Frit
“Als het fritkot staat in brand, is de oorlog weer in 't land.”
“En komen we dan op de Baraque Fraiture, staat daar niks, had ik nou zin in een bakkie petat!”
't MisverstandBewerken
"French fries", "Pommes frites", "Frieten", "Chips", "Patat"... wat we al niet hebben moeten aanhoren en aanschouwen als ondeskundige benamingen voor één der weinige zaken die nog door beide landshelften van België gedeeld worden... 't Is Frit, F - R - I - T. Akkoord, 't is een vierletterwoord, maar daar heeft alleen een handjevol Engelstaligen last van.
De eerste fritBewerken
Hoewel de meeste fritonkundigen denken dat de frit pas ontwikkeld werd na de invoering van de patat[1] in Europa, is de versnapering al véél ouder. De Zuidelijke Lage Landen hadden al veel langer een stevige fritreputatie, Maar waarvan bakten zij dan frit?
Frit van rapen en van bietenBewerken
In onze contreien worden van oudsher rapen en bieten gekweekt, al van sinds de eerste nedergezette Kelt er in slaagde om een koppel wilde rapen te temmen, en iets later ook enige bieten domesticeerde. Het vuur was óók al een tijdje in voege, alsmede olie. Plantaardige olie, wel te verstaan: de eerste petroleum-oorlog was nog veraf. Tijdens de lange wintermaanden waren rapen en bieten ongeveer het enige eten, omdat die dingen gemakkelijk bewaard konden worden. Maar tegen het einde van de winter begon de gemiddelde Oude Laaglander[2] dat eentonige voedsel beu te geraken. Niet alleen omdat er telkens hetzelfde gegeten werd, maar ook omdat ze op de duur begonnen te verschrompelen, en behoorlijk taai werden. Tot één der druïden op het idee kwam om de resterende vruchten in kleine reepjes te snijden, en ze in olie te bakken.
Dat zou misschien niets bijzonders opgeleverd hebben, ware het niet dat deze man niet meer van de jongste was, en regelmatig door zijn geheugen in de steek gelaten werd. Zo ook tijdens zijn culinair experiment: de druïde bakte de reepjes in de olie, haalde ze eruit, deed ze in een aarden kom, en werd toen aangesproken door een dorpsgenoot die advies wou over een belastingaangifte. De druïde gaf advies... en goot de gebakken reepjes weer in de kokende olie. Het resultaat was knapperig, goudgeel, kortom vorstelijk. Gelukkig hadden de dorpelingen gezien wat er gebeurd was, en legden onmiddellijk het verband. Eigenaardig genoeg is het juist deze finesse van het "twee keer inleggen", die nooit de grenzen overgeraakt is, en dus alle imitaties, na meer dan tweeduizend jaar, nog steeds belachelijk maakt.
Frit van schorseneren, en mayonaiseBewerken
Toen in de XVIde eeuw vanuit het Middellandsezeegebied voor het eerst schorseneren ingevoerd werden, zagen de fritbakkers meteen een groot voordeel in deze onsmakelijk uitziende vrucht: de vastheid van het vlees, en vooral de dimensies. Hier was minder snijwerk aan, en indien nodig konden er gemakkelijk van formaat veranderd worden. De gruwelen van de godsdienstoorlogen werden in grote mate gecompenseerd met een weelde aan fritformaten, en in die tijd hadden de uitdrukkingen "Voor mij een kleintje.", "Voor mij een middelmatig." en "Voor mij een groot." niet betrekking op de grootte van de verpakking, maar van de frit zelf. Het waren ook de Spanjaarden die de "mayonaise" of liever de "salsa mahonesa" meebrachten vanuit de havenstad Mahón op Menorca. De combinatie van beide was enorm populair. In de XVIIIde eeuw probeerden de Engelsen na hun bezetting van Menorca de ontdekking van deze saus op hun naam te schrijven, maar wij weten beter, niet?
PatattenlobbyBewerken
Nu zult u vragen, beste lezer: "Als de frit al zo oud is, hoe komt het dan dat wij daar vóór de XIXde eeuw geen documentatie over vinden?". De patattenlobby, mijn waarde, dáár zit het probleem. Alle informatie die dateert van vóór de suprematie van de patat als hoofdbestanddeel van frit, hebben zij verwijderd. De zeldzame documenten die aan deze zuivering ontsnapten, zijn veilig opgeborgen in de Grote Bibliotheek van Oncyclopedia, waarvan enkel enige hooggeplaatste Oncyclopedisten de locatie kennen. Verspreid dus deze tekst, opdat de hele wereld wete hoe oud frit eigenlijk wel is, en dat men frit niet alleen van patatten kan maken.
EtymologieBewerken
Hiep hiep hoera! Wij zijn hier in de aanwezigheid van een buitengewoon interessant geval van inverse etymologie: we hoeven niet te zoeken naar de herkomst van een woord (zó al een zware opdracht wanneer het om Keltische woordenschat gaat), omdat het woord "frit" een zuiver Keltisch basiswoord is waarvan latere begrippen zoals "frituur", "fritsteken" en het totaal fout geëvolueerde "friet" afgeleid zijn. De doorsnee etymoloog droomt van zulk een woord, en ze zijn zeldzaam!
FrituurBewerken
Frit wordt gebakken in een frituur, soms ook in een fritkot. Walen en andere Franstaligen doen dat in een friterie, en het resultaat is er dan ook naar. Zij proberen zich te verdedigen met de bewering dat het woord "friture" enkel slaat op het bakwerk, en niet op de accommodatie, maar een echte fritkundige trapt daar niet in. Anderzijds zijn zij wel creatiever met het woord "frit", en gebruiken het in de uitdrukkingen "Avoir la frite" (zich goed in zijn vel voelen) en "S'effriter" (in kleine stukjes uiteenvallen). Maar uitdrukkingen kan men niet opeten...
Zie ookBewerken
Vlaamse praat voor wie de Vlaming wil begrijpen ende verstaan | |
Aftrekker · Amai · Brol · Flandrien · Frit · Goesting · Hoe: versta je West-Vlaams? · Kiek · Kuis · Saccoche · Valling |
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 6 november 2017 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|
NotenbalkBewerken
- ↑ "Aardappel" voor fritonkundigen. Benoorden Vlaanderen heerst de zonderlinge gewoonte om hiermee ook de frit zélf aan te duiden. Dit pars pro toto wordt in het Zuiden maar matig gesmaakt.
- ↑ Vóór Caesar sprak niemand hier van Belgen, dus ook niet van Oude Belgen. Batavieren waren evenmin bekend, als volk tenminste. Het woord circuleerde, maar werd voor een verder onbekend werkwoord aanzien.