kruisweg

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch cruuswech, from Latin via crucis. Equivalent to kruisweg.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈkrœy̯s.ʋɛx/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: kruis‧weg

Noun

[edit]

kruisweg m (plural kruiswegen)

  1. (Christianity, historical) the Passion of Jesus
    De kruisweg van Jezus is een belangrijk verhaal in de Bijbel.The Passion of Jesus is an important story in the Bible.
    Tijdens de vastentijd herdenken veel christenen de kruisweg van Jezus.During Lent, many Christians commemorate the Passion of Jesus.
    De kruisweg herinnert gelovigen aan het lijden en offer van Christus.The Passion reminds believers of the suffering and sacrifice of Christ.
  2. (Christianity) Way of the Cross (stations depicting the Passion)
    De kerk heeft veertien stations van de kruisweg langs de muren.The church has fourteen stations of the Way of the Cross along the walls.
    De kruisweg-stations vertellen het verhaal van Jezus' laatste uren.The Way of the Cross stations tell the story of Jesus' final hours.
    Elk jaar lopen veel pelgrims de kruisweg in Jeruzalem.Every year, many pilgrims walk the Way of the Cross in Jerusalem.
  3. (Christianity) Way of the Cross (religious devotion)
    Tijdens de kruisweg mediteren gelovigen over het lijden van Jezus.During the Way of the Cross, believers meditate on the suffering of Jesus.
    De kruisweg is een diepe spirituele oefening voor veel christenen.The Way of the Cross is a profound spiritual practice for many Christians.
    Op Goede Vrijdag nemen veel kerken deel aan de kruisweg-devotie.On Good Friday, many churches partake in the Way of the Cross devotion.
  4. (dated, now rare) crossroads
    Synonym: kruising

Derived terms

[edit]