Carnaval

Uit Oncyclopedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bouncywikilogo.gif
Voor de uilskuikens die de afgelopen eeuwen onder een rots hebben gelegen zonder krant of Twitter, heeft Wikipedia ook een artikel over: Carnaval.

O wat leuk, o wat leuk is dat carnavalsgebreuk:
ik ga altijd naar het zuiden en ik neem gewoon een deuk
in die bruisende folklore, dat spontane en sonore,
met een boerenkiel, een feestneus en een preuk!

~ Een goedgemutste Drs. P over zijn favoriete feest.

Carnaval is een eeuwenoud typisch Laaglands gebruik, waarbij de alledaagse gekte en menselijke absurditeit even aan de kant gezet wordt, en de Laaglander mediteert over de donkere kanten van het leven.

Oorsprong[bewerken]

Vestimentair attribuut dat perfect de initiële soberheid van carnaval weergeeft.

Evenals de Dag van de Arbeid werd carnaval in het leven geroepen door de eerste Nederlandse paus Gregorius de Grote (Amsterdam ca. 550 na C. - Rome 666), die vond dat de middeleeuwse mens véél te lichtzinnig met het leven omging, en een jaarlijks terugkerende driedaagse periode instelde tijdens de welke de hele wereldbevolking zich sober moest gedragen, zich in donkere tinten kleden, en zich moest bezinnen over haar frivoliteiten.

Ontspoorde mensheid[bewerken]

De brave man had niet geheel ongelijk, want de Middeleeuwer was een uitbundig en kleurig persoontje, gewoon om de hele dag te zingen, te dansen, te zuipendrinken en in gekke kledij gekleed te gaan. Zelfs naar de oorlog trokken ze zo, en dat was toch hemeltergend! Misdadigers kwamen schaterlachend om op het schavot, en belastingen werden gekscherend betaald. Arme sukkels die uit hun huizen verdreven werden omdat ze de huur niet konden betalen, legden zich glimlachend te slapen in de gracht, en de pest werd op muziek onthaald.

Carnaval in de praktijk[bewerken]

Een voorbeeldige jongeman bereidt zich voor op carnaval door alvast gedeeltelijk naar de juiste tinten over te schakelen.

Gregorius vaardigde zijn beroemde bul "Cave canem sed cape carnaval"[1] uit in 602 na C., en bepaalde daarin

  • dat jaarlijks, op een door de paus-met-dienst bepaalde zondag, een driedaagse periode zou starten waarin van elke sterveling de grootste soberheid in gedrag en kledij werd verlangd, alsmede een diepe bezinning.
  • dat sterveling in kwestie zich moest kleden in een voor die periode gereserveerde dracht, waarin uitsluitend donkere, bij voorkeur zwarte, tinten voorkwamen.
  • dat er uitsluitend water mocht gedronken worden, en dat het drinken van bier alleen toegestaan zou worden in tijden van epidemie.
  • dat alle geslachtelijk verkeer uit den boze was.
  • dat op het naleven van deze regels zeer streng zou worden toegekeken.

Deze sombere periode werd algauw bekend onder de naam "carnaval", naar het laatste woord in de titel van de pauselijke bul.

Nieuwe ontsporing der mensheid[bewerken]

Deze bul werd met enig morren toch aanvaard, en gedurende eeuwen schikten de Europeanen zich naar deze norm. De 362 andere dagen van het jaar wangedroegen[2]. Tot op zekere dag...

Bronsgroen eikenhout[bewerken]

Carnaval in Limburg: Prins Kremkar I (met de groene pluimen) en zijn gevolg tijdens een incognito bezoek aan Groningen.

In 1830 werden de Lage Landen gesplitst in een Noordelijk en een Zuidelijk deel. Gesplitst? Niet helemaal... een kleine middenoostelijke provincie bood heftig weerstand, en werd onsplitsbaar verklaard. Deze fiere Laaglanders, die een eigenaardig soort Dietsch spraken, lieten zich niet doen, en als eerste teken van hun saamhorigheid lapten zij openlijk en gezamenlijk de bul van Gregorius de Grote aan hun laars, en begonnen zich tijdens het eens zo sobere carnaval nog gékker te gedragen dan anders. De tijden waren duidelijk veranderd: binnen de eeuw hadden andere Europese gebieden deze trend overgenomen. Gelukkig heeft het verschijnsel zich beperkt tot enige steden, zoals Keulen (Duitsland), Aalst (Vlaanderen) en Binche (Wallonië). Wereldreizigers beweren deze kentering ook waargenomen te hebben in het verre Rio de Janeiro (Brazilië) en het iets minder verre Cádiz (Spanje).

Kenmerken van het Limburgs carnaval[bewerken]

Het carnaval van deze weerbarstige Laaglanders onderscheidt zich door een drie dagen duren hossen op hoempamuziek, en het toekennen van graden en eretekens in een streng[3] georganiseerde Orde, waarbij ronkende titels als "Prins" en zelfs "Keizer" niet uit de lucht zijn. Hun anders al niet geheel helder (maar zeer muzikaal) taalgebruik wordt gedurende die periode met aangevuld met een indrukwekkende reeks mysterieuze woorden, die zijzelf wél schijnen te begrijpen. Of ze doen alsof: het is zeer moeilijk om inzicht te krijgen in de gemoedsbewegingen van dit zonderling volkje.

Carnaval in de wereldpers[bewerken]




Notenbalk[bewerken]

  1. Dit betekent zoveel als "Kijk uit voor de hond en doe uw jas uit", een in die tijd zeer gebruikelijke openingszin, en voor elke Europeaan onmiddellijk herkenbaar.
  2. Volgens Professor W. Druyff "...gedroegen ze zich wan...", maar dat wordt door veel van zijn eminente collega's als linguïstische fantasie aanzien. De rakker.
  3. Duidelijk een restant van het oorspronkelijk carnaval.
Gezichtshaar voor den Triomf.jpg "Hoezee, dit is een Middeleeuw!"

Altria Pendragon · Astrologie · Augustijnen · Jheronimus Bosch · Carnaval · Clovis · Complot · Draken · Jan van Eyck
El Cid · Filips de Schurk · Filips de Viezerik · Kaas · Karel de Grote · Kasteel · Merlijn · Mohammed
Monarchen uit de Monarchenfamilie der Hamburgers die niet belangrijk genoeg zijn om een eigen artikel te hebben
Salische Wet · Sint Bonifacius · Sint Gekkigheid · Sint Kerk · Sint Maarten · Sint Trappe
Sir Lancelot · Snorri Sturluson · Tempeliers · Thomas van Aquino · Tijl Uilenspiegel