Frantz Wittouck
Frantz Wittouck (Sint-Pieters-Leeuw, 30 maart 1855 - Elsene, 13 juni 1914), was een Belgisch industrieel.
Levensloop
bewerkenFrantz werd geboren in 1855 als zoon van Félix-Guillaume Wittouck en Elise Boucquéau.[1] In 1886 kocht hij met zijn broer Paul Wittouck de Suikerraffinaderij van Wanze. Hij werd er directeur (1887-1900) en voorzitter (1900-1915). In 1894 kochten hij en Paul Wittouck de suikerfabriek van Tienen, die een van de belangrijkste producenten in Europa werd.[2][3] Hij was ook bestuurder van Suikerfabrieken[4] in Breda en Bergen-op-Zoom.[5] Frantz was veruit de grootste aandeelhouder.[6]
Hij was gehuwd met Albertine Brandeis[7] (Wenen, 1871 - Brussel, 1957).
Ze woonden in "Villa les Bouleaux",[8] door de Brusselaars "Villa Wittouck"[9] genoemd, vlakbij het Vierarmenkruispunt in Tervuren, waar ze een centrum van het culturele en muzikale[10] leven in Brussel van maakten. Een keer hadden ze voor hun vrienden een kleine verrassing voorbereid: Claude Debussy zelf interpreteerde bij hen zijn meest opvallende pianowerken:[11] zijn Quatuor, les Proses lyriques en les Chansons de Bilitis.
Zie ook
bewerkenBronnen en literatuur
bewerken- Marie Thérèse Ullens de Schooten, In perspective, 1989.
Voetnoten
bewerken- ↑ Frantz Wittouck op genealogieonline.nl
- ↑ Éric Meuwissen, Richesse oblige. La Belle Époque des Grandes Fortunes, (voorwoord van Jean Stengers, Brussel, uitgever Racine, 1999, blz. 232, 240, 243, 349
- ↑ Tiense Suikerraffinaderij 1836 - 1900
- ↑ W. Heijbroek (red.), Bergen op Stoom. Productiebedrijven in de gemeente Bergen op Zoom vanaf 1800 tot 1950, Bergen op Zoom, 2009, blz. 147-155
- ↑ Marcus Wunderlee, "Famille Wittouck", in: Dictionnaire des patrons en Belgique, Brussel, 1996, blz. 670-671.
- ↑ V. Uytterbroeck (uitgever), La raffinerie tirlemontoise 1838-1988, Antwerpen/Brussel, 1988.
- ↑ Guy Coutant de Saisseval, Les Maisons impériales et royales d'Europe, 1966, blz. 543 ; Baron de Ryckman de Betz et Vicomte Fernand de Jonghe d'Ardoye, "Armorial et Biographies des chanceliers et conseillers de Brabant", Hombeek, stamboom Wittouck met vermelding huwelijk Brandeis ; graaf Stanislas Rostworoski, Éric Wittouck et son ascendance, O.G.H.B., Brussel, "fonds de Walque", referentie L25F
- ↑ Michel Verwilghen, Le mythe d'Argenteuil: demeure d'un couple royal, Bruxelles, Racine, 2006, blz. 95: "Jean Wittouck, partenaire du roi Léopold sur les links du Royal Golf Club de Ravenstein, était le fils de Frantz Wittouck, demeurant à la villa Les Bouleaux.". Ook deze herinneringen: Victor Martin-Schmets, Paul Claudel et la Belgique, 1981, p. 314. Valentine Camescasse, Souvenirs de Madame Camescasse, 1924, p. 9.
- ↑ Over deze bijnaam "Villa Wittouck": Les Cahiers historiques, Brussel, 1968, blz. 89: "Sa Majesté a été emmenée au petit jour de façon imprévue par un colonel allemand à destination, nous a-t-on dit inexactement, de la villa Wittouck à Tervueren. Nous pouvons espérer le voir le lendemain". Ook te lezen: Hendrik de Man, Le "dossier Léopold III" et autres documents sur la période de la seconde guerre mondiale, édité par Michel Brélaz, Genève, Éditions des Antipodes, 1989, blz. 100: "Arrivée aux Bouleaux (villa des Wittouck aux Quatre-Bras, près de Tervueren, résidence désignée en attendant le retour à Laeken, au début de l'après-midi. La vieille Mme Wittouck nous fait servir des sandwiches et du vin".
- ↑ Belgisch tijdschrift voor Muziekwetenschap, volume 56, 2002.
- ↑ Belgisch tijdschrift voor Muziekwetenschap, vol. 56, Société belge de musicologie, 2002 en François Lesure, Claude Debussy: biographie critique, 1994: "Par l'intermédiaire de M. Kufferath, il avait été sollicité de prêter son concours à un concert privé chez des amateurs, M. et Mme Frantz Wittouck; on y entendit son Quatuor, les Proses lyriques et les Chansons de Bilitis par Ninon"