aangever
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]aangever m (plural aangevers, diminutive aangevertje n, feminine aangeefster)
- informant
- De politie vertrouwde op de aangever voor cruciale informatie. ― The police relied on the informant for crucial information.
- Zonder de aangever zouden ze de crimineel nooit hebben gevangen. ― Without the informant, they would never have caught the criminal.
- De aangeefster werd beschermd om haar veiligheid te waarborgen. ― The female informant was protected to ensure her safety.
- declarant (person submitting a/the declaration)
- De aangever diende zijn documenten in bij de douane. ― The declarant submitted his documents to customs.
- Elke aangever moet zijn identiteit verifiëren voor het indienen. ― Each declarant must verify their identity before submitting.
- De aangeefster had alle vereiste formulieren klaar voor inspectie. ― The female declarant had all the required forms ready for inspection.
- one who hands something to someone, one who passes something on
- (comedy) stooge, straight man
- betrayer