Jump to content

bemoeilijken

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From moeilijk (difficult)be- -en.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /bəˈmujləkə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: be‧moei‧lij‧ken
  • Rhymes: -ujləkən

Verb

[edit]

bemoeilijken

  1. (transitive) to make (more) difficult, to make harder, to hamper, to complicate
    Het onweer bemoeilijkte de reddingsoperatie.
    The thunderstorm made the rescue operation more difficult.

Conjugation

[edit]
Conjugation of bemoeilijken (weak, prefixed)
infinitive bemoeilijken
past singular bemoeilijkte
past participle bemoeilijkt
infinitive bemoeilijken
gerund bemoeilijken n
present tense past tense
1st person singular bemoeilijk bemoeilijkte
2nd person sing. (jij) bemoeilijkt, bemoeilijk2 bemoeilijkte
2nd person sing. (u) bemoeilijkt bemoeilijkte
2nd person sing. (gij) bemoeilijkt bemoeilijkte
3rd person singular bemoeilijkt bemoeilijkte
plural bemoeilijken bemoeilijkten
subjunctive sing.1 bemoeilijke bemoeilijkte
subjunctive plur.1 bemoeilijken bemoeilijkten
imperative sing. bemoeilijk
imperative plur.1 bemoeilijkt
participles bemoeilijkend bemoeilijkt
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Synonyms

[edit]

Antonyms

[edit]