waarnemer
Dutch
editEtymology
editPronunciation
editAudio: (file) - Hyphenation: waar‧ne‧mer
Noun
editwaarnemer m (plural waarnemers, diminutive waarnemertje n)
- observer
- De waarnemer noteerde alle details van het experiment.
- The observer noted all the details of the experiment.
- representative
- Hij is de waarnemer van onze organisatie bij de conferentie.
- He is the representative of our organization at the conference.