Geldulfus
Geldulfus (1e helft 11e eeuw) was een middeleeuws geestelijke en kerkenbouwer, die als proost aan het hoofd stond van het Sint-Servaaskapittel in Maastricht.
Biografische schets
bewerkenOver het leven van Geldulfus is weinig bekend. Jocundus, een Franse benedictijn die enkele tientallen jaren na Geldulfus' dood opdracht kreeg een nieuwe vita over het leven van Sint-Servaas te schrijven, noemt hem als proost van de Sint-Servaaskerk. Volgens Jocundus was Geldulfus degene die de kerk 'vergrootte', dus waarschijnlijk was hij niet de eerste bouwheer van de romaanse Sint-Servaaskerk, waarvoor alle eerdere bouwwerken gesloopt waren. Geldulfus voltooide dus waarschijnlijk de laat-10e of vroeg-11e-eeuwse kerk, die op 12 augustus 1039 werd ingewijd in aanwezigheid van koning Hendrik III en twaalf bisschoppen. Tijdens deze plechtigheid, waarbij Geldulfus de gastheer was, vond de elevatio van de relieken van de 6e-eeuwse Maastrichtse bisschoppen Monulfus en Gondulfus plaats. De beenderen van de heiligen werden uit het graf gelicht en in een nog bestaande laat-Romeinse sarcofaag in de crypte geplaatst. Op het vermeende graf in medio ecclesiae (in de middenas van de kerk) werd enkele decennia later de cenotaaf van Monulfus en Gondulfus opgericht. Drie dagen na de kerkwijding vond in de kerk een Festkrönung[1] plaats, een feestelijke herkroningsplechtigheid in aanwezigheid van de koning en de Lotharingse edelen.[2]
Bouw Sint-Servaaskerk
bewerkenVan de driebeukige kerk die Geldulfus bouwde (of uitbreidde), zijn alleen het middenschip bewaard, delen van de oostcrypte en kleine crypte en wellicht de onderste delen van het westwerk. Om de groeiende pelgrimsstromen naar het graf van Sint-Servaas in goede banen te leiden, liet Geldulfus of een van zijn voorgangers een transept bouwen met polygonale uiteinden, waarvan in 1981 delen werden teruggevonden onder de huidige schatkamer.[3] Waarschijnlijk bevonden zich in de omgangen van de transeptafsluitingen de toegangen tot het graf van Sint-Servaas, het middelpunt van de bedevaartkerk en het doel van menige bedevaart. De pelgrimsstroom daalde aan de ene kant af naar de oostcrypte, bereikte via een overwelfde gang de kleine crypte met de confessio, en verliet daarna het ondergrondse deel via de opgang in het andere transept.[4]. Het koor werd in de 12e eeuw vervangen door het huidige (met dwerggalerij en koortorens); de polygonale transeptarmen waren al eerder door een van zijn opvolgers, wellicht Humbertus, vervangen door een rechthoekig transept.
In 1953 zijn in de pandhof van de Sint-Servaaskerk de fundamenten van een klein zaalkerkje opgegraven. Deze kapel (wellicht een doopkapel?) dateert eveneens uit de tijd van Geldulfus.
Volgens de kunsthistoricus Aart Mekking kan uit de bouwhistorie van de kerk worden afgelezen dat de bouwheren van de Sint-Servaaskerk - waarvan Geldulfus een van de meest prominente was - op zeker moment ervoor heeft gekozen om een bepaald bouwschema te verlaten om een ander, ambitieuzer schema na te volgen. Dit ambitieuzere schema was een directe imitatie van de grote rijkskerken in het Duitse Rijnland, zoals de Dom van Spiers, de Abdij Limburg an der Hardt en de Dom van Mainz. Volgens Mekking zou de Salische keizer Koenraad II, en na hem zijn zoon Hendrik III, ermee hebben willen uitdrukken dat de Sint-Servaaskerk een rijkskerk was, die aan de Saliërs toebehoorde.[5] Hendrik III was niet alleen aanwezig bij de inwijding van de kerk in 1039, hij bezocht de kerk daarna ook nog minstens vijf maal, waarvan twee keer met Pasen, een teken van onderscheiding voor de kerk en de gastheer, proost Geldulfus.[6]
Grafkruis
bewerkenHet is niet bekend in welk jaar Geldulfus is overleden, wel dat hij begin april overleed en dat hij in de middenas van de Sint-Servaaskerk (in medio ecclesiae) werd begraven. Daar werd in 1703 zijn graf teruggevonden, toen gravers bezig waren een nieuwe grafkelder te maken voor proost Jan Adolf van Brederode Bolsward. In de stenen sarcofaag werd een loden grafkruis gevonden met opschrift: † Kal. Aprilis obiit Geldulphus humilis in XPO prepositus.[7] Het kruis werd herbegraven en in 1903 teruggevonden door de archivaris Pierre Doppler, die op grond van de achttiende-eeuwse protocoltekst een gericht onderzoek deed. Het bevindt zich sindsdien in de Schatkamer van de Sint-Servaasbasiliek. In 1988 werd het graf opnieuw geopend en door stadsarcheoloog Titus Panhuysen gedocumenteerd.[8]
Geraadpleegde literatuur, noten en verwijzingen
- (de) Deeters, J. (1970): Servatiusstift und Stadt Maastricht. Untersuchungen zu Entstehung und Verfassung, Rheinisches Archiv #73. Ludwig Rührscheid Verlag, Bonn
- (de) Diepen, H.A. (1931): Die Romanische Bauornamentik in Klosterrath: Und die Nord-Französische Bauplastische Invasion am Maas und Niederrhein im Letzten Drittel des XIIten Jahrhunderts. Martinus Nijhoff, Den Haag (tekst deels online)
- Doppler, Pierre (1936): 'Lijst der proosten van het Vrije Rijkskapittel van St. Servaas te Maastricht (800-1797)'. In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg (PSHAL), jrg. 72 (1936), pp. 141-240. LGOG, Maastricht [de hier gebruikte overdruk is genummerd pp. 1-100]
- (de) Kroos, Renate (1985): Der Schrein des heiligen Servatius in Maastricht und die vier zugehörigen Reliquiare in Brüssel. Zentralinstitut für Kunstgeschichte, München. ISBN 3422007725
- Mekking, Aart (1986): De Sint-Servaaskerk te Maastricht. Walburg Pers, Utrecht/Zutphen. ISBN 906011339X
- Panhuysen, Titus (1988): 'De archeoloog', 'De ontdekking van het graf van Humbertus', 'Het grafkruis van Humbertus/Hugo (1086)' en 'Grafmonumenten in Sint-Servaaskerk (2)'. In: De Sint Servaas (restauratie-informatie bulletin), pp. 453-458. Stichting Restauratie De Sint Servaas, Maastricht
- Panhuysen, Titus (1990): 'Bouwperiodisering van de voorlopers van de Sint-Servaaskerk'. In: De Sint Servaas (restauratie-informatie bulletin), pp. 391-394. Stichting Restauratie De Sint Servaas, Maastricht
- Panhuysen, Titus (1991): 'De Sint-Servaaskerk te Maastricht in de vroege middeleeuwen. Voorlopig eindverslag van de opgravingen door de dienst Stadsontwikkeling Maastricht in de periode 1981-1989'. In: Bulletin KNOB, nr. 90, pp.15-24 (online tekst)
- Panhuysen, Titus (1992): 'Een nieuwe bestemming voor de oostkrypte'. In: De Sint Servaas (restauratie-informatie bulletin), pp. 506-508. Stichting Restauratie De Sint Servaas, Maastricht
- Panhuysen, Titus (2016): 'De archeologie rond het Maastrichtse Vrijthof in de historie'. In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg (PSHAL). jrg. 151, pp. 9-74. LGOG, Maastricht. ISSN 0167-6652 (online tekst op academia.edu)
- Ubachs, Pierre J.H., en Ingrid M.H. Evers (2005): Historische Encyclopedie Maastricht. Walburg Pers, Zutphen / RHCL, Maastricht. ISBN 90-5730-399-X
- ↑ Zie het artikel Festkrönung op Duitstalige Wikipedia
- ↑ Kroos (1985), pp. 231, 288.
- ↑ De veelhoekige bouwresten werden aanvankelijk door stadsarcheoloog Titus Panhuysen geïnterpreteerd als een twaalfhoekige Karolingische kapel. Panhuysen (1988), p. 310.
- ↑ Panhuysen (1992), p. 506.
- ↑ Mekking (1986), pp. 21-25.
- ↑ Mekking (1986), p. 192.
- ↑ Vertaling: "Op 1 april is Geldulphus, nederig proost in Christus, overleden"
- ↑ Panhuysen (2016), p. 12.
Voorganger: Baldericus (?) |
Proost van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht Ca. 1039 - 1050 |
Opvolger: Humbertus (of Tydewinus/Dietwin?) |