Schelto van Heemstra (1807-1864)
Schelto baron van Heemstra (Groningen, 14 november 1807 – Maartensdijk (Utr.), 20 december 1864) was een in Groningen geboren edelman, die in Friesland bestuursfuncties bekleedde. Hij was een zoon van Willem Hendrik van Heemstra (1779-1826) en Johanna Balthazarina van Idsinga (1783-1850).
Schelto van Heemstra | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Volledige naam | Schelto baron van Heemstra | |||
Geboren | Groningen, 14 november 1807 | |||
Overleden | Maartensdijk (Utr.) | |||
Partij | liberaal (vóór 1849); 'pragmatisch' liberaal | |||
Religie | Nederlands Hervormd | |||
Titulatuur | mr. | |||
Functies | ||||
1830-1840 | Grietman van Doniawerstal | |||
1838-1844 | Lid Provinciale Staten van Friesland | |||
1840-1848 | Grietman van Oostdongeradeel | |||
1844-1849; 1849-1850; 1862-1864 |
Lid van de Tweede Kamer | |||
1848-1849 | Minister voor de Zaken van de Hervormde en andere erediensten, behalve die der Rooms-Katholieke | |||
1850-1858[1] | Commissaris des Konings in Utrecht | |||
1858-1860[2] | Commissaris des Konings in Zeeland | |||
1860-1862 | Minister van Binnenlandse Zaken | |||
feb 1861 | Kabinetsformateur | |||
|
Hij behoorde in de jaren 1840 tot de medestanders van Thorbecke en was in 1844 één der Negenmannen. Na 1848 kwam hij steeds meer in conservatief vaarwater terecht. Hij werd commissaris des Konings in Utrecht en Zeeland. Als minister werd hij na het aftreden van Jacob van Zuylen van Nijevelt in 1861 kabinetsleider in het kabinet-Van Zuylen van Nijevelt-Van Heemstra. Van 1862 tot 1864 was hij als conservatief Tweede Kamerlid.
Van Heemstra studeerde Romeins en hedendaags recht te Franeker (1824) en Groningen (1828-1830), waar hij in 1830 promoveerde op de dissertatie "Specimen juridicum inaugurale, exhibens nonnulla de alimentis praestandis."
- De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.
Voorganger: S.H. Roorda van Eysinga |
Grietman van Doniawerstal 1830-1839 |
Opvolger: J. Burmania van Andringa de Kempenaer |
Voorganger: D. de Blocq van Haersma de With |
Grietman van Oostdongeradeel 1839-1849 |
Opvolger: J. Minnema van Haersma de With |
Voorganger: L.C. Luzac |
Minister van Zaken van de Hervormde en andere Erediensten, behalve die der rooms-katholieke a.i. 1848-1849 |
Opvolger: J.Th.H. Nedermeyer ridder van Rosenthal |
Voorganger: J.G.H. van Tets van Goudriaan |
Commissaris van de Koning van Zeeland 1858-1860 |
Opvolger: W. baron/graaf van Lynden |
Voorganger: F. van de Poll |
Commissaris van de Koning van Utrecht 1850-1858 |
Opvolger: H.H. Röell |
Voorganger: J.G.H. van Tets van Goudriaan |
Minister van Binnenlandse Zaken 1860-1862 |
Opvolger: J.R. Thorbecke |
Voorganger: J.P.P. baron van Zuylen van Nijevelt |
Voorzitter van de Ministerraad 1861-1862 |
Opvolger: J.R. Thorbecke |