Taxonomie en fylogenie van de orchideeënfamilie

De taxonomie en fylogenie van de orchideeënfamilie behandelt de geschiedenis en de laatste stand van zaken in de taxonomie en de fylogenie van de orchideeën.

Afbeelding uit Ernst Haeckels Kunstformen der Natur

Voor meer algemene informatie over orchideeën, zie Orchideeënfamilie.

Historie

bewerken

De taxonomie van de orchideeënfamilie is in de loop van 250 jaar geleidelijk tot stand gekomen. Enkele van de belangrijkste mijlpalen in deze periode zijn:

Huidige toestand

bewerken

De huidige taxonomie van de orchideeën is grotendeels gebaseerd op het classificatiesysteem van Robert Louis Dressler, orchideeënspecialist en assistent-curator van het Florida Museum of Natural History. Zijn oorspronkelijke classificatie, gepubliceerd in 1981 in The Orchids: Natural History and Classification, is sindsdien al wel enkele malen herzien, maar is nog steeds de meest uitgebreide indeling, en wordt breed geaccepteerd door botanici en orchideeënkwekers. Zijn indeling steunt op de morfologie van de bloem en specifiek op een aantal sleutelkenmerken, zoals de vorm en plaatsing van de helmknop en van de pollinia op het gynostemium.

Zowel de klassieke morfologische cladistiek als recent onderzoek met rbcL-nucleotidesequenties tonen aan dat de orchideeënfamilie, en de hogere clades binnen die familie, een monofyletische groep vormen. Daarbij is er een grote overeenkomst met de traditionele taxonomie, met uitzondering van de Vandoideae. Op lagere niveaus zijn er echter nog veel onduidelijkheden. Zo zijn slechts weinige van de 22 tribus volledig monofyletisch. De cladistiek en DNA-analyse geven een steviger basis, maar de classificatie van orchideeën is nog steeds een lopend verhaal. Daarbij komt nog dat er elk jaar zowat 150 nieuwe soorten en zelfs nieuwe geslachten ontdekt worden.

Indeling van de Orchidaceae

bewerken

Dressler[3] deelt de orchideeënfamilie (Orchidaceae) onder in 5 onderfamilies, 22 tribus, 70 subtribus, ongeveer 850 geslachten en ongeveer 20.000 soorten.

De volgende vijf onderfamilies worden algemeen erkend:

  • Onderfamilie Apostasioideae: een monofyletische groep met de meest primitieve orchideeën, telt 2 geslachten en 16 soorten uit Zuidwest-Azië.
  • Onderfamilie Cypripedioideae: een monofyletische groep met 5 geslachten en ongeveer 120 soorten uit Zuid- en Midden-Amerika
  • Onderfamilie Vanilloideae: de eerste 'moderne' orchideeën met 15 geslachten en 180 soorten uit tropisch en subtropisch oostelijk Noord-Amerika
  • Onderfamilie Epidendroideae: een monofyletische groep die bijna 80% van alle orchideeënsoorten omvat, waaronder ook die van de voormalige onderfamilie Vandoideae. Telt meer dan 500 geslachten en ongeveer 20.000 soorten, wereldwijd verspreid.
  • Onderfamilie Orchidoideae: de tweede grootste groep 'moderne' orchideeën, met 208 geslachten en 3.630 soorten, wereldwijd verspreid.

De Apostasioideae en de Cypripedioideae zaten vroeger verenigd in de onderfamilie Diandrae (di-anther of twee-helmknoppen), de drie andere in de Monandrae. Deze benaming wordt nog steeds frequent gebruikt.

Evolutionair gezien kan dit voorgesteld worden in een cladogram:

 
Neuwiedia griffithii

De Apostasioideae vormen een monofyletische groep met de meest primitieve orchideeën, gekenmerkt door 3 fertiele helmknoppen of twee fertiele helmknoppen en een draadvormig staminodium.

De onderfamilie omvat 2 geslachten en 16 soorten, afkomstig uit Zuidwest-Azië.

Geslachten:

De Cypripedioideae vormen een monofyletische groep van orchideeën met 2 fertiele helmknoppen, een schildvormig staminodium en een buidelvormige bloemlip.

De onderfamilie telt 3 tribus, 5 subtribus, 5 geslachten en ongeveer 120 soorten terrestrische of lithofytische planten uit de gematigde en tropische streken van Zuid- en Midden-Amerika

De stamboom van de Cypripedioideae kan als volgt worden voorgesteld[4]:

Onderfamilie Cypripedioideae

Fylogenie:



Taxonomie:


De Vanilloideae werden vroeger als een aparte familie (Vanillaceae) beschouwd. Het zij de eerste 'moderne' orchideeën met slechts één helmknop.

De onderfamilie omvat 2 tribus, 4 subtribus, 15 geslachten en ongeveer 180 soorten terrestrische planten en epiparasieten uit tropisch en subtropisch oostelijk Noord-Amerika.

De stamboom van de Vanilloideae kan als volgt worden voorgesteld[4]:

Onderfamilie Vanilloideae

Fylogenie:



Taxonomie:


De Orchidoideae zijn na de Epidendroideae de tweede grootste groep binnen de orchideeën, die ook de voormalige onderfamilie Spiranthoideae omvat. Het zijn 'moderne' orchideeën met één fertiele, rechtopstaande helmknop.

De onderfamilie omvat 2 nog niet benoemde subclades met elk 2 tribus, 21 subtribus, 208 geslachten en ongeveer 3.630 soorten terrestrische planten, wereldwijd verspreid.

De stamboom van de Orchidoideae zou er als volgt kunnen uitzien[4]:

Orchidaceae

Apostasioideae




Cypripedioideae




Vanilloideae




Orchidoideae


Orchideae



Diseae





Cranichideae



Diurideae






Epidendroideae






Subclade

bewerken
 
Codonorchis lessonii
Geslacht:
Codonorchis

De Orchideae zijn met 1.300 soorten de grootste van de vier tribus van deze onderfamilie. Ze worden ongedeeld in twee subtribus, de Orchidinae met ongeveer 370 soorten in een dertigtal geslachten, vooral te vinden op het noordelijk halfrond, Afrika en tropisch Azië; en de Habenariinae, 930 soorten in ongeveer 25 geslachten, hoofdzakelijk uit zuidelijk Afrika.

De stamboom van de Orchideae zou er als volgt kunnen uitzien[4]:

Orchidoideae

bewerken
 
Habenaria rhodocheila
Geslachten:
Androcorys  - Arnottia  - Benthamia  - Bonatea  - Brachycorythis  - Centrostigma  - Cynorkis  - Deroemeria  - Diphylax  - Diplacorchis  - Diplomeris  - Dracomonticola  - Gennaria  - Habenaria  - Hemipiliopsis  - Herminium  - Kryptostoma  - Megalorchis  - Oligophyton  - Parhabenaria  - Pecteilis  - Peristylus  - Physoceras  - Platycoryne  - Podandria  - Porolabium  - Renzorchis  - Roeperocharis  - Rolfeella  - Senghasiella  - Smithorchis  - Stenoglottis  - Thulina  - Tsaiorchis  - Tylostigma  - Veyretella
 
Orchis quadripunctata
Geslachten:
Aceratorchis  - Amerorchis  - Amitostigma  - Anacamptis  - Aorchis  - Bartholina  - Brachycorythis  - Chamorchis  - Chondradenia  - Chusua  - Comperia  - Dactylorhiza (Handekenskruid)  - Galearis  - Gymnadenia (Muggenorchis)  - Hemipilia  - Himantoglossum  - Holothrix  - Neobolusia  - Neotinea  - Neottianthe  - Ophrys (Spiegelorchis)  - Orchis  - Piperia  - Platanthera (Nachtorchis)  - Ponerorchis  - Pseudodiphryllum  - Pseudorchis  - Schizochilus  - Serapias (Tongorchis)  - Steveniella  - Symphyosepalum  - Traunsteinera

De Diseae omvatten 5 subtribus met in totaal 14 geslachten en ongeveer 400 soorten, voornamelijk uit Zuid-Afrika, het Arabisch Schiereiland, Madagaskar, India, China en Indonesië.

De stamboom van de Diseae zou er als volgt kunnen uitzien[4]:

Orchidoideae

Diseae





Orchideae


Satyriinae

Satyrium




Coryciinae s.s.

Corycium, Pterygodium




Disinae

Disa, Herschelia, Monadenia




Brownleeinae

Brownleea




Coryciinae

Disperis






Diurideae, Cranichideae



Geslachten:
Brownleea
Geslachten:
Ceratandra  - Corycium  - Disperis  - Evotella  - Pterygodium
 
Disa tripetaloides
Geslachten:
Disa  - Herschelia  - Monadenia  - Schizodium
Geslachten:
Huttonaea
 
Satyrium odorum
Geslachten:
Pachites  - Satyridium  - Satyrium

Subclade

bewerken

De voormalige onderfamilie Spiranthoideae is nu opgenomen in de Orchidoideae als de tribus Cranichideae (Dressler, 1993)[3]. Het is een polyfyletische groep met 95 geslachten en ongeveer 1100 soorten, voornamelijk uit Noord- en Zuid-Amerika en tropisch Azië. De onderstaande subtribus zijn op zich wel monofyletisch.

De stamboom van de Cranichideae zou er als volgt kunnen uitzien:

 
Ponthieva maculata
Geslachten:
Baskervilla  - Cranichis  - Exalaria  - Fuertesiella  - Nothostele  - Ponthieva  - Pseudocentrum  - Pseudocranichis  - Pterichis  - Solenocentrum
Geslacht:
Cyclopogon
Geslacht:
Galeottiella
 
Goodyera repens
Geslachten:
Aenhenrya  - Anoectochilus  - Aspidogyne  - Chamaegastrodia  - Cheirostylis  - Cystorchis  - Dicerostylis  - Danhatchia  - Dossinia  - Erythrodes  - Eucosia  - Eurycentrum  - Evrardia  - Gonatostylis  - Goodyera  - Gymnochilus  - Halleorchis  - Herpysma  - Hetaeria  - Hylophila  - Kreodanthus  - Kuhlhasseltia  - Lepidogyne  - Ligeophila  - Ludisia  - Macodes  - Meliorchis ()  - Microchilus  - Moerenhoutia  - Myrmechis  - Odontochilus  - Orchipedum  - Papuaea  - Platylepis  - Platythelys  - Pristiglottis  - Rhamphorhynchus  - Rhomboda  - Stephanothelys  - Tubilabium  - Vrydagzynea  - Zeuxine
Geslacht:
Manniella
Geslachten:
Pachyplectron
Geslachten:
Aa  - Altensteinia  - Gomphichis  - Myrosmodes  - Porphyrostachys  - Prescottia  - Stenoptera
 
Pterostylis coccina
Geslachten:
Pterostylis
 
Spiranthes ochroleuca
Geslachten:
Aracamunia  - Aulosepalum  - Beloglottis  - Brachystele  - Buchtienia  - Coccineorchis  - Cotylolabium  - Cybebus  - Cyclopogon  - Degranvillea  - Deiregyne  - Dichromanthus  - Discyphus  - Dithyridanthus  - Eltroplectris  - Eurostyles  - Funkiella  - Greenwoodia  - Hapalorchis  - Helonema  - Kionophyton  - Lankesterella  - Lyroglossa  - Mesadenella  - Mesadenus  - Microthelys  - Odontorrhynchus  - Oestlundorchis  - Pelexia  - Physogyne  - Pseudogoodyera  - Pteroglossa  - Sacoila  - Sarcoglottis  - Sauroglossum  - Schiedeella  - Skeptrostachys  - Spiranthes  - Stalkya  - Stenorrhynchos  - Stigmatosema  - Svenkoeltzia  - Thelyschista  - Veyretia  - Wallnoeferia
Geslacht:
Stenorrhynchos

Ongeveer 39 geslachten en 550 soorten, voornamelijk uit het Australaziatisch gebied, Zuid-Amerika en Nieuw-Caledonië.

De stamboom van de Diurideae zou er als volgt kunnen uitzien:[7]

Orchidoideae

Diurideae


Acianthinae


Acianthus, Stigmatodactylus





Corybas



Cyrtostylis






Acianthus



Prasophyllinae


Prasophyllum



Genoplesium




Microtis




Caladeniinae





Caladenia




Cyanicula




Elythranthera



Glossodia






Praecoxanthus




Leptoceras




Eriochilus





Adenochilus









Drakaeinae



Caleana



Paracaleana





Chiloglottis



Drakaea





Spiculea




Megastylidinae*



Thelymitrinae

Thelymitra



Calochilus




Cryptostylidinae

Cryptostylis



Coilochilus




Diuridinae

Diuris



Orthoceras







Orchideae, Diseae, Codonorchideae, Cranichideae



  • Volgens meer recentere bronnen horen de Megastylidinae thuis in de Cranichideae
Geslachten:
Acianthus  - Corybas  - Cyrtostylis  - Stigmatodactylus  - Townsonia
 
Caladenia longicauda
Geslachten:
Adenochilus  - Aporostylis  - Caladenia  - Cyanicula  - Elythranthera  - Ericksonella  - Eriochilus  - Glossodia  - Leptoceras  - Pheladenia  - Praecoxanthus
 
Bipinnula fimbriata
Geslachten:
Bipinnula  - Chloraea  - Gavilea  - Geoblasta
Geslachten:
Coilochilus  - Cryptostylis
 
Diuris carinata
Geslachten:
Diuris  - Orthoceras
 
Chiloglottis diphylla
Geslachten:
Arthrochilus  - Caleana  - Chiloglottis  - Drakaea  - Myrmechila  - Paracaleana  - Spiculaea
 
Microtis media
Geslachten:
Genoplesium  - Microtis  - Prasophyllum
Geslacht:
Rhizantella
 
Thelymitra rubra
Geslachten:
Calochilus  - Epiblema  - Thelymitra

De onderfamilie Epidendroideae is de grootste binnen de orchideeën, en omvat ongeveer de helft van alle orchideeënsoorten. De meeste Epidendroideae zijn tropische epifyten (boombewonende planten, meestal met pseudobulben), maar onder meer alle Europese soorten zijn terrestrisch en enkele zijn zelfs epiparasieten (parasieten op schimmels, waarmee ze een mycorrhiza vormen). Het zijn 'moderne' orchideeën met één fertiele helmknop, die gebogen is en een rechte hoek vormt met het gynostemium.

De onderfamilie omvat 2 nog niet benoemde subclades, de primitievere of 'lagere' en de meer geëvolueerde of 'hogere' Epidendroideae, elk met verscheidene tribus en subtribus, met in totaal ongeveer 90 tot 100 geslachten en meer dan 10.000 soorten.

'Lagere' Epidendroideae

bewerken

De samenstelling van de primitieve of 'lagere' Epidendroideae zoals hier voorgesteld op basis van DNA-onderzoek[5][8] verschilt op meerdere punten met die van Dressler (1986, 1993)[3], alhoewel de benaming meestal wel behouden is.

Zoals hier voorgesteld vormen de 'lagere' Epidendroideae een groep met 23 geslachten en ongeveer 400 soorten met een kosmopolitische verspreiding.

De stamboom van de 'Lagere' Epidendroideae zou er als volgt kunnen uitzien[4]:

'Lagere' Epidendroideae

Orchidaceae

Apostasioideae




Cypripedioideae




Vanilloideae




Orchidoideae



' Lagere' Epidendroideae

Xerorchideae

Xerorchis


Nervilieae

Nervilia




Triphoreae

Diceratostele




Triphora



Monophyllorchis





Tropidieae

Tropidia



Corymborkis




Neottieae

Palmorchis




Cephalanthera




Epipactis



Neottia






Sobralieae

Sobralia



Elleanthus




'Hogere' Epidendroideae












Stamboom van de 'Lagere' Epidendroideae
De Gastrodieae zijn in deze stamboom nog niet opgenomen, maar zouden dicht bij de Nervilieae moeten staan.

