Dutch

edit

Verb

edit

n*uken

  1. Censored spelling of neuken (fuck).
    • 2000 October 6, anja, “waar is iedereen???”, in alt.humor.dutch.terrace[1] (Usenet), retrieved 2022-07-29:
      Ik bedoelde dus dat het orgasme daar weer een vervolg op is. Anders blijf je aan het n*uken.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 2002 August 27, Hanige Martin, “[OT] een verschil tussen Belgische en Nederlandse vrouwen/mannen”, in nl.humor[2] (Usenet), retrieved 2022-07-29:
      > Er moet meer gene*kt worden.

      Je bedoelt dat er meer gen*ukt moet worden?
      > There should be more fu*king.

      You mean that there should be more f*cking?
    • 2003 November 13, marcel, “Hollanders rijden als paupers”, in be.politics[3] (Usenet), retrieved 2022-07-29:
      als de belgen zouden n*uken zoals ze autorijden, waren ze allang uitgestorven
      if the belgians would f*ck like they drive cars, they would have died out long ago

Conjugation

edit
Conjugation of n*uken (weak)
infinitive n*uken
past singular n*ukte
past participle gen*ukt
infinitive n*uken
gerund n*uken n
present tense past tense
1st person singular n*uk n*ukte
2nd person sing. (jij) n*ukt, n*uk2 n*ukte
2nd person sing. (u) n*ukt n*ukte
2nd person sing. (gij) n*ukt n*ukte
3rd person singular n*ukt n*ukte
plural n*uken n*ukten
subjunctive sing.1 n*uke n*ukte
subjunctive plur.1 n*uken n*ukten
imperative sing. n*uk
imperative plur.1 n*ukt
participles n*ukend gen*ukt
1) Archaic. 2) In case of inversion.