Jump to content

aantreffend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

aantreffend

  1. present participle of aantreffen

Declension

[edit]
Declension of aantreffend
uninflected aantreffend
inflected aantreffende
positive
predicative/adverbial aantreffend
aantreffende
indefinite m./f. sing. aantreffende
n. sing. aantreffend
plural aantreffende
definite aantreffende
partitive aantreffends