Deze tribus bevat enkel nog de geslachten van de voormalige subtribus Gastrodiinae met ongeveer 70 soorten achlorofiele, epiparasitische planten met een pantropische verspreiding.

Geslachten:
Auxopus  - Didymoplexiella  - Didymoplexis  - Gastrodia  - Neoclemensia  - Uleiorchis

Een kleine tribus met 6 geslachten en ongeveer 190 soorten, voornamelijk uit gematigde streken van het Palearctisch gebied. In tegenstelling tot de classificatie van Dressler (1993)[3] is het geslacht Palmorchis, dat vroeger op zijn eentje de tribus Palmorchideae vormde, hierbij toegevoegd[5].

 
Epipactis palustris
Geslachten:
Aphyllorchis  - Cephalanthera  - Epipactis  - Limodorum
 
Neottia ovata
Geslacht:
Neottia
Subtribus: Niet bepaald
bewerken
Geslacht:
Palmorchis
 
Epipogium aphyllum

Deze nieuw gevormde tribus omvat het geslacht Nervilia en de geslachten van het voormalige subtribus Epipogiinae, samen bijna 75 soorten.

Geslachten:
Epipogium  - Silvorchis  - Stereosandra
Geslacht:
Nervilia
 
Sobralia macrophylla

Een kleine tribus met 4 geslachten en ongeveer 235 soorten uit het Neotropisch gebied, die door Dressler (1993)[3] nog bij de Cranichideae werden gerekend.

Geslacht:
Sobralia
 
Elleanthus brasiliensis
Geslachten:
Elleanthus  - Epilyna  - Sertifera

Een kleine tribus met 4 geslachten en 28 soorten. Het geslacht Diceratostele is hieraan toegevoegd op basis van recent DNA-onderzoek.

Geslacht:
Diceratostele
 
Psilochilus modestus
Geslachten:
Monophyllorchis  - Psilochilus  - Triphora

Een kleine tribus met 2 geslachten en 35 soorten met een pantropische verspreiding.

 
Corymborkis flava
Geslachten:
Corymborkis  - Tropidia

Deze onlangs voorgestelde tribus[9] zou monotypisch zijn, dus enkel het geslacht Xerorchis met twee soorten omvatten.

Geslacht:
Xerorchis

'Hogere' Epidendroideae

bewerken

De stamboom van de 'Hogere' Epidendroideae zou er als volgt kunnen uitzien[4]:

De samenstelling van deze tribus is zeer omstreden. In de classificatie van Dressler (1993)[3] was dit een zeer grote tribus, met 6 subtribus, 30 geslachten en ongeveer 500 soorten. Recent DNA-onderzoek toonde echter aan dat deze groep niet monofyletisch was,[10] waarna een nieuwe classificatie werd voorgesteld met slechts twee subtribus en 26 geslachten, maar bijna 700 soorten[5][8]

De stamboom van de Arethuseae zou er als volgt kunnen uitzien:

 
Arethusa bulbosa
Geslachten:
Anthogonium  - Arethusa  - Arundina  - Calopogon  - Eleorchis
 
Bletilla ochracea
Geslachten:
Aglossorhyncha  - Bletilla  - Bracisepalum  - Bulleya  - Chelonistele  - Coelogyne  - Dendrochilum  - Dickasonia  - Dilochia  - Entomophobia  - Geesinkorchis  - Glomera  - Gynoglottis  - Ischnogyne  - Nabaluia  - Neogyna  - Otochilus  - Panisea  - Pholidota  - Pleione  - Thunia
 
Calypso bulbosa

Ook deze tribus is zeer omstreden. In de classificatie van Dressler (1993) was dit een beperkte tribus met slechts vier geslachten. In de meest recente classificatie is dit opgelopen tot 12 of 13 geslachten en 70 soorten[5][8]

Geslachten:
Aplectrum  - Calypso  - Changnienia  - Corallorhiza  - Cremastra  - Dactylostalix  - (Didiciea)  - Ephippianthus  - Govenia  - Oreorchis  - Tipularia  - Yoania  - Wullschlaegelia

De tribus Cymbidieae zoals gedefinieerd Dressler (1993)[3] was parafyletisch ten opzichte van de Maxillarieae, daarom werd deze door Cameron et. al (1999)[4] uitgebreid met de subtribus van deze laatste. De voormalige subtribus Cyrtopodiinae is om dezelfde reden opgesplitst in drie aparte subtribus, Bromheadiinae, Cymbidiinae en Eulophinae. De voormalige subtribus Cryptarrhenianae en Lycastinae zijn in de Maxillariinae opgenomen, en de Ornithocephalinae, Pachyphyllinae en Telipogoninae in subtribus Oncidiinae.

Dat alles maakt de Cymbidieae een van de grootste tribus, met ongeveer 200 geslachten en meer dan 3.800 soorten.

De stamboom van de Cymbidieae zou er als volgt kunnen uitzien[4]:

Epidendroideae


Arethuseae, Epidendreae, Podochileae, Malaxideae, Dendrobieae




Calypsoeae, Epidendreae




Vandeae, Epidendreae



Cymbidieae






Cymbidieae










Maxillariinae



Bifrenaria



Cryptocentrum




Neomoorea




Xylobium



Lycaste







Coeliopsidinae

Lycomormium






Stanhopeinae


Acineta



Kegeliella




Coryanthes




Houlletia




Stanhopea



Zygopetalinae

Zygopetalum










Eriopsidiinae

Eriopsis






Zygopetalinae


Cryptarrhena



Dichaea



Huntleya




Koellensteinia






Stellilabium




Oncidiinae

Oncidium






Cyrtopodium




Ansellia




Catasetinae



Dressleria



Mormodes




Catasetum




Galeandra



Eulophiinae

Eulophia






Cymbidiinae

Cymbidium



Grammatophyllum





Geslacht:
Bromheadia
 
Catasetum fimbriatum

Een subtribus met 8 geslachten en ongeveer 460 soorten, waartoe volgens Chase et al. ook de geslachten van de subtribus Cyrtopodiinae horen[5].

Geslachten:
Catasetum  - Clowesia  - Cycnoches  - Cyrtopodium  - Dressleria  - Galeandra  - Grobya  - Mormodes
 
Peristeria elata
Geslachten:
Coeliopsis  - Lycomormium  - Peristeria
 
Cymbidium iridioides
Geslachten:
Cymbidium  - Grammatophyllum  - Graphorkis  - Porphyroglottis
 
Eulophia alta
Geslachten:
Acriopsis  - Acrolophia  - Ansellia  - Cymbidiella  - Cyanaeorchis  - Dipodium  - Eulophia  - Eulophiella  - Geodorum  - Grammangis  - Oeceoclades  - Thecopus  - Thecostele
Geslacht:
Eriopsis
 
Maxillaria violaceopunctata
Geslachten:
Anguloa  - Bifrenaria  - Chrysocycnis  - Cryptocentrum  - Cyrtidium  - Lycaste  - Maxillaria  - Mormolyca  - Neomoorea  - Pityphyllum  - Rudolfiella  - Scuticaria  - Sepalosaccus  - Teuscheria  - Trigonidium  - Xylobium
 
Ada keiliana
 
Oncidium batemaninanum
 
Ticoglossum krameri

De grootse subtribus met bijna 1.000 soorten in een 70-tal geslachten, afkomstige uit het Neotropisch gebied (Zuid- en Midden-Amerika, de Caraïben en Florida). Voornamelijk epifyten, slechts enkele soorten zijn terrestrisch.

Geslachten:
Ada  - Amparoa  - Antillanorchis  - Aspasia  - Brachtia  - Brassia  - Caluera  - Capanemia  - Caucaea  - Centroglossa  - Chytroglossa  - Cischweinfia  - Cochlioda  - Comparettia  - Cuitlauzina  - Cypholoron  - Cyrtochiloides  - Cyrtochilum  - Darwiniella  - Diadenium  - Dignathe  - Dipterostele  - Dunstervillea  - Eloyella  - Erycina  - Fernandezia  - Gomesa  - Goniochilus  - Hintonella  - Hofmeisterella  - Hybochilus  - Ionopsis  - Leochilus  - Lockhartia  - Macradenia  - Macroclinium  - Mesospinidium  - Miltonia  - Miltoniopsis  - Neokoehleria  - Notylia  - Odontoglossum  - Oncidium  - Ornithocephalus  - Osmoglossum  - Otoglossum  - Pachyphyllum  - Palumbina  - Papperitzia  - Pfitzeria  - Phymatidium  - Platyrhiza  - Plectrophora  - Polumnina  - Pfitzeria  - Phymatidium  - Pityphyllum  - Platyrhiza  - Plectrophora  - Polyotidium  - Psychopsiella  - Psychopsis  - Pterostemma  - Quekettia  - Raycadenco  - Rodriguezia  - Rodrigueziella  - Rodrogueziopsis  - Rossioglossum  - Rauhiella  - Rhynchostele  - Rudolfiella  - Sanderella  - Saundersia  - Scelochiloidest  - Scelochilopsis  - Scelochilus  - Scuticaria  - Seegeriella  - Sigmatorthos  - Stellilabium  - Suarezia  - Sutrina  - Symphyglossum  - Systeloglossum  - Telipogon  - Teuscheria  - Thysanoglossa  - Ticoglossum  - Tolumnia  - Trichocentrum  - Trichoceros  - Trichopilia  - Trigonidium  - Trizeuxis
 
Stanhopea anfracta

Een subtribus met ongeveer 200 soorten, voornamelijk epifyten uit het Neotropisch gebied.

Geslachten:
Acineta  - Braemia  - Cirrhaea  - Coryanthes  - Embreea  - Gongora  - Horichia  - Houlletia  - Kegeliella  - Lacaena  - Leuckelia  - Lueddemannia  - Paphinia  - Polucycnis  - Schlimmia  - Sievekingia  - Soterosanthus  - Stanhopea  - Trevoria  - Vasqueziella

Een monotypische subtribus met slechts één geslacht en twee soorten, door Dressler aanvankelijk in de subtribus Zygopetalinae opgenomen, maar door Romero en Carnevali (1993) en door Szlachetko (1995) in een eigen subtribus geplaatst.[12]

Geslacht:
Vargasiella
 
Aganisia cyanea
 
Chaubardiella tigrina
 
Chondrorhyncha hirtzii
 
Chondroscaphe chestertonii
 
Galeottia grandiflora
 
Pescatorea ecuadorana
 
Stenia guttata

Een subtribus met 37 geslachten en ongeveer 150 soorten, en daarnaast nog tientallen hybride geslachten, traditioneel in de tribus Maxillarieae geplaatst, maar in 1999 door Cameron en later in 2005 door Chase et al. bij Cymbidieae opgenomen[4][5].

De stamboom van de Zygopetalinae zou er als volgt kunnen uitzien:

 
Warczewiczella discolor
 
Warrea warreana
Geslachten:
(Acacallis) - (Ackermania) - Aetheorhyncha - Aganisia - Batemannia - Benzingia - (Bollea) - Chaubardia - Chaubardiella - Cheiradenia - Chondrorhyncha - Chondroscaphe - Cochleanthes - (Colax) - Cryptarrhena - Daiotyla - Dichaea - Dodsonia - Echinorhyncha - Euryblema - Galeottia - Huntleya - Ixyophora - Kefersteinia - Koellensteinia - Neogardneria - Otostylis - Pabstia - Paradisanthus - Pescatorea - Promenaea - Stenia - Stenotyla - Warczewiczella - Warrea - Warreella - Warreopsis - Zygopetalum - Zygosepalum

Een tribus met onzeker statuut, die ook als subtribus van de Podochilieae worden aanschouwd. 28 Geslachten met meer dan 3.330 soorten. De tribus bevat de twee grootste orchideeëngeslachten, Dendrobium (ooit 1.200 soorten, nu 450) en Bulbophyllum.

De stamboom van de Dendrobieae zou er als volgt kunnen uitzien:

 
Bulbophyllum lobbii
Geslachten:
Acrochaene  - Bulbophyllum  - Chaseella  - Cirrhopetalum  - Codonosiphon  - Drymoda  - Epicrianthes  - Ferruminaria  - Hapalochilus  - Ione  - Mastigion  - Monomeria  - Monosepalum  - Osyricera  - Pedilochilus  - Rhytionanthos  - Saccoglossum  - Sunipia  - Synarmosepalum  - Tapeinoglossum  - Trias  - Vesicisepalum
 
Callista densiflora
 
Dendrobium anosmum

Deze vroeger zeer grote subtribus werd door Clements in 2003[14] gereduceerd tot een monofyletische groep, bestaande uit het geslacht Dendrobium met daarin enkel de Aziatische soorten van het vroegere reuze-geslacht, ongeveer 450 soorten, en een aantal geslachten daarvan afgescheiden.

Geslachten:
Anisopetala  - Aporum  - Callista  - Ceraia  - Coelandria  - Dendrobium s.s.  - Distichorchis  - Eurycaulis  - Pedilonum
 
Epigeneium triflorum

Deze subtribus werd door Clements in 2003[14] genoemd als nieuwe monofyletische groep binnen de tribus Dendrobieae. Het is nog niet duidelijk welke geslachten naast Epigeneium deze subtribus nog zal moeten bevatten.

Geslacht:
Epigeneium
 
Sayeria atroviolacea
 
Thelychiton kingianus

Eveneen door Clements in 2003[14] genoemd als nieuwe monofyletische groep binnen de tribus Dendrobieae. Clements plaatst de volgende geslachten in deze subtribus, waarvan de meeste zijn afgesplitst van Dendrobium:

De stamboom van de Grastidiinae zou er als volgt kunnen uitzien:

Geslachten:
Abaxianthus  - Australorchis  - Bouletia  - Cadetia  - Cannaeorchis  - Cepobaculum  - Ceratobium  - Davejonesia  - Dendrobates  - Dichopus  - Diplocaulobium  - Dockrillia  - Durabaculum  - Eleutheroglossum  - Eriopexis  - Euphlebium  - Exochanthus  - Flickingeria  - Grastidium  - Herpetophytum  - Inobulbum  - Kinetochilus  - Leioanthum  - Microphytanthe  - Monanthos  - Sarcocadetia  - Sayeria  - Stilbophyllum  - Tetrabaculum  - Tetrodon  - Thelychiton  - Trachyrhizum  - Tropilis  - Vappodes  - Winika

De grootste tribus van deze onderfamilie, met meer dan 8.000 soorten. Ook deze tribus is sinds Dressler (1993)[3] in samenstelling gewijzigd[5][8][10] en omvat nu enkel soorten uit het Neotropisch gebied. De positie van Chysis en Coelia, beiden in een eigen subtribus, is omstreden.

De stamboom van de Epidendreae zou er als volgt kunnen uitzien[4]:

Epidendroideae


Arethuseae



Epidendreae
Coeliinae

Coelia



Pleurothallidinae

Dilomilis




Restrepia




Pleurothallis



Masdevallia









Podochileae, Malaxideae, Dendrobieae







Calypsoeae



Epidendreae
Chysiinae

Chysis



Blettiinae

Blettia










Vandeae



Epidendreae
Laeliinae

Meiracyllium




Polystachya





Encyclia



Cattleya





Epidendrum



Arpophyllum










Cymbidieae






 
Hexalectris spicata
Geslachten:
Basiphyllaea  - Bletia  - Hexalectris
 
Chysis laevis
Geslacht:
Chysis
 
Coelia macrostachya
Geslacht:
Coelia
 
Laelia sincorana
 
Cattleya maxima

Een grote groep met bijna 1.800 soorten in 46 geslachten, voornamelijk epifyten uit het Neotropisch gebied. In deze groep worden ook veel hybride geslachten opgenomen.

Geslachten:
Acrorchis  - Alamania  - Arpophyllum  - Artorima  - Barkeria  - Brassavola  - Broughtonia  - Cattleya  - Caularthron  - Dimerandra  - Dinema  - Domingoa  - Encyclia  - Epidendrum  - Euchile  - Guarianthe  - Hagsatera  - Hexisea  - Homalopetalum  - Isabelia  - Jacquiniella  - Laelia  - Lanium  - Leptotes  - Loefgrenianthus  - Meiracyllium  - Myrmecophila  - Nageliella  - Nanodes  - Nidema  - Oerstedella  - Oestlundia  - Orleanesia  - Pinelia  - Platyglottis  - Prosthechea  - Pseudolaelia  - Psychilus  - Pygmaeorchis  - Quisqueya  - Renata  - Rhyncholaelia  - Scaphyglottis  - Schomburgkia  - Sophronitis  - Tetramicra
 
Isochilus linearis
Geslachten:
Helleriella  - Isochilus  - Ponera
 
Pleurothallis lamellaris

Een zeer grote groep met meer dan 40 geslachten en 4000 soorten afkomstig uit het Neotropisch gebied.

Geslachten:
Acianthera  - Acostaea  - Anathallis  - Andinia  - Antherion  - Barbosella  - Barbrodria  - Brachionidium  - Chamelophyton  - Condylago  - Dilomilis  - Diodonopsis  - Draconanthes  - Dracula  - Dresslerella  - Dryadella  - Echinosepala  - Frondaria  - Jostia  - Lepanthes  - Lepanthopsis  - Luerella  - Masdevallia  - Myoxanthus  - Neocogniauxia  - Octomeria  - Ophidion  - Pabstiella  - Phloeophila  - Platystele  - Pleurothallis  - Pleurothallopsis  - Porroglossum  - Restrepia  - Restrepiella  - Salpistele  - Scaphosepalum  - Specklinia  - Stelis  - Teagueia  - Tomzanonia  - Trichosalpinx  - Trisetella  - Zootrophion

Een qua samenstelling relatief stabiele tribus met 9 tot 19 geslachten en bijna 1.400 soorten waarvan een aantal ook in Europa voorkomen. De laatste jaren is er wel druk om de tribus verder op te splitsen in twee subtribus, en een aantal grote geslachten verder op te delen.[15]

De stamboom van de Malaxideae zou er als volgt kunnen uitzien:

 
Malaxis monophyllos
 
Liparis loeselii

Een grote subtribus met naargelang de auteur 7 tot 17 geslachten met bijna 1.000 soorten terrestrische varens uit het Palearctisch gebied, waarvan er 3 in België en Nederland voorkomen.

Geslachten:
Alatiliparis  - Crepidium  - Crossoglossa  - Dienia  - Disticholiparis  - Hammarbya  - Liparis  - Malaxis  - Oberonioides  - Orestias  - Pseudoliparis  - Risleya  - Saurolophorkis  - Seidenfia  - Seidenforchis  - Stichorkis  - Tamayorkis
 
Oberonia sp.

Deze subtribus omvat twee geslachten voornamelijk epifytische orchideeën uit Zuidoost-Azië en Australazië, met samen meer dan 400 soorten.

Geslachten:
Hippeophyllum  - Oberonia

Ook van deze tribus staat de inhoud nog sterk ter discussie. Deze beperkte indeling op basis van Cameron et. al (1999)[4] en van den Berg et al. (2000) gaat uit van 3 subtribus, 23 geslachten met 1.230 soorten. De tribus is ook kandidaat om samengevoegd te worden met de Dendrobieae.

De stamboom van de Podochileae zou er als volgt kunnen uitzien:

 
Eria javonica
Geslachten:
Ascidieria  - Ceratostylis  - Cryptochilus  - Epiblastus  - Eria  - Mediocalcar  - Porpax  - Pseuderia  - Sarcostoma  - Stolzia  - Trichotosia
Geslachten:
Appendicula  - Chilopogon  - Chitonochilus  - Cyphochilus  - Poaephyllum  - Podochilus
Geslachten:
Chitonanthera  - Octarrhena  - Oxyanthera  - Phreatia  - Rhynchophreatia  - Ridleyella  - Thelasis

De Vandeae zijn nauw gerelateerd aan de Cymbidieae en vormen samen een monotypische groep, voorlopig zonder naam. De relaties en samenstelling van de subtribus staat nog ter discussie. De indeling van Cameron et. al (1999)[4] en nadien Carlsward et al.[17] geeft 3 subtribus, ongeveer 120 geslachten en meer dan 2.300 soorten. Vele van deze geslachten zijn echter nog niet monofyletisch en due nog aan veranderingen onderhevig.

De stamboom van de Vandeae zou er als volgt kunnen uitzien:[4][17]

Epidendroideae

Arethuseae, Epidendreae, Podochileae, Malaxideae, Dendrobieae




Calypsoeae, Epidendreae







Vandeae



Epidendreae




Cymbidieae







Vandeae

Polystachyinae

Polystachya, Neobenthamia




Angraecinae






Aerangis, Microterangis



Eurychone







Ancistrorhynchus



Bolusiella





Microcoelia, Solenangis



Solenangis









Cyrtorchis



Rangaeris, Tridactyle, Ypsilopus




Rangaeris




Podangis






Listrostachys



Tridactyle, Ypsilopus




Tridactyle









Angraecopsis, Mystacidium, Sphyrarhynchus





Cribbia



Rhipidoglossum




Diaphananthe





Angraecum







Chamaeangis, Diaphananthe



Calyptrochilum






Angraecum




Campylocentrum



Dendrophylax





Angraecum







Beclardia






Cryptopus



Oeonia




Neobathiea




Lemurella








Aeranthes



Angraecum, Bonniera, Sobenikoffia, Oeoniella





Angraecum




Jumellea



Lemurorchis






Aeridinae


Acampe



Trichoglottis






Amesiella



Phalaenopsis





Neofinetia



Vanda







 
Polystachya maculata

Deze subtribus wordt pas recent bij de Vandeae ingedeeld, voordien maakte hij deel uit van de Epidendreae.

Geslachten:
Hederorkis  - Imerinaea  - Neobenthamia  - Polystachya
 
Aerides lawrenciae
 
Phalaenopsis hieroglyphica

De Aeridinae vormen in deze samenstelling een duidelijk monotypische groep binnen de Vandeae. Deze geslachten zijn alle afkomstig uit Azië.

Geslachten:
Abdominea  - Acampe  - Adenoncos  - Aerides  - Amesiella  - Arachnis  - Armodorum  - Ascocentrum  - Ascochilopsis  - Ascochilus  - Ascoglossum  - Biermannia  - Bogoria  - Brachypeza  - Calymmanthera  - Ceratocentron  - Ceratochilus  - Chameaeanthus  - Chiloschista  - Chroniochilus  - Cleisocentron  - Cleisomeria  - Cleisostoma  - Diplocentrum  - Diploprora  - Drayadorchis  - Drymoanthus  - Dyakia  - Eparmatostigma  - Esmeralda  - Gastrochilus  - Grosourdya  - Gunnarella  - Gunnarella  - Haraella  - Holcoglossum  - Hygrochilus  - Hymenorchis  - Lesliea  - Loxomorchis  - Luisia  - Macropodanthus  - Malleola  - Mmegalotus  - Micropera  - Microsaccus  - Microtatorchis  - Mobilabium  - Neofinetia  - Nothodoritis  - Omoea  - Ornithochilus  - Papilionathe  - Papillilabium  - Paraphalaenopsis  - Parapteroceras  - Pelatantheria  - Pennilabium  - Peristeranthus  - Phalaenopsis  - Phragmorchis  - Schoenorchis  - Sedirea  - Seidenfadenia  - Smithsonia  - Smitinandia  - Staurochilus  - Stereochilus  - Taeniophyllum  - Thrixspermum  - Trichoglottis  - Tuberolabium  - Uncifera  - Vanda  - Vandopsis  - Ventricularia  - Xenikophyton
 
Angraecum infundibulare
 
Aerangis biloba

De Angraecinae en de Aerangidinae, zoals gedefinieerd door Chase et al.[5], waren elk op zich nog steeds polyfyletisch. Samengevoegd in een uitgebreide subtribus Angraecinae, zoals voorgesteld door Carlsward et al., zijn ze echter wel monofyletisch[17]. Deze geslachten zijn voornamelijk afkomstig uit Afrika en Madagaskar.

Geslachten:
Aerangis  - Aeranthes  - Ambrella  - Ancistrorhynchus  - Angraecopsis  - Angraecum  - Beclardia  - Bolusiella  - Bonniera  - Calyptrochilum  - Campylocentrum  - Cardichilos  - Chamaeangist  - Chauliodont  - Cribbia  - Cryptopus  - Cyrtorchis  - Dendrophylax  - Diaphananthe  - Dinklageella  - Distylodont  - Eggelingia  - Eurychone  - Harrisella  - Jumellea  - Lemurella  - Lemurorchis  - Listrostachys  - Margelliantha  - Microcoelia  - Microterangis  - Mystacidium  - Neobathiea  - Oeonia  - Oeoniella  - Ossiculum  - Rhaesteria  - Rhipidoglossum  - Sobennikoffia  - Solenangis  - Sphyrarhynchus  - Summerhayesia  - Taeniorrhiza  - Triceratorhynchus  - Tridactyle  - Ypsilopus
Subtribus: Onbepaald
bewerken
Geslacht:
Christensonia

Niet toegewezen subtribus

bewerken

De volgende drie subtribus hebben nog geen juiste plaats in de Epidendroideae toegewezen gekregen.

 
Earina mucronata
Geslachten:
Adrorhizon  - Aglossorhyncha  - Agrostophyllum  - Earina  - Glossorhyncha  - Ischocentrum  - Sepalosiphont  - Sirhookera
 
Calanthe triplicata
Geslachten:
Acanthephippium  - Ancistrochilus  - Aulostylis  - Calanthe  - Cephalantheropsis  - Chrysoglossum  - Collabium  - Diglyphosa  - Eriodes  - Gastrorchis  - Hancokia  - Ipsea  - Mischobulbum  - Nephelaphyllum  - Pachystoma  - Phaius  - Plocoglottis  - Spathoglottis  - Tainia
 
Dendrobium anosmum
Geslachten:
Chaseella  - Dactylorhynchus  - Drymoda  - Genyorchis  - Jejosephia  - Monomera  - Monosepalum  - Pedilochilus  - Saccoglossum  - Sunipia  - Triast