Shawn Colvin. De laatste was wellicht de grootste verrassing van de avond, want zij won twee van de "Big Four" categorieën, te weten Record of the Year en Song of the Year voor Sunny Came Home. Het nummer was in de VS een grote hit geweest maar had in Europa (inclusief Nederland) helemaal niets gedaan. Vandaar dat Colvin voor het Europese publiek vrijwel onbekend was (en is) toen zij haar twee Grammy's won. Eerder, in 1992, had ze al een Grammy gewonnen voor haar debuutalbum in de folk-categorie.

Naast Dylan en Colvin was het Paula Cole die de "Big Four" volmaakte, met haar overwinning in de categorie voor Best New Artist. Zij was in zeven categorieën genomineerd (inclusief voor beste producer, pas de derde vrouw die hiervoor genomineerd was), maar ze kon alleen de prijs voor beste nieuwkomer verzilveren.

Een paar bekende namen ontvingen voor het eerst, of voor het eerst in lange tijd, een Grammy: zo won Donna Summer voor het eerst sinds 1985 in de categorie Best Dance Recording (een nieuwe categorie in 1998). Zij is de enige artiest die Grammy's heeft gewonnen in de rock-, gospel-, dance- en R&B-categorieën. James Taylor won voor het eerst in 20 jaar weer eens een Grammy met zijn album Hourglass. John Fogerty had met Creedence Clearwater Revival nog nooit een Grammy gewonnen, maar kreeg in 1998 eindelijk eentje voor Blue Moon Swamp voor beste rockalbum. En de man die de Grammy Awards jarenlang had gepresenteerd, maar er nog nooit een zélf had gewonnen, werd nu eindelijk onderscheiden: John Denver kreeg een Grammy voor beste kinderplaat. Denver maakte het zelf niet meer mee, want hij was in oktober 1997 omgekomen bij een vliegtuigongeluk.

De show, die in New York werd gehouden, was een redelijk succes. Twee keer werd het podium bestormd door een onverwachte gast: tijdens een optreden van Bob Dylan en tijdens de prijsuitreiking aan Shawn Colvin. Bij die laatste werd Shawn onderbroken door rapper Ol' Dirty Bastard van Wu-Tang Clan, die zich beklaagde dat zijn groep geen Grammy had gewonnen.[1]

Een opmerkelijk optreden was er van Aretha Franklin. Zij verving op het laatste moment de ziek geworden Luciano Pavarotti, die zou optreden ter gelegenheid van de uitreiking van een Lifetime Achievement Award aan hem. Twintig minuten voor het optreden meldde hij zich ziek, waarna Aretha - die in de zaal zat - werd gevraagd om Nessun Dorma te zingen. Ze zei 'ja' en haar optreden werd enthousiast ontvangen.[2]

Bob Dylan refereerde in zijn speech aan Buddy Holly: "Toen ik 16 of 17 was was ik bij een optreden van Buddy in Duluth. Tijdens het maken van dit album had ik het gevoel dat hij er constant bij was."[3]


  • Best R&B Vocal Performance (zangeres)
  • Best R&B Vocal Performance (zanger)
  • Best R&B Vocal Performance (duo/groep)
  • Best R&B Song
    • R. Kelly (componist) voor I Believe I Can Fly, uitvoerende: R. Kelly
  • Best R&B Album
    • "Baduizm" - Erykah Badu
  • Best Rap Solo Performance (solist)
  • Best Rap Duo/Groep Performance (duo/groep)
  • Best Rap Album
    • "No Way Out" - Puff Daddy & The Family (artiesten), Puff Daddy & Stevie J. (producers)

Traditional Pop

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Best Traditional Pop Vocal Performance
  • Best Traditional Blues Album
  • Best Contemporary Blues Album
  • Best Traditional Folk Album
    • "L'Amour ou La Folie" - BeauSoleil
  • Best Contemporary Folk Album
  • Best Polka Album
    • "Living on Polka Time" - Jimmy Sturr
  • Best Latin Pop Performance
    • "Romances" - Luis Miguel
  • Best Tropical Latin Performance
  • Best Mexican-American/Tejano Music Performance
    • "En Tus Manos" - La Mafia
  • Best Latin Rock/Alternative Music Performance
    • "Fabulosos Calavera" - Los Fabulosos Cadillacs
  • Best Reggae Album
  • Best Pop/Contemporary Gospel Album
  • Best Rock Gospel Album
    • "Welcome to the Freak Show: DC Talk Live in Concert" - dc Talk
  • Best Traditional Soul Gospel Album
    • "I Couldn't Hear Nobody Pray" - The Fairfield Four
  • Best Contemporary Soul Gospel Album
    • "Brothers" - Take 6
  • Best Southern, Country or Bluegrass Gospel Album
    • "Amazing Grace 2: A Country Salute to Gospel" - Peter York (producer/samensteller), diverse uitvoerenden
  • Best Gospel Choir or Chorus Album (koor)
    • "God's Property From Kirk Franklin's Nu Nation" - Kirk Franklin, Myron Butler & Robert Searight II (koorleiders) (uitvoerende: God's Property)

Klassieke muziek

[bewerken | brontekst bewerken]

Vetgedrukte namen ontvingen een Grammy. Overige uitvoerenden, zoals orkesten, solisten e.d., die niet in aanmerking kwamen voor een Grammy, staan in kleine letters vermeld.

  • Best Orchestral Performance
  • Best Classical Vocal Performance
  • Best Opera Recording
  • Best Choral Performance (koor)
    • "Adams: Harmonium/Rachmaninoff: The Bells" - Robert Shaw (dirigent)
    • Atlanta Symphony Orchestra & Chorus, koor & orkest
  • Best Instrumental Soloist Performance (beste instrumentale solist met orkestbegeleiding)
  • Best Instrumental Soloist Performance (beste instrumentale solist zonder orkestbegeleiding)
  • Best Small Ensemble Performance
  • Best Chamber Music Performance (kamermuziek)
  • Best Classical Contemporary Composition
  • Best Classical Album
    • "Premieres - Cello Concertos" - Yo Yo Ma (solist), David Zinman (dirigent), Steven Epstein (producer)
    • The Philadelphia Orchestra, orkest

Composing & Arranging (composities & arrangementen)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Best Instrumental Composition
  • Best Song Written Specifically for a Motion Picture or Television (beste nummer uit een tv- of filmsoundtrack)
    • "I Believe I Can Fly" - R. Kelly
  • Best Instrumental Composition Written for a Motion Picture or Television (beste compositie uit een tv- of filmsoundtrack)
  • Best Instrumental Arrangement
  • Best Instrumental Arrangement Accompanying Vocal(s) (beste instrumentale arrangement voor een nummer met zang)
    • Slide Hampton (arrangeur) voor Cotton Tail, uitvoerende: Dee Dee Bridgewater

Kinderrepertoire

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Best Musical Album for Children
    • "All Aboard!" - John Denver (artiest), Kris O'Connor & Roger Nichols (producers)
  • Best Spoken Word Album for Children
    • Winnie-the-Pooh" - Charles Kuralt (artiest), John McElroy (producer)
  • Best Recording Package (beste hoesontwerp)
    • Al Quattrocchi, Hugh Brown & Jeff Smith (ontwerpers) voor Titanic - Music as Heard on the Fateful Voyage (Diverse uitvoerenden)
  • Best Recording Package - Boxed (beste ontwerp van een box set)
    • David Gorman, Hugh Brown & Rachel Gutek (ontwerpers) voor Beg, Scream and Shout! The Big Ol' Box of '60s Soul (diverse uitvoerenden)
  • Best Album Notes (hoestekst)
    • Chuck Pirtle, Eric von Schmidt, Jeff Place, John Fahey, Jon Pankake, Kip Lornell, Luc Sante, Luis Kemnitzer, Neil V. Rosenberg & Peter Stampfel (schrijvers) voor Anthology of American Folk Music (1997 Edition Expanded) (diverse uitvoerenden)

Production & Engineering (Productie & techniek)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Best Engineered Album, Non-Classical (Beste techniek op een niet-klassiek album)
    • Frank Filipetti (technicus) voor Hourglass, uitvoerende: James Taylor
  • Best Engineered Album, Classical (Beste techniek op een klassiek album)
    • Michael J. Bishop & Jack Renner (technici) voor Copland: The Music of America (Fanfare for the Common Man, Rodeo, e.a.), uitvoerenden: Cincinnati Pops Orchestra o.l.v. Eric Kunzel
  • Producer of the Year, Non-Classical
  • Producer of the Year, Classical
    • Steven Epstein
  • Remixer of the Year

Gesproken Woord

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Best Spoken Word Album
    • "Spring" - Charles Kuralt (artiest), John McElroy (producer)
  • Best Spoken Comedy Album
  • Best Historical Album
    • "Anthology of American Folk Music - 1997 Expanded Edition" - Amy Horowitz, Jeff Place & Pete Reiniger (producers), Charlie Pilzer & David Glasser (technici)
  • Best Short Form Music Video (videoclip)
    • Got 'Till It's Gone" - Janet Jackson (artiest), Mark Romanek (regie), Aris McGarry (producer)
  • Best Long Form Music Video (lange video, b.v. documentaire, concertverslag, etc.)
    • "Jagged Little Pill - Live" - Alanis Morissette (artiest), Steve Purcell (regie), David May & Glenn Ballard (producers)