Religieus woordenboek/D
Uiterlijk
- Dansende Derwisjen*Derwisj: een islamitische geestelijke die de gelofte van armoede heeft afgelegd. De derwisjen ontstaan in de 8e eeuw nadat de islam in contact is geraakt met Perzische godsdiensten en het hindoeïsme. Zie ook Dansende Derwisjen.
- Demonologie: de christelijke studie van demonen of het geloof daarin. Demonologie speelt een grote rol in de manier waarop in de westerse samenleving naar heksen, hekserij en aanverwante zaken wordt gekeken. Demonologie vond plaats op universiteiten die ook een rol speelden bij de processen rondom hekserij. Demonologie was erg belangrijk tijdens de heksenvervolgingen, de processen treden op in gebieden waar de 'misdaden tegen de goddelijke wil' beschreven waren. In Europa was de beschrijving niet eenduidig, zo spelen in Engeland vooral de gezellen een rol, terwijl op het vasteland vooral de sabbat en de wilde orgieën werden genoemd. In verschillende periodes wordt in hetzelfde gebied vaak op een andere manier gekeken naar maleficium, terwijl in eenzelfde periode weer anders gekeken wordt naar maleficium in verschillende gebieden. Publicaties zorgden soms voor massaprocessen, voorbeelden zijn de Malleus Maleficarum, De la démonomanie des sorciers, Disquisitiones Magicarum en Witchfinder General.
- Derwisj:
- Devadasis: heilige tempelprostituees binnen het hindoeïsme. De meisjes waren gewijd aan de tempel vanaf jonge leeftijd, ze werden ze gezien als vrouwen van de godheid. Oorspronkelijk bedoeld om god te dienen, werden ze verwijderd van hun familie en ontvingen een uitstekende opleiding - bottukatal genaamd - die lange tijd kan duren. Devadasis leerden in het bijzonder de controle dans die diende als model Bharata Natyam. Er zijn verschillende soorten devadasis: Dattâ, Vikritâ, Bhrityâ, Bhâktâ (zie ook bhakti), Hritâ, Alankarâ en Gopikâ.
- Deva: een verzamelnaam voor alle goddelijke of bovennatuurlijke wezens, en wordt gebruikt in het boeddhisme en het hindoeïsme. Het woord 'deva' is gerelateerd aan het Griekse 'Theos' en het Spaanse 'Dios', maar verwijst in het Pali en Sanskriet naar alle wezens die op een hoger bestaansniveau leven dan mensen. Tot de deva's behoren dus zowel engelen als goden als God en Brahma. Soms wordt ook de term devata gebruikt.
- Dharma: de 'wezenlijke natuur van iets' of de 'natuurlijke wetmatigheid' die eraan ten grondslag ligt. Het concept komt voor bij alle religies die hun oorsprong hebben in India: de hindoereligies, het boeddhisme, jaïnisme sikhisme.
- Dharmachakra:
- Dharmawiel: een boeddhistisch symbool van dharma.
- Diana: godin uit de Romeinse mythologie. Diana heeft aspecten die in drie belangrijke groepen te onderscheiden zijn: ten eerste de jacht, de vruchtbaarheid, de geboorte en de wilde natuur (Diana Venatrix); ten tweede haar zachte kant als godin van de maan (Luna of de Griekse Selene), vaak ook voorgesteld als de licht-dragende Diana (Diana Lucifera); ten derde Trivia (Grieks: Hecate), Diana de heks, Diana Nemorensis, die wordt afgebeeld met een drievoudig lichaam.
- Disquisitiones Magicarum: geschreven door Martín Del Rio (1593). De in Antwerpen geboren Del Rio werd door Philip II benoemd tot de Raad van Brabant. In Spanje werd Del Rio lid van de jezuïtenorde. De Disquisitiones Magicarum Libri Sex (Onderzoekingen naar Magie in Zes Boeken) was (op de Malleus Mallificarum na) het meest populair, zowel bij katholieken en protestanten. Del Rio vond het ontkennen van het bestaan van hekserij een vorm van ketterij. Het werk speelde een rol bij de Heksenprocessen van Salem en wordt in verband gebracht met de grootschalige heksenvervolgingen in de Zuidelijke Nederlanden.
- Dode Zee-rollen: een collectie handschriften van meer dan 900 documenten, inclusief ruim 200 handschriften van de Hebreeuwse Bijbel, de Tenach (het Oude Testament). Ze werden ontdekt tussen 1947 en 1956 in elf grotten in de buurt van de nederzetting van Qumran, een plaats aan de noordwestkust van de Dode Zee, ongeveer 12 kilometer ten zuiden van Jericho. De handschriften zijn geschreven in de Hebreeuwse, Aramese en Griekse taal. Ze dateren uit de periode ca. 250 vóór Christus tot ca. 50 na Christus. Waarschijnlijk zijn ze rond 68 na Chr. verstopt in de grotten. In Nederland richtte A.S. van der Woude in 1961 het Qumran Instituut aan de Faculteit Godgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen op. Dit instituut heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de studie van de Dode Zee-rollen.
- Donar: Zie Thor.
- Doop: