Jump to content

kostbaar

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From kost-baar, calque of German kostbar, from Middle High German kostbære.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈkɔst.baːr/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: kost‧baar

Adjective

[edit]

kostbaar (comparative kostbaarder, superlative kostbaarst)

  1. valuable, precious

Declension

[edit]
Declension of kostbaar
uninflected kostbaar
inflected kostbare
comparative kostbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial kostbaar kostbaarder het kostbaarst
het kostbaarste
indefinite m./f. sing. kostbare kostbaardere kostbaarste
n. sing. kostbaar kostbaarder kostbaarste
plural kostbare kostbaardere kostbaarste
definite kostbare kostbaardere kostbaarste
partitive kostbaars kostbaarders

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: kosbaar
  • Petjo: kosbaar