Parkeren
Parkeren is één van die sporten waarvan de erkenning als Onlympische discipline al jàren aansleept, enkel en alleen omdat geen enkele spelenorganisator in staat is om voldoende parkeerruimte te garanderen voor de auto's van de deelnemers, hun trainers, hun sponsors, hun aandeelhouders, hun staatshoofden, hun veeartsen en hun advocaten. Deze manier van "je auto kwijt kunnen" is intussen nochtans razend populair geworden, nog populairder dan carjacking, en maakt al sinds tijden deel uit van het collectief sociaal gedrag.
De eerste duidelijke vormen van parkeren[bewerken]
In tegenstelling tot wat nu vanzelfsprekend lijkt, werd het parkeren niet tegelijk met de auto uitgevonden, zoals dat wél het geval was met het stuur en de radiatordop . De allereerste chauffeurs hielden zich voornamelijk bezig met "chaufferen", wat niets anders is dan het warm houden van de auto, en dan vooral van de binnenkant. Het baasje mocht eens plotseling zin krijgen in een toertje. Baasjes met een auto waren bovendien zó zeldzaam, dat iedereen automatisch eerst ruim baan maakte uit angst voor het grommende, ploffende en ratelende voertuig, en er dan, éénmaal dat het zonder teveel bloedvergieten stilstand was gekomen, massaal ging omheen staan.
Massaproductie[bewerken]
Pas toen Adolf Ford aan het begin van de XXste eeuw overging tot massaproductie en vulgarisering van de uitvinding, werd het kwijtraken van het ding een probleem. Ford raakte zijn spullen wel aan goedgelovige kopers kwijt, maar die raakten hun kar niet meer kwijt op de plots overvol geworden straten, en in die tijd wilden zelfs geroutineerde dieven geen auto stelen! Toen kreeg een zekere Jacques Perk, dichter van beroep, een idee dat zó lumineus was, dat hij er gedurende de eerstkomende decennia zijn huis (en dat van zijn buurman) mee kon verlichten. Hij zag, als in een openbaring, waarvoor die talloze perken en parken eindelijk konden dienen. De steden zagen groen van al die nutteloze oppervlakte, en nu, eindelijk, had hij er een toepassing voor. Hij zette zijn auto voortaan uitsluitend in perken en parken, wat hem eerst de bijnaam "Perk Parkeerder"opleverde, en dan een hoop volgelingen. De briljante oplossing werd, hoe kan het anders, "parkeren" genoemd.
Groen protest[bewerken]
Deze eerste vorm van parkeren haalde nauwelijks het einde van de Eerste Wereldoorlog: doelloze suffragettes, die niks meer om handen hadden sinds de meeste geciviliseerde landen ernstig over vrouwenstemrecht begonnen na te denken[1], begonnen zich in te zetten voor het behoud van vegetatie en ander economisch verwaarloosbare levensvormen. Hun eerste campagne, die volledig gericht was op het verwijderen van auto's uit perken en parken, was even gewelddadig als succesvol. De groene zones werden autovrij gemaakt,
- eerst door struise militantes die manueel, à rato van vier amazones per auto...
JOEP! KEBOÏNG! KEBOÏNG! KLINGELINGELINGELINGELINGELINGELINGTRRR
- dan door leden van een speciaal voor de gelegenheid inderhaast opgerichte afdeling van de politie: de parkeerwacht, die, eveneens manueel...
JOEP! KEBOÏNG! KEBOÏNG! KLINGELINGELINGELINGELINGELINGELINGTRRR
- en tenslotte door tot inkeer gekomen dieven, die doorhadden dat er met gestolen auto's tóch iets te verdienen viel, en die...
(stilte, wat dacht je?)
Er was plots nood aan andere parkeerplaatsen. De naam bleef, de plaats veranderde.
Parkeervakken[bewerken]
Een eerste schuchter initiatief was het afbakenen van rechthoeken, zo gewoon op de weg zelf. Eerst in het midden van de weg, zodat de parkeervakken meteen ook als scheiding tussen rechtsrijders en linksrijders konden dienen. Toen dat teveel dodelijke uitstappen bleek te veroorzaken, werd voor de kant van de weg gekozen. In beide gevallen werden de vakken met krijt getekend, omdat ze op die manier veel gemakkelijker te hanteren waren: er konden volgens behoefte en naar believen moeiteloos parkeervakken bij- of afgedaan worden. Pas toen op de duur geen enkele bestuurder nog van huis ging zonder een flinke voorraad krijt, opteerden de gemeentelijke en stedelijke autoriteiten voor vaste, geschilderde parkeervakken, die, om de beschikbare plaats zo goed mogelijk te benutten, aan elkaar geschakeld werden.
De kunst van het inparkeren[bewerken]
De eerste versie van die aaneengeschakelde vakken was handig voor de parkeerder, maar nam te veel berijdbare oppervlakte weg: deze vakken stonden haaks, of in een hoek van tussen de 90 en de 45 graden met de rijbaan. Ten behoeve van het doorgaand verkeer werden de vakken dan maar parallel met de weg geschilderd, wat de parkeerders met een immens probleem opzadelde zodra het enige vrije vak zich bevond tussen twee bezette vakken: het zogenaamde inparkeren was ontstaan!
Inparkeren op de mannenmanier[bewerken]
Mannen hebben volgens bijna iedereen, waaronder vooral zichzelf, veel minder moeite met het inparkeren van hun auto als vrouwen. De man komt aanrijden, en stopt precies bij de auto die vóór het lege parkeervak staat. Hij draait het stuur 360 graden en rijdt langzaam achteruit. Na op die manier 45 graden gedraaid te zijn ten opzichte van het parkeervak, draait hij het stuur twee keer 360 graden om in de andere richting en laat de auto precies in het vak rollen. Dit kan soms erg lang duren omdat veel mannen nooit geleerd hebben wat 360 graden draaien inhoud, en sommigen zijn op school zelfs nooit tot 45 geraakt.
Inparkeren op de vrouwenmanier[bewerken]
Vrouwen hebben volgens bijna iedereen, waaronder vooral de mannen, veel meer moeite met het inparkeren van hun auto als mannen. Vrouwen zijn namelijk erg precies, wat ook verklaart waarom zij meestal beter in wiskunde zijn dan mannen, wie wiskunde tóch weinig boeit. Eerst kijkt de vrouw eerst in de spiegel of er geen auto aankomt. Ze wacht hierna vijf minuten tot alle auto's voorbij zijn, en begint dan haar make-up in orde te brengen. Dan rijdt ze achteruit, begint te sturen, en merkt uiteindelijk dat ze niet het vak in kan rijden omdat ze anders tegen de auto áchter het vak botst. Ze rijdt weer terug naar waar ze begonnen was, en stuurt nu éérst en trapt dán het gaspedaal iets te hard in, zodat de auto te hard naar achteren schiet en tegen de andere auto aanramt. Het autoalarm van die auto gaat af en er zit een grote deuk in haar wagentje. Ze laat het er meestal niet bij zitten en rijden nog verder achteruit zodat ze meerdere auto’s mee ramt, totdat er plaats genoeg is om de auto netjes het vak in te rijden. Nu rijdt ze een stukje rechtdoor en staat ingeparkeerd. Op dat ogenblik merkt ze dat haar favoriete klerenwinkel gesloten is, beslist de volgorde van haar inkopen te veranderen, en verlaat netjes het parkeervak.
Inparkeren op de professionele manier[bewerken]
Wie wil inparkeren op een écht professionele manier, verlaat de wagen, en nog vóór de hand van de dappere reiziger de voordeur of de bel van het gebouw dat het einddoel van de reis vormt, kan aanraken, heeft de chauffeur de wagen netjes geparkeerd, de bandenspanning gecontroleerd en de ramen gezeemd.
Parkeren in de wereldpers[bewerken]
Parkeren met handleiding[bewerken]
Omdat niet iedere bestuurder heeft leren parkeren, vindt men bijna overal in Nederland en België parkeerborden die duidelijke aanwijzingen geven omtrent de lokaal meest gewenste en tevens meest handige manier om een auto neer te poten.
Hier mag je niet parkeren. Behalve als je Balkenendeman heet.
Toekomst[bewerken]
De toekomst van het parkeren wordt al sinds jaren gedemonstreerd in Spanje, en meer bepaald in de Andalusische hoofdstad Sevilla, waar al tien jaar een pilootproject "Verticaalparkeren" loopt, en met succes. De auto's worden er, mits een kleine toeslag, door middel van een vorkheftruck gestapeld, en er op vraag van de chauffeur weer tussenuit gehaald. Hoe lastiger het karwei[2], hoe hoger de vergoeding. Dit systeem heeft de bijzonder smalle straten van het centrum al veel toegankelijker gemaakt, en wie een beetje geluk heeft, kan zijn auto kwijt vlak voor het raam van zijn appartement, en langs het raam binnenstappen. Het spreekt vanzelf dat de vorkheftrucks, die vierentwintig uur op vierentwintig in de weer zijn, momenteel tot de meest waargenomen bewegende objecten in het straatbeeld zijn.
Zie ook[bewerken]
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 12 juni 2009 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|
Notenbalk[bewerken]
- ↑ In landen waar uitsluitend ernstige mensen wonen, zoals België en Zwitserland, dacht men zó lang na, dat er intussen ook een Tweede Wereldoorlog uitbrak en verloren werd.
- ↑ Voorbeeldje: om een auto waar nog twee andere auto's bovenop staan te kunnen vrijmaken moeten eerst die twee andere verplaatst worden, wat meer kost dan wanneer de gevraagde auto bovenaan staat.