misdadiger
Uiterlijk
- mísdadiger
- Geluid: mísdadiger (hulp, bestand)
- IPA: /'mɪsdadiɣər/
- misdádiger
- Geluid: misdádiger (hulp, bestand)
- IPA: /mɪs'dadiɣər/
- mis·da·di·ger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | misdadiger | misdadigers |
verkleinwoord | misdadigertje | misdadigertjes |
mísdadiger m
- (juridisch) iemand die daden pleegt die een ernstig vergrijp tegen de wet vertegenwoordigen.
1. iemand die daden pleegt die een ernstig vergrijp tegen de wet vertegenwoordigen
misdádiger
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van misdadig
- Het woord misdadiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "misdadiger" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Klemtoonhomogram in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %