Jump to content

aangeefster

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From aangeven-ster.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈaːnˌɣeːf.stər/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: aan‧geef‧ster

Noun

[edit]

aangeefster f (plural aangeefsters, diminutive aangeefstertje n, masculine aangever)

  1. female equivalent of aangever