hoofdrolspeler
Dutch
editEtymology
editCompound of hoofdrol (“main role”) speler (“player, actor”).
Pronunciation
editNoun
edithoofdrolspeler m (plural hoofdrolspelers, diminutive hoofdrolspelertje n)
- (film, theater) lead actor, actor playing a main role
- protagonist
- Synonyms: hoofdfiguur, hoofdpersonage, hoofdpersoon, hoofdrol, protagonist