Dutch

edit

Etymology

edit

From vechtlust-ig.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˌvɛxtˈlʏs.təx/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: vecht‧lus‧tig

Adjective

edit

vechtlustig (comparative vechtlustiger, superlative vechtlustigst)

  1. bellicose, truculent

Declension

edit
Declension of vechtlustig
uninflected vechtlustig
inflected vechtlustige
comparative vechtlustiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial vechtlustig vechtlustiger het vechtlustigst
het vechtlustigste
indefinite m./f. sing. vechtlustige vechtlustigere vechtlustigste
n. sing. vechtlustig vechtlustiger vechtlustigste
plural vechtlustige vechtlustigere vechtlustigste
definite vechtlustige vechtlustigere vechtlustigste
partitive vechtlustigs vechtlustigers