tijdstip
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From tijd (“time”) stip (“dot”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]tijdstip n (plural tijdstippen, diminutive tijdstipje n)
From tijd (“time”) stip (“dot”).
tijdstip n (plural tijdstippen, diminutive tijdstipje n)