Ehrenzeichen für deutsche Volkspflege
Ehrenzeichen für deutsche Volkspflege (Nederlands: Ereteken voor Duitse Volkshulp) werd op 1 mei 1939 door Adolf Hitler ingesteld.
Ehrenzeichen für deutsche Volkspflege | ||||
---|---|---|---|---|
De vier klassen van het ereteken
| ||||
Uitgereikt door nazi-Duitsland | ||||
Type | Ereteken | |||
Bestemd voor | Verdienste op het gebied van algemene welzijnszorg, winterhulp de verzorging van zieken en gewonden | |||
Status | In onbruik geraakt | |||
Statistieken | ||||
Instelling | 1 mei 1939 | |||
Volgorde | ||||
Volgende (hoger) | Geen | |||
Gelijkwaardig | Ereteken van het Duitse Rode Kruis | |||
Volgende (lager) | Medaille voor Duitse Volkshulp | |||
|
De onderscheiding nam de plaats in van het Ereteken van het Duitse Rode Kruis, die vanaf dat moment niet meer werd uitgereikt[1]. Het decreet werd ondertekend door Hitler, Rudolf Hess, Wilhelm Frick, Franz Seldte, Joseph Goebbels, Joachim von Ribbentrop, Wilhelm Keitel en het hoofd van de presidentiële kanselarij dr. Otto Meißner[2].
Statuten
bewerkenHet statuut van het Ereteken voor Duitse Volkshulp, die eveneens op 1 mei 1939 uitgegeven werd, bepaalden toen de verdere details van de onderscheiding met betrekking tot de onderscheiding. Zo was het geregeld:
Toekenningsvoorwaarden
bewerkenHet Ereteken voor Duitse Volkshulp werd uitgereikt ter ere van de Rijksburgers en niet-Rijksburgers die werkten op het gebied van het welzijn van mensen. De winterwelzijnsorganisatie, het zorgen voor zieke en gewonden in vrede en in oorlog. De reddingsdienst, die de zorg van het Duitse volk, en de zorg voor het Duitse volk die nationale kameraden in het buitenland hadden verdiend, toegekende[3].
De vier klassen van het Ereteken waren over het algemeen bedoeld voor de volgende Wehrmachtsrangen:[4]
- 1e Klasse: Generale (generaals);
- 2e Klasse: Oberste en Oberstleutnante (kolonels en luitenant-kolonels);
- 3e Klasse: Majore en Hauptleute (majoors en kapiteins);
- Medaille: vanaf Oberleutnant (eerste luitenant en omlaag)
Klassen
bewerkenHet Ereteken voor Duitse Volkshulp werd uitgereikt in vier klasse, hoewel er een bijzondere klasse was. Dit waren de onderstaande klasse:
De klasse in 1939
- Ereteken voor Duitse Volkshulp, 1e Klasse (vierpuntige borstster als bijzondere klasse) (Duits: Ehrenzeichen für deutsche Volkspflege I. Stufe, vierstrahliger Bruststern als Sonderstufe)[5][6]
- Ereteken voor Duitse Volkshulp, 1e Klasse (halsdecoratie) (Duits: Ehrenzeichen für deutsche Volkspflege I. Stufe)[5]
- Ereteken voor Duitse Volkshulp, 2e Klasse (steckkreuz) (Duits: Ehrenzeichen für deutsche Volkspflege II. Stufe)[5]
- Ereteken voor Duitse Volkshulp, 3e Klasse (lint) (Duits: Ehrenzeichen für deutsche Volkspflege III. Stufe)[5]
- Medaille voor Duitse Volkshulp (Duits: Medaille für deutsche Volkspflege)[5][7]
De klasse in 1942
- Ereteken voor Duitse Volkshulp, vierpuntige borstster als bijzondere klasse[8]
- Ereteken voor Duitse Volkshulp, 1e Klasse (halsdecoratie) met diamanten[8]
- Ereteken voor Duitse Volkshulp, 1e Klasse (halsdecoratie) met eikenloof[9]
- Ereteken voor Duitse Volkshulp, 2e Klasse (steckkreuz)[10]
- Ereteken voor Duitse Volkshulp, 3e Klasse (lint)[10]
- Medaille voor Duitse Volkshulp[11]
Vanaf 30 januari 1942 konden de 3e Klasse en de medaille ook met gekruiste zwaarden op het lint uitgereikt worden. Volgens het decreet van het Oberkommando des Heeres was het aanvullend dragen "met zwaarden" op de andere klasse niet toegestaan[8][12][13][5].
Vormgeving en draagwijze van het Ereteken
bewerkenAlgemene opgave
bewerkenHet ordeteken was een gelijkbenig, wit geëmailleerd, met goud omlijst Baltisch kruis, waarvan het midden het nationale embleem van het Rijk droeg[14]. De rijksadelaar was zwart geëmailleerd en hield in zijn klauwen een omgekeerde swastika omringd door een gouden eikenloofkrans. De achterkant van de 1e en 2e Klasse was wit geëmailleerd, de 3e Klasse zonder email. Het ontwerp is afkomstig van professor Richard Klein. Het lint van de medaille was rood met wit lint[15].
1e Klasse
bewerkenHet ereteken van het 1e Klasse was 52 mm groot, en werd om de nek gedragen op een 56 mm breed lint[16].
2e Klasse
bewerkenHet ereteken van het 2e Klasse was eveneens 52 mm groot, en werd als Steckkreuz zonder lint op de linkerborst gedragen[17].
3e Klasse
bewerkenHet ereteken van het 3e Klasse was 40 mm groot, en werd ook op de linkerkant van de borst gedragen op een 30 mm brede lint[18].
Medaille voor Duitse Volkshulp
bewerkenDe ronde "medaille voor Duitse Volkshulp" bestond uit verzilverd brons of zink en had een diameter van 38 mm. Op de voorzijde stond de afbeelding van het kruis van klasse 1 t/m 3 en op de achterkant het drieregelige opschrift: Medaille / voor Duitsland / Volkshulp. De medaille werd aan de linkerkant van de borst gedragen op een 30 mm breed lint[19].
Restitutieverplichting
Opmerkelijk voor het Ereteken voor Duitse Volkshulp was, dat zowel de medaille als ook de andere klasse bij een uitreiking van een hogere klasse teruggestuurd moesten worden naar de presidentiële kanselarij. Bij het overlijden van de gedecoreerde mochten de nabestaanden het ereteken of de medaille echter behouden[20].
Rode Kruis onderscheidingen
Tijdens de uitreiking van de Ereteken voor Duitse Volkshulp, moesten de eerder toegekende Eretekens van het Duitse Rode Kruis van het overeenkomstige toegekende klasse worden afgelegd.[21] De ietwat vage formulering van artikel 5 van deze statuten verbiedt niet noodzakelijkerwijs het doordragen van Rode Kruisonderscheidingen. In de praktijk vermengden Rode Kruis-onderscheidingen zich met het Ereteken voor Duitse Volkshulp, indien aan de gedecoreerde niet eerder een hogere klasse was toegekend.
Uitvoeringsverordening
bewerkenDe uitvoeringsverordening voor de verordening betrof de instelling van het Ereteken voor Duitse Volkshulp, en werd gelijktijdig met de statuten uitgevaardigd en regelt de laatste details met betrekking tot de verleningsstaffel. Aan het einde van elke maand moesten de voorstellijsten in drievoud naar de presidentiële kanselarij worden gestuurd door de instanties die bevoegd waren om voorstellen te doen, waarbij deze lijsten op jaarbasis moesten worden genummerd en alfabetisch gerangschikt[22]. Verloren gegaan eretekens of medailles werden niet vervangen; ze moesten op eigen kosten door de gedecoreerde opnieuw worden aangeschaft[23].
Eigendomscertificaat
Het voorstel voor de voordracht van het ereteken werd door de indienende instanties (zie uitvoeringsverordening) ingediend bij de staatsminister, en het hoofd van de presidentiële kanselarij. Het hoofd van de presidentiële kanselarij legde vervolgens de bijbehorende voorstellen voor aan Hitler, die er uiteindelijk over besliste[24]. Degenen die de onderscheiding of de medaille ontvingen, ontvingen vervolgens een eigendomscertificaat ondertekend door het hoofd van de presidentiële kanselarij, dr. Otto Meißner[25].
Gedecoreerden
bewerken1e Klasse (bijzondere klasse)
- Charlotte van Luxemburg
- Olga van Griekenland en Denemarken
- Maria Antonescu[8] (als enige met diamanten)
- Helena van Montenegro
1e Klasse
2e Klasse
- Gottlob Berger[30]
- Erich Koch[31]
- Franz Six[32][33]
- Franz Breithaupt[34][35][36]
- Hermann Fegelein[37]
- Otto von Oelhafen[38]
3e Klasse
Medaille voor Duitse Volkshulp
- Josef Mengele[41]
- Max de Crinis[42]
Na de Tweede Wereldoorlog
bewerkenHet ereteken is van een hakenkruis voorzien. Dat betekent dat het verzamelen, tentoonstellen en verhandelen van deze onderscheidingen in Duitsland aan strenge wettelijke regels is onderworpen. Op 26 juli 1957 vaardigde de Bondsrepubliek Duitsland een wet uit waarin het dragen van onderscheidingen met daarop hakenkruizen of de runen van de SS werd verboden[43].
Zie ook
bewerkenExterne link
bewerkenLiteratuur
bewerken- (de) Nimmergut, Jörg. Deutsche Orden und Ehrenzeichen bis 1945. Band 4. Württemberg – Deutsches Reich. Zentralstelle für wissenschaftliche Ordenskunde, München 2001, ISBN 3-00-00-1396-2.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Ehrenzeichen für deutsche Volkspflege op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Social Welfare Decoration op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- (de) Doehle, Heinrich (1945). Die Auszeichnungen des Grossdeutschen Reichs. Verlag E. O. Erdmenger & Co. K. G, Berlijn, pp. 75. ISBN 3931533433. Geraadpleegd op 28 april 2022.
- (en) Lumsden, Robin (2001). Medals and Decorations of Hitler's Germany. Airlife Publishing Ltd, Engeland, pp. 135. ISBN 978-1840371789. Geraadpleegd op 28 april 2022.
- (de) Klietmann, Kurt G. (1982). Auszeichnungen des Deutschen Reiches 1936-1945. Motorbuch Verlag Stuttgart, Stuttgart, 12, 13. ISBN 978-3879436897. Geraadpleegd op 28 april 2022.
- (en) Angolia, John R. (1978). For Führer and Fatherland; Political & Civil Awards of the Third Reich. R. James Bender Publishing, Verenigde Staten, 122, 123, 128, 130, 131, 135. ISBN 978-0912138169. Geraadpleegd op 7 augustus 2022.
- (de) Schulz, Andreas, Dieter Zinke (2008). Die Generale der Waffen-SS und der Polizei Band 3 LA-PL. Biblio Verlag, Bissendorf, p. 395. ISBN 3-7648-2375-5. Geraadpleegd op 17 januari 2024.
- (de) Schulz, Andreas, Günter Wegmann (2003). Die Generale der Waffen-SS und der Polizei Band 1 A-G. Biblio Verlag, Bissendorf, pp. 159. ISBN 3-7648-2373-9.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Verordnung über die Stiftung des Ehrenzeichens für deutsche Volkspflege, Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 26. Mai 1939. p.949. Geraadpleegd op 22 september 2022. Gearchiveerd op 27 juni 2023.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. p.952. Geraadpleegd op 11 augustus 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 1 der Satzung. p.950. Geraadpleegd op 22 september 2022.
- ↑ Klietmann 1982, p.12.
- ↑ a b c d e f Doehle 1945, p.75.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 2, Absatz 2 der Satzung. p.950. Geraadpleegd op 11 augustus 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 2 Absatz 1 der Satzung. p.950. Geraadpleegd op 11 augustus 2022.
- ↑ a b c d Angolia 1978, p.123.
- ↑ Angolia 1978, p.128.
- ↑ a b c Angolia 1978, p.130.
- ↑ Angolia 1978, p.131.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 13 vom 13. Februar 1942. p.67. Geraadpleegd op 11 augustus 2022.
- ↑ Klietmann 1982, p.13.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 3 Absatz 1 der Satzung. p.950. Geraadpleegd op 27 september 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 3 Absatz 2 der Satzung. p.950. Geraadpleegd op 27 september 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 3 Absatz 3 der Satzung. p.950. Geraadpleegd op 27 september 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 3 Absatz 4 der Satzung. p.951. Geraadpleegd op 27 september 2022. Gearchiveerd op 27 juni 2023.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 3 Absatz 5 der Satzung. p.951. Geraadpleegd op 27 september 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 3 Absatz 6 der Satzung. p.951. Geraadpleegd op 27 september 2022.
- ↑ Angolia 1978, p.135.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Artikel 5 der Satzung. p.951. Geraadpleegd op 27 september 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Durchführungsverordnung zur Verordnung über die Stiftung des Ehrenzeichens der deutschen Volkspflege, § 1 Absätze 1 bis 4 der Durchführungsverordnung. p.952. Geraadpleegd op 27 september 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 1. Mai 1939. Durchführungsverordnung zur Verordnung über die Stiftung des Ehrenzeichens der deutschen Volkspflege, § 3 der Durchführungsverordnung. p.952. Geraadpleegd op 27 september 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 26. Mai 1939, Artikel 6, Absatz 1 der Satzung. p.951. Geraadpleegd op 20 september 2022.
- ↑ (de) Wikimedia Commons: Reichsgesetzblatt Nr. 98 vom 26. Mai 1939, Artikel 6, Absatz 2 der Satzung. p.951. Geraadpleegd op 20 september 2022.
- ↑ Tixier 2019, p.SS OGRUF WOLFF.
- ↑ TRACESOFWAR: Wolff, Karl Friedrich Otto. Geraadpleegd op 30 september 2022. Gearchiveerd op 30 september 2022.
- ↑ Angolia 1978, p.122.
- ↑ Tixier 2019, p.SS OGRUF JURY.
- ↑ Tixier 2019, p.SS OGRUF BERGER.
- ↑ TRACESOFWAR: Koch, Erich. Geraadpleegd op 30 september 2022. Gearchiveerd op 8 februari 2023.
- ↑ TRACESOFWAR: Six, Franz Alfred. Geraadpleegd op 30 september 2022. Gearchiveerd op 3 december 2022.
- ↑ Tixier 2019, p.SS BRIG FHR SIX.
- ↑ TRACESOFWAR: Breithaupt, Franz. Geraadpleegd op 30 september 2022. Gearchiveerd op 5 oktober 2022.
- ↑ Tixier 2019, p.SS OGRUF BREITHAUPT.
- ↑ Schulz 2003, p.159.
- ↑ Tixier 2019, p.SS GRUF FEGELEIN.
- ↑ Schulz 2008, p.395.
- ↑ TRACESOFWAR: Bassewitz-Behr, von, Graf Georg-Henning. Geraadpleegd op 30 september 2022. Gearchiveerd op 24 maart 2023.
- ↑ Tixier 2019, p.SS GRUF BASSEWITZ-BEHR.
- ↑ TRACESOFWAR: Mengele, Josef Rudolf. Geraadpleegd op 30 september 2022. Gearchiveerd op 2 oktober 2022.
- ↑ TRACESOFWAR: Crinis, de, Maximinus Friedrich Alexander "Max". Geraadpleegd op 30 september 2022. Gearchiveerd op 30 september 2022.
- ↑ (de) Ordensjournal met afbeeldingen. Gezien op 28 april 2022